Gisteren op TV5-Monde naar een concert gekeken door het Kamerorkest van Genève, geleid door Marzena Diakun (foto Araceli Gutierrez / Secretaría de Cultura CDMX — https://www.flickr.com/photos/culturacdmx/41050140940/).

Het was eigenlijk nog een concert uit 2020, dus in volle corona-periode, dat betekent dus: alle strijkers met mondmasker (de blazers uiteraard niet) en geen volk in de zaal. Maar ik vond het een prachtig concert, waarbij vooral de dirigente, Marzena Diakun dus, mijn aandacht trok. Ze is een Poolse die haar opleiding in haar thuisland heeft ontvangen, maar nu – zoals de traditie het wil (denk aan Chopin) – vooral in Frankrijk actief is. Of in Franssprekend Zwitserland dus.

Ik kwam er middenin gevallen, in het concert, dus van het eerste stuk had ik geen aankondiging gezien en het was me ook totaal onbekend. Maar het charmeerde me wel. Op de aftiteling kon ik zien dat het de suite voor orkest op.13 van haar landgenoot Henryk Pachulski was. Een man waarvan ik nog nooit heb gehoord, maar aan wie ik, ter gelegenheid van de verjaardag van zijn dood (op 2 maart 1921) ik zeker en vast een stuk zal wijden!

Achteraf zal blijken dat ik ook al een stuk had gemist, namelijk een celloconcerto van Saint-Saëns, maar de solist, de Fransman Gautier Capuçon, kreeg ik gelukkig nog eens te horen in het celloconcerto in Do van Joseph Haydn. Tijdens de Elisabethwedstrijd (die dus twee jaar nà dit concert zou volgen) zouden zowel Capuçon als ikzelf dit concerto nog een tiental keren moeten beluisteren in de halve finale, maar ik krijg er maar niet genoeg van. Tijdens de cadenza werd Capuçon in een lichtcirkel geplaatst en leek het wel of het orkest was verdwenen (zou het in twee keer opgenomen geweest zijn en dan aan elkaar gelast?), een prachtig effect.

Tot slot was er nogmaals Haydn, een symfonie deze keer en wel de 83ste, bijgenaamd “la poule”. Haydn zou deze symfonie ongetwijfeld hebben opgedragen aan Markske uit F.C.De Kampioenen, indien hij die zou hebben gekend. Nee, zonder zever, ik begrijp niet waarvan deze bijnaam komt, want buiten een licht “kot-kot-kedei”-thema in de eerste beweging herken ik hier niets van een kieken in. (*)

Maar Marzena Diakun was verrukkelijk en dààr was het mij om te doen…

Ronny De Schepper

(*) En het blijkt nog wààr te zijn ook! “The nickname comes from the clucking second subject in the first movement, which reminded listeners of the jerky back-and-forth head motion of a walking hen.” (Wikipedia)

P.S. Er staan ontzettend veel muziekfragmenten met Marzena Diakun op YouTube, maar helaas geen enkele van de behandelde stukken. Daarom heb ik maar gekozen voor een fragment uit de vijfde symfonie van Peter Tsjaikovski.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.