Het is vandaag al tien jaar geleden dat de Amerikaanse schrijver Gore Vidal, hier gefotografeerd door Carl Van Vechten in 1948, is overleden…

Alle boeken die ik van hem bezit (vijf) moeten blijkbaar uit dezelfde verzameling vandaan komen, want ze ruiken allemaal een beetje muf. Allé, ik zal het maar toegeven: ik vind ze een beetje vies. Daarom heb ik mijn keuze laten leiden door het dunste boekje, dat er dan ook nog eens het beste uitziet. En als dàt meevalt, zal ik misschien mijn weerzin overwinnen en toch aan het Magnum Opus van Gore Vidal beginnen. Het toeval wil echter dat het zeven kortverhalen betreft. Eigenlijk hou ik daar niet zo van, geef mij maar liever een exemplaar waarmee je iemand bewusteloos kunt meppen! Maar goed, op dit moment ziet het er eerder naar uit dat ik bewusteloos zou kunnen vallen van de onfrisse geur die die zwaardere (letterlijk en figuurlijk) werken afgeven.

Bovendien afficheert de cover (een naakte jongeman weliswaar from the waist up) duidelijk waarover de verhalen gaan… Ook de titel, “A thirsty evil”, laat weinig aan de verbeelding over (*). Ik behoor dus duidelijk niet tot de doelgroep. Versta me niet verkeerd: maatschappelijk gezien ben ik een grote voorstander van homorechten, maar op het persoonlijk vlak heb ik toch liever dat dit niet tot misverstanden leidt (wat overigens al is gebeurd).

Het eerste verhaal (“Three Stratagems”) leest al direct als een handleiding (stratagem!) over hoe men een rijke weduwnaar moet versieren. De volgende verhalen zijn echter “gewone” kortverhalen (**).

Eugene Luther Gore Vidal werd geboren in West Point, waar zijn vader Eugene les gaf in de luchtvaartkunde aan de United States Military Academy. Zijn grootvader was Thomas Gore, een Democratisch senator en medeoprichter van de staat Oklahoma. Vidal zelf groeide ook op in de omgeving van Washington en hielp daar zijn blinde opa met het voorlezen en als gids en was zodoende al op jonge leeftijd bekend met het machtige Capitool.

In 1943, na zijn middelbare school, liet Vidal zich inschrijven als reserve bij de United States Army. Tijdens zijn diensttijd in de Tweede Wereldoorlog, die hij doorbracht als eerste stuurman op een legertransportschip in de Grote Oceaan, schreef hij zijn eerste roman, ‘Williwaw‘. De militaire roman werd een behoorlijk succes. Na de oorlog hield hij zich bezig met het schrijven van romans, essays, toneelstukken en verhalen. Hij heeft ruwweg drie grote “stromingen” in zijn werk:

De meer persoonlijke of intellectuele romans (The City and the Pillar, Creation) – waarin hij grote ideeën onderzoekt over geloof, macht, en identiteit.

De historische romans (Julian, Burr, Lincoln, 1876, Empire, Hollywood, Washington, D.C.) – waarin hij de Amerikaanse geschiedenis herschrijft met veel ironie en politieke ondertoon.

De satirische en eigentijdse romans (Myra Breckinridge, Duluth, Live from Golgotha) – vaak speels, provocerend, en vol bijtende kritiek op de media en het seksueel moraal.

In 1948 publiceerde hij “The City and The Pillar”, met homoseksualiteit en vrije seks als thema’s. Het zou bij lange niet zijn laatste controversiële bijdrage in zijn tijd zijn. Nochtans heb ik me altijd laten wijsmaken dat hij – ondanks zijn reputatie – speeches heeft geschreven voor diverse presidenten. Wikipedia maakt daarvan echter geen melding.

Het thema (homo)seks en vrije liefde keert ook terug in “The judgment of Paris” uit 1952. De titel is uiteraard een woordspeling op enerzijds de keuze van Paris (die de aanleiding zal vormen voor de Trojaanse oorlog) en de beoordeling van de stad Parijs, waar Philip Warren, net afgestudeerd aan de rechtenfaculteit, een jaar nodig heeft om zijn toekomst te ontdekken. In dit klassieke coming-of-age-verhaal reist Philip door verschillende affaires, misavonturen en steden vol onvergetelijke personages die hem aanzetten tot zelfontdekking en lessen over het genieten van zowel de liefde als het leven.

In 1960 betrok hij een huis in Italië (Ravello), dat hij tot 2004 zou bezitten – de rest van de tijd spendeerde hij in Los Angeles. In 1964 verscheen Julian, misschien wel zijn meest “serieuze” roman, en voor velen zijn meesterwerk. Hier kruipt Vidal in het hoofd van Julian de Afvallige, de Romeinse keizer die probeerde het heidendom te herstellen tegen het oprukkende christendom. De stijl is klassieker, rijk aan ideeën over religie, macht en filosofie. Als je na The Judgement of Paris zin hebt in een breder en dieper intellectueel bad, is Julian de juiste keuze — het is bijna een heruitgevonden antieke kroniek.

En chatgpt gaat verder: “Als ik even je eerdere voorkeuren mee in rekening mag brengen — je waardering voor Maugham, Kundera en Steinbeck, en je afkeer van overdadige flauwekul — dan zou ik zeggen: begin met Julian. Het is subtiel, scherp, en heeft dezelfde morele complexiteit en ironie die jij in Maugham waardeert.

In 1968 volgde Myra Breckinridge. Een compleet andere toon: absurd, grotesk, camp en schaamteloos provocerend. Myra, een trans vrouw met een obsessie voor de klassieke Hollywoodfilm, gebruikt satire om de Amerikaanse cultuur en haar hypocrisie te ontmaskeren. Het boek was destijds schokkend en is nog steeds fel van geest. Ideaal als je Vidal wilt zien op zijn wildst en venijnigst. Myra Breckinridge bewaar je best als een decadent dessert.

Burr volgde in 1973. Het vormt met Lincoln en 1876 een schitterende trilogie en het is één van zijn grote historische romans, en tegelijk een bijtend commentaar op de Amerikaanse mythevorming. Vidal laat vice-president Aaron Burr terugblikken op zijn tijd met Washington, Jefferson en Hamilton — allemaal niet bepaald als heiligen neergezet. De toon is ironisch, maar de historische reconstructie verbluffend. Als je houdt van intelligente satire in historische vorm (à la Maugham, maar op Amerikaans formaat), dan is dit absoluut de moeite.

In 1995 verscheen van zijn hand het autobiografische “Palimpsest”, waarin hij fel tekeer ging tegen de in zijn ogen dubbele Angelsaksische moraal van na de oorlog. Vidal was ook acteur, onder andere in de films Gattaca en Shadow Conspiracy. Hij overleed op 31 juli 2012 in zijn woning aan de gevolgen van longontsteking.

Ronny De Schepper

(*) Dat schreef ik vóór ik het boekje had gelezen, want – eerlijk gezegd – ik heb geen idee waarop de titel slaat. In geen enkel verhaal komt hij voor. Zal ik hem dan toch maar in verband brengen met dat allereerste “schandalige” verhaal?

(**) “The Zenner Trophy” gaat over twee leerlingen (18j.) die van school worden gestuurd omdat ze “betrapt” zijn. Waarop ze “betrapt” zijn wordt heel de tijd in het midden gelaten. Ook de reden waarom één van de leraars sympathiseert met één van de twee gestraften, wordt aan de fantasie van de lezer overgelaten… “Pages from an abandoned journal” gaat over seksuele uitspattingen (hetero en homo) en drugsgebruik in hogere kringen, maar beschreven in een manier die me aan Somerset Maugham doen denken. Dat is uiteraard als een groot compliment bedoeld. (Ook het laatste – en kortste – verhaal over die moderne schikgodinnen is een pareltje.)

Een gedachte over “Gore Vidal (1925-2012)

  1. In de natte nazomer van 2024 las ik dus “The judgment of Paris” en ik kan alleen maar goedkeurend herhalen dat de stijl van Gore Vidal mij aan die van Somerset Maugham doet denken. De hilarische episode over de mislukte zelfmoord van Mr Willys, die daarna liever vermoord zou worden, is daarvan een goed voorbeeld. Dat Gore Vidal Maugham benadert, maar hem niet is, dat is dan weer te wijten aan het ellenlange gefilosofeer, dat bovendien nogal hypocriet overkomt, aangezien de hoofdfiguur (duidelijk verwijzend naar de auteur) in allerlei homoseksuele kringen verzeild geraakt, maar daaraan liever “niet toegeeft”…. Aangezien Vidal dus zoveel beter is als hij het verhaal in dialogen kan vertellen, kan men zich afvragen waarom hij eigenlijk geen toneelschrijver is geworden?

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.