Als het mij meezit, dan ben ik geneigd handenwrijvend te zeggen: “Op het internet vind je werkelijk àlles!” Maar uiteraard is dit niet helemaal waar. Ik zou zelfs méér zeggen: dat is helemaal niét waar! Zo herdenken we vandaag het twintigjarige overlijden van de populaire Gentse journalist Jef Rosiers. Ik heb daarnaar op het internet gezocht. Geen woord was daarover te vinden! Als iemand me kan helpen op dit vlak, graag! (Om te beginnen zou b.v. een foto al een mooi gebaar zijn.)

Ik ben immers gedebuteerd op HLN onder Jef Rosiers, waarmee ik destijds nog samen had gestudeerd in de Germaanse. Korte tijd nadien werd Jef echter opzij geschoven voor Willy Cardon. Voor Willy heb ik ooit een interview geregeld met mijn bovenbuur, vader Dutroux. Die stond op een bepaalde dag huilend aan mijn deur omdat de pers “zoveel leugens” over hem schreef.
“Waarom interview jij me niet?” vroeg Tory (zoals Victor hier in het appartementsgebouw bekend is).
“Als je in de opera gaat zingen, onmiddellijk!” antwoordde ik gevat (als ik dat van mezelf mag zeggen). Ik had immers geen zin me in dat wespennest van de zaak Dutroux te begeven. Maar ik wilde dus wel een interview regelen met de gerechtsjournalist van HLN, Willy Cardon. Als ik me niet vergis, verliet Willy echter kort daarna het blad en heeft hij zijn contact dus eigenlijk voor een andere krant kunnen aanwenden.
Ook tijdens het interview zelf ging er iets mis. Tory was natuurlijk weer niet tijdig op de afspraak en Willy wachtte bij mij op zijn komst. Tot ons beider verbazing belde op dat moment echter ook Mike De Mulder van de VRT aan. Willy dacht dat ik zijn exclusiviteit uit handen had gegeven, maar de waarheid was dat Mike een tip had gekregen dat vader Dutroux in de Keizer Karelstraat woonde en dat die (Mike dus) gewoonweg alle bellen aan het aflopen was. Toen hij bij die van mij aankwam, belde hij aan want ook Mike ken ik nog van in mijn studententijd.
Nu goed, zoals gezegd verliet Willy kort nadien HLN en opnieuw werd Jef Rosiers over het hoofd gezien (ik heb er een sterk vermoeden van dat deze behandeling heeft bijgedragen tot zijn vroegtijdig overlijden), want Hugo Stevens van Het Volk werd aangetrokken. Ons eerste contact was allesbehalve. Ik was namelijk op de redactie mijn post aan het nakijken, toen Jef me aan Hugo voorstelde. Ik was echter zo verdiept in mijn post, dat ik hoegenaamd niet begrepen had dat het de nieuwe baas was. Voor mijn part was het een nieuwe correspondent voor Wippelgem of zo. Bijgevolg gaf ik Hugo verstrooid een hand zonder hem zelfs aan te kijken.
Toch kwam het later nog goed tussen ons en ik kon echt goed met hem opschieten (*). Zo vind ik volgende notitie terug in mijn e-dagboek op dinsdag 11 juli 1995:
“Hugo Stevens biedt me aan om de cultuurbladzijden voor de Gentse editie te coördineren. Ik voel me erg gevleid door dit aanbod, maar ik kan het toch niet aanvaarden en wel omwille van de vergoeding die eraan vastzit. Niet omdat die aan de lage kant is, want dat wist ik al sinds ik, ondertussen reeds zo’n drie jaar geleden, voor Het Laatste Nieuws ben beginnen werken: men stelde dan meteen duidelijk dat ik het als een hobby zou moeten opvatten en niet als een reële toevoeging aan mijn salaris. Omdat cultuur mij inderdaad nauw aan het hart ligt, heb ik deze voorwaarde aanvaard, ondanks het feit dat ik bij De Morgen een job had laten staan juist omdat ik vond dat ze te weinig betaalden, al was dat dan wel méér dan nu bij Het Laatste Nieuws. Maar daar betrof het een job op de sportdienst, vandaar.
Nee, het gaat dus niet om het bedrag als dusdanig, maar wel over het correct uitbetalen ervan. Systematisch (bij iedere maandelijkse afrekening dus, jawel) word ik immers te weinig uitbetaald. Al mijn stukken die nationaal verschijnen, worden bijna nooit aangerekend, terwijl er ook op de gewestelijke bijdragen wordt gefoefeld: als er een vooraankondiging en een nabespreking van een manifestatie is, wordt er slechts één keer betaald; een kopstuk wordt aangerekend als een stukje ‘genoteerd’ enz. Als ik deze nieuwe opdracht dus zou aanvaarden, dan zou ik meer tijd doorbrengen met te controleren of alles wel in rekening werd gebracht dan met echte journalistieke arbeid. Bovendien heb ik tot nu toe nooit onkosten (al was het maar mijn telefoontjes naar de Gentse en de Brusselse redactie) in rekening gebracht. Dat zou bij een coördinerende functie zeker het geval moeten zijn. Daarom kan ik er enkel op ingaan, als men mij maandelijks een vast bedrag zou uitkeren, waarvoor ik dan zowel zou schrijven (gewestelijk én nationaal), coördineren als voor mijn eigen onkosten instaan. Op dit ogenblik zou ik normaal maandelijks tussen 3.000 en 4.000 fr. moeten krijgen. Gezien hogergenoemde problemen is dat echter meestal slechts 2.500 fr. Als bedrag zou ik in eerste instantie daarom 10.000 fr. per maand willen vooropstellen, al vind ik dit zelf aan de erg lage kant. Bij Stepsmagazine krijg ik dit immers uitbetaald voor 2 (twee!) stukken per maand en dan zijn de onkosten daar niet eens inbegrepen! Anderzijds zullen we ook moeten afwachten of die coördinatie qua tijdsgebruik te combineren is met mijn vaste job. Als je iets niet goed kan doen, blijf je er immers beter af.”

Een voorbeeld van het gefoefel met de uitbetalingen bij HLN is de notitie op 7 augustus 1996:
“Als zodanig is mijn afrekening van Het Laatste Nieuws voor juli in orde. Ik wil er evenwel op wijzen dat ik in het kader van de Gentse Feesten drie persconferenties heb bijgewoond (Carte Blanche, Griffioen, Dufour Stichting), waarvan ik (op aanvraag) een verslag heb gemaakt, maar deze bijdragen zijn uiteindelijk nooit verschenen. Buiten het feit dat ik meen dat ik hiervoor toch wel een vergoeding zou mogen ontvangen, is dergelijke politiek vooral zeer schadelijk op het vlak van de public relations: zowel het blad als ikzelf krijgt hierdoor een slechte naam – ik zou niet graag als een pique-assiette bekend geraken!
Eveneens werden mij bijdragen van 40 lijnen gevraagd over de Sixtiesavond op de Kouter, Theater Neon, de Rode Pomp en Koen Crucke maar ook deze werden niet geplaatst.
Verder werd mij ook nog gevraagd zogenaamde ‘kortjes’ te schrijven over de Literaire Matinées, de Blauwe Engel, de Monumentendag, het Museum Guislain, een jazzdance-initiatie, een koorfestival, een wandeling van Vakantiegenoegens, de opendeurdag van de brandweer, tentoonstellingen van Industriële Archeologie, het Kunstsalon, Nijver & Pittoresk België, tentoonstellingen in het Augustijnenklooster, het Museum voor Sierkunst en Loods 13, de optredens in de Theatertent, de Prijs Leo Tindemans, de films aan Sint-Jacobs en een optreden van het Koor Giocoso. Al deze bijdragen werden evenmin geplaatst.
Tenslotte vindt u hierbij ook nog een rekening van kleurenfotocopies die ik in opdracht van Stéphane Godfroid heb genomen.”

Op deze brief kreeg ik geen enkele reactie. Zelfs mijn onkosten heb ik dus niet terugbetaald gekregen!
Vanaf 1997 wordt er gesproken over de federalisering van de journalistenbond. Ook mijn mening werd gevraagd. Ik wou dit met veel plezier doen, want ik vind dat de AVBB zich inderdaad dringend moest aanpassen aan de nieuwe staatsstructuren in ons land. Maar…
“Het probleem is dat ik sedert 1/1/1997 niet meer erkend word als beroepsjournalist. Volgens de statuten van de AVBB heel terecht, aangezien ik sedert enige tijd werkzaam ben als stafmedewerker van een sociaal-culturele koepel en slechts in bijberoep nog vast meewerk aan Het Laatste Nieuws en occassioneel aan een aantal tijdschriften.
Maar precies daarom zou de federalisering een aanleiding kunnen zijn om twee hete hangijzers aan te pakken:
1.Als gewezen beroepsjournalist is mijn afkeer om de onderwijzers en verzekeringsagenten die na hun uren ook lokale correspondent zijn voor een of ander blad een officiële perskaart toe te kennen, even groot als die van uzelf. Toch vind ik dat in bepaalde gevallen een erkenning in bijberoep moet mogelijk zijn. Het kan toch niet zijn dat ik na zestien jaar (mijn twee stagiairsjaren niet eens meegeteld) plotseling een slechter journalist ben geworden, gewoon omdat ik er niet in slaag in mijn belangstellingssfeer (cultuur) een voldoende inkomen te verwerven om als free-lancer aan de bak te komen. Het is precies omdat ik weiger aan semi-commerciële journalistiek te doen, dat ik er niet in geslaagd ben mezelf staande te houden en ik de voorkeur heb gegeven aan een vast inkomen via een beroep waarin verslaggeving nog altijd een belangrijke rol speelt.
2.Als het me in de toekomst dan toch zou lukken opnieuw voldoende inkomsten te vergaren als free-lancer of zelfs in het absurde geval dat ik met mijn 46 jaar nog een vaste betrekking als journalist zou weten te veroveren, dan start ik volgens AVBB-normen opnieuw met een anciënniteit van nul jaar! Dat kàn toch niet. Dat tart toch alle verbeelding. Ook hier zou een gefederaliseerde persbond verandering in kunnen brengen. Het zal wellicht niet meer voor mij zijn, maar ik vind het mijn verdomde plicht om dit recht op te eisen voor confraters die in gelijkaardige omstandigheden verkeren.”

Ook op deze brief heb ik geen antwoord gekregen.

Ronny De Schepper

(*) Veel later lees in de Memoires van Jef Turf dat ook hij bevriend was geworden met Hugo Stevens (p.261) in de periode dat zij beiden gerechtsjournalistiek bedreven (Jef voor Belga, Hugo voor Het Volk). Dit ging dus vooraf aan Hugo’s carrière bij Het Laatste Nieuws. Ik vraag me dan ook af of het één soms met het ander heeft te maken?

2 gedachtes over “Jef Rosiers (1951-2002)

  1. Prachtige journalistiek en inderdaad men vind niet alles terug op het internet daarom heb ik op mijn Blog https://groetenuittienen.blog/ speciaal een verwijzing aangebracht naar Het Laatste Nieuws http://www.hln.be/regio/fotos-uit-tienen/fotos-van-theo-herbots-0l-oTt1txbtb2D5SBO4fPy/ .
    Jammer dat ik er in feite nog niet veel mee aangevangen heb, Uw artikel stimuleert me er toe om dit in de toekomst meer te doen.
    Bedankt voor de stimulans,
    Groetjes en verder doen zo, ik ga Uw Blog ook meer gaan volgen
    Theo Herbots

    Geliked door 1 persoon

    1. meneer,theo,jef rosiers is mijn papa dat is zo jammer dat hij niet meer in de journalistiek wereld zit bij jullie hij was een goeie de man uit de tienduizend met het hart op de juiste plaats een luister oor dat men zegt papa heeft veel leuke mooie tijden gehad bij jullie een aangename man de laste tijd was hij zwaar ziek maar hij gaf niet op met werken bij jullie hij hielde van zijn werk en van de leuke sfeer bij jullie op je werk .
      bedankt voor alles voor ons ! zijn dochter juki rosiers

      Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.