Vandaag wordt Harrison Ford, van wie Carrie Fisher ooit zei: “You know that saying: ‘An actress is a little bit more than a woman; an actor is a little bit less than a man’? Well, that’s except if it’s Harrison Ford”, tachtig jaar.
Hij was voor het eerst op het grote scherm te zien als een “uncredited hippy” in “Luv” (1969). Een jaar later was hij trouwens in gelijkaardige bijrolletjes te zien in hippie-klassiekers als “Getting straight” en “Zabriskie Point”. Daarna speelde deze oorspronkelijke TV-acteur (Gunsmoke, The Virginian) in zoveel verschillende minderwaardige filmrollen dat hij de handdoek in de ring gooide en zijn vroegere job (timmerman) weer oppakte. Hij bleef wel in de filmwereld: hij bouwde o.a. een studio voor Sergio Mendes en een veranda voor Sally Kellerman. En zo kon hij op 31-jarige leeftijd dan toch een comeback maken in “American Graffiti” (1973). Harrison Ford’s part in “The conversation” was initially intended to be a small cameo, written as little more than an office assistant. Feeling that the character was one-dimensional, Ford decided to play him as gay, a risky choice in 1974, and personally purchased the loud green silk suit for nine hundred dollars (4,285 in 2015 dollars). Francis Ford Coppola was at first shocked by the outfit at rehearsals, but after discussing it with Ford, was so impressed with this interpretation, that he expanded the role into a supporting character, gave the character a name (Martin Stett) and had Production Designer Dean Tavoularis create an office that reflected the character’s orientation.
Toch zou het nog eens vier jaar duren vooraleer hij als Han Solo in “Star Wars” (1977) een echte vedette werd. Daarna speelde hij de hoofdrol in “Witness” (1985, foto) en in “Mosquito coast” (1986, beide van Peter Weir). In “Witness” vraagt Rachel (Kelly McGillis) op een bepaald moment: “You know carpentry?” And he replies with sort of a smile on his face: “A bit…” Remember that Harrison Ford was a carpenter before he became an actor. Brazilian musician Sergio Mendes had his studio built by Harrison Ford, whose talents as a carpenter have been depicted in the barn construction scene.
The song for the “serenade” scene, “Wonderful World” by Sam Cooke, was selected by Harrison Ford himself. Peter Weir said that since Ford had to sing and dance to it, he should be able to choose which song he wanted to use for that scene. However, the version of the song heard in the film is not Sam Cooke’s original, but is rather performed by Cooke sound-alike Greg Chapman.
Although he once again plays a heroic man with a gun, this was the first starring role that broke Harrison Ford away from the science fiction and fantasy genres that made him famous, and gave him his first and only Academy Award nomination for Best Actor. The studios weren’t keen on the production initially, because they thought it was too rural. Even when Harrison Ford agreed to star in it, despite the signing of a major name, they still weren’t interested in it. However, it became the number two film at the box office that year behind the enormous hit Beverly Hills Cop. Harrison Ford and Peter Weir developed such a good working relationship that Ford immediately signed on to star in Weir’s next project The Mosquito Coast.
Daarna speelde een broodmagere Harrison Ford de hoofdrol in “Frantic” van Roman Polanski. Harrison Ford thought that “Frantic” was a misleading title for the film as the script didn’t have a frantic pace. He suggested that “Moderately Disturbed” would be a more appropriate title. Roman Polanski wasn’t amused. Actress Emmanuelle Seigner said she didn’t know who star Harrison Ford was at the time the film was shot. Seigner said that she was only nineteen years of age and from a theater family. When she was further asked about Ford, she described him as being nice to everyone. She also mentioned that he was very protective of her, revealing that he had a second set of pedals installed in her car for use in the making of the movie. This was due to his concern about the young Seigner’s driving ability. Director Roman Polanski and actress Emmanuelle Seigner, after working together on this film, were married on 30th August 1989.
Daarna volgde in 1988 “Working girl” van Mike Nichols. It was his first romantic comedy as star. Though receiving top billing, Harrison Ford does not appear until 35 minutes into the film. In the movie, his character explains a scar on his face by saying that he was piercing his ear as a teen, and fainted and hit his chin on the toilet. The truth is: he got it by crashing into a pole on Laguna Canyon Road in Laguna Beach. He was a player at the Laguna Playhouse at the time and got a “rush stitch job” at South Coast Hospital in Laguna Beach.
Na de yuppie-films in de jaren tachtig, werden de jaren negentig ingezet met een aantal anti-yuppie-films, die willen terugkeren naar “the basic values of life” in plaats van geld verdienen, status verwerven en macht uitoefenen als hoogste doel te stellen. Dat deze “basiswaarden” ook vaak conservatief Amerikaans zijn zoals “the family” is bijkomstig. Ander opvallend punt: het kunnen dezelfde regisseurs en acteurs zijn die nu verguizen wat ze eerst hebben aanbeden. Zo is de maker van “Regarding Henry” (1991), Mike Nichols, ook degene die in “Working girl” Melanie Griffith als “social climber” ten tonele voerde. Haar tegenspeler, Harrison Ford, is zelfs het hoofdpersonage in deze Nichols-film, terwijl Melanie zelf de vrouwelijke hoofdvertolkster was in “The bonfire of the vanities” van Brian De Palma, de film die de hele rage wel schijnt te hebben ontketend.
In “Regarding Henry” speelt Harrison Ford een genadeloze, stinkendrijke, onuitstaanbare advocaat, die na een moordaanslag een totaal ander mens wordt. Moraal van het verhaal: laat je af en toe eens door je kop schieten, dat is gezond.
Er was op “Henry” heel wat kritiek. Dat hij “tranerig” zou zijn b.v. Zelf vind ik het “gezond” sentiment (zoals b.v. ook in “Rain man”) i.p.v. de sentimentaliteit in films als “Love story” of “Kramer versus Kramer”.
Veel hangt dan natuurlijk af van de vertolking. Wie de “sentimentele” versie aanhangt, zal niet tevreden zijn over Harrison Ford en zijn filmvrouw Annette Bening. Anderen (waaronder ik dus) wél. Het zijn tenslotte opnieuw mensen van vlees en bloed (na zijn genezing toch), heel iets anders dus dan die koele yuppies die we nu wel genoeg hadden gezien.
Anderzijds, als Ford had gedacht dat hij net als Dustin Hoffman (“Rain man”, 1988) of Daniel Day-Lewis (“My left foot”, 1989) met het spelen van een gehandicapte of een zieke een oscar zou kunnen wegkapen, dan kon hij het wel schudden! (Nà hem werd de trend wél opnieuw opgenomen: Al Pacino in 1992 met “Scent of a woman” en Tom Hanks in 1993 met “Philadelphia” en in 1994 met “Forrest Gump”).
Daarna volgde in 1993 “The Fugitive”, een remake van de TV-serie met David Janssen. Harrison Ford damaged some ligaments in his leg during the filming of the scenes in the woods. He refused to take surgery until the end of filming so that his character would keep the limp. The limp can be seen in any subsequent scene where Richard Kimble is running. Ford werd genomineerd als beste dramatische acteur, maar het was Tommy Lee Jones die er een kreeg als beste mannelijke bijrol. Een onderscheiding, waarbij hij enkele weken later ook nog een oscar voegde. Andrew Davis werd eveneens genomineerd voor de Golden Globe als beste regisseur. Originally Julianne Moore’s character had a bigger role in the film even after she exposes him briefly. Kimble was to have sought her out for help and eventually fall for her. These scenes were filmed and deleted from the final cut of the film. This is the reason that her name is still credited as one of the main stars of the picture. For the same reason Dr.Kathy Waylund (played by Jane Lynch) was originally considered as a love interest for Richard Kimble during production. However, their relation remained platonic, as it would have looked bad for Dr.Kimble to take a new lover while avenging the death of his wife. In addition, it was thought the love scenes would have added considerable length to the film and may have ruined the pacing and tension of the story at that juncture.
The character of Cosmo Renfro was supposed to die in the finale of the film. However, Joe Pantoliano successfully lobbied for his character to be spared so that he may appear in a potential sequel. Pantoliano indeed got to reprise the role of Renfro in the sequel U.S.Marshals (1998). A similar request by Sela Ward to have her character beaten into a coma instead of being killed, however, was not honored. Deze film concentreert zich op de rol van Tommy Lee Jones en Harrison Ford had er dan ook niks meer mee te maken.
Daarna kwam “Clear and present danger”. Het boek van Tom Clancy werd verfilmd opnieuw door Phillip Noyce (“Patriot Games”) en opnieuw met Harrison Ford in de hoofdrol als Jack Ryan. Clancy vindt overigens dat Ford “te oud is om de James Bond van de jaren negentig te spelen”, waarop Ford in een televisie-interview op zijn beurt keihard heeft uitgehaald naar de extreem-rechtse ideologie die eigenlijk aan de basis van Clancy’s boeken ligt (nog aangedikt door John Milius als scenarist, die dan ook niet akkoord ging met het slot). Maar de rol weigeren, dat is natuurlijk weer een ander paar mouwen…
In 1996 was hij te zien in een remake van “Sabrina”, gevolgd door “The devil’s own”. Oorspronkelijk was de film volledig rond Brad Pitt gebouwd, maar toen als regisseur Alan J.Pakula werd aangetrokken, bracht die op zijn beurt vriendje Harrison Ford mee, waarmee hij destijds “Presumed innocent” had gedraaid. Niet alleen werd daardoor het evenwicht in het scenario verstoord, ook het honorarium van Ford stak Pitt de ogen uit. Prompt kreeg hij honderd miljoen frank opslag (nou ja, waarom niet), maar zijn 400 miljoen was dan toch nog altijd 280 miljoen minder dan wat er in het loonzakje van Ford zat!
“Six days, seven nights” was het Robinson Crusoe-moment van Harrison Ford. Het verschil met Crusoe is dat zijn avontuur amper een week (cfr. de titel) heeft geduurd en ook dat hij vrouwelijk gezelschap had, in de persoon van Anne Heche. Die deed op het moment van de verfilming (1998) wel mee aan de kortstondige Hollywood-rage van het L-word (zij was de partner van Ellen Degeneres, meen ik me te herinneren), zodat Ford toch zijn plan (en andere zaken) moest trekken, zou men kunnen zeggen…
Daarna was Harrison Ford te zien in “Random hearts”, een film van Sydney Pollack uit 1999. Hij speelt hierin een politieofficier die verbijsterd is dat zijn vrouw (Bonnie Hunt) blijkt te zijn omgekomen in een vliegtuigramp samen met een hem onbekende man (Peter Coyote). Hij neemt contact op met de weduwe van die man (Kristin Scott Thomas) om alsnog het dubbelleven van zijn vrouw te ontraadselen. This is the only film in which Harrison Ford plays a character who wears an earring, as the actor does in real life.
In “What lies beneath” (Robert Zemeckis, 2000) it was only the second time in Harrison Ford’s career that he’s played a negative character (I can’t go into details, because this would be a spoiler). The first was in American Graffiti (1973).
De volgende film met Harrison Ford in de hoofdrol die ik heb gezien was “Hollywood homicide” van Ron Shelton uit 2003. Buiten Ford zelf, deed ik dit om twee redenen: omdat Humo het als een “politiekomedie” betitelde en omdat er een fotootje van Lena Olin bij stond. Twee keer fout gegokt natuurlijk! Om met Olin te beginnen: die speelde slechts een kleinere rol en dat was nog niet eens spijtig, want het was op de koop toe een belachelijke rol. Zij maakte deel uit van het onderdeel van het plot dat Humo dus blijkbaar als een “komedie” heeft ervaren. Zelf heb ik niet eenmaal moeten lachen, zelfs niet glimlachen. Of toch, wat dat laatste betreft, zou ik liegen. Als Ford tijdens het vrijen met Olin zegt: “Als ik niet vergeet mijn gingko te nemen, zal ik op tijd weten waar de viagra staat.” Maar voor de rest lag de “body count” toch wel heel erg hoog voor een “komedie” en waren het weer àl “car chases” en “superfluous explosions” dat de klok sloeg!
In 2006 speelt hij een IT-wizard in “Firewall” van Richard Loncraine, een computerthriller dus, waarin echter nog zoveel actie voorkomt dat je je afvraagt: word je stilletjes aan niet te oud voor dit soort werk, Harrison? Zeven jaar later, in 2013 dus, heeft hij deze raad ter harte genomen, want in “Paranoia” van Robert Luketic komt hij (opnieuw als IT-wizard) nog amper zijn zetel uit. Hij ziet er ook verschrikkelijk oud uit.
Dat is ook het geval tussendoor in 2010 in “Morning Glory” van Roger Michell. Een irritant filmpje over irritante mensen die bij een ontbijtshow van een televisiezender werken. There is no television studio in the US that is actually called “IBS,” most likely because in the English Language, the abbreviation “IBS” is most often used for the digestive system disorder “Irritable Bowel Syndrome.” These initials were possibly chosen deliberately to tie into the humiliatingly scatological theme of the report that airs on the show early in the movie. Het is een filmpje gebouwd rond een drukke Rachel McAdams en die zuigt dan ook alle aandacht naar haar toe (ze heeft wel een mooi kontje, moet ik bekennen). Harrison Ford is niet minder irritant dan de overigen, maar ànders. Hij is nog iemand van de oude stempel die vindt dat nieuws ook over échte nieuwsfeiten moet gaan. Natuurlijk hoort er ook een liefdesverhaaltje bij, maar Harrison is zich er gelukkig van bewust dat dit niet meer voor hem is weggelegd, zeker niet met zo’n jong ding als McAdams. Het had nog gekund met Diane Keaton die zijn rechtstreekse tegenspeler is, maar buiten een zeer vluchtige hint (ik had even met mijn ogen geknipperd en het was al voorbij) wordt ook deze piste terecht niet ingeslagen. Despite being Hollywood veterans, Diane Keaton and Harrison Ford had never met prior to making the film.
Geef mij dan maar veel liever “Cowboys & Aliens” van Jon Favreau uit 2011. Daniel Craig (James Bond, jawel) en Harrison Ford (dat andere icoon, Indiana Jones) slaan hierin de handen in elkaar om het op te nemen tegen buitenaardse wreedaardige wezens die mensen beschouwen als insecten (terwijl zijzelf ironisch genoeg eruit zien als overgrown sprinkhanen). Niet alleen Craig en Ford trouwens, ook indianen, Mexicanen en noem maar op, want de boodschap is duidelijk: united we stand, divided we fall.
Nu, als men de code aanvaardt dat buitenaardse wezens zich met onze beschaving komen bemoeien, dan is er inderdaad geen reden om aan te nemen waarom zich dit tot de twintigste eeuw en later zou hebben beperkt. Men kan dit dus ook situeren in Arizona, anno 1873. En het leuke is dat ook het ruimteschip er heerlijk vintage uitziet. Ah ja, want die extra-terrestrials gaan natuurlijk ook met hun tijd mee. Die vliegende sigaren (zoals in dit geval, eerder dan een vliegende schotel) blijven dan ook niet eeuwig en altijd hetzelfde. Dat evoluéért, hé! Onbegrijpelijk genoeg, the film was mostly criticized for its “ridiculous premise” and bombed at the box office and went down as one of the worst films of 2011. Due to poor box office results, a sequel didn’t happen.
In 2020 speelde hij tweede viool in een jeugdfilm van Chris Sanders, “The call of the wild”. Was de eerste viool voorbehouden aan een echte hond dan had ik er nog mee kunnen leven, maar deze film was helemaal opgebouwd met animatronics en dat werkte behoorlijk op mijn zenuwen. Men is dus nu te lui geworden om honden (of andere dieren) allerlei truukjes aan te leren, men laat gewoon de computer het werk doen. Dit haalt het niveau zo naar beneden dat ik niet eens door had dat het hier om de verfilming van een boek van Jack London ging.
Ronny De Schepper