Vandaag is het veertig jaar geleden dat er een einde kwam aan het leven van de Oostenrijks-Franse actrice Romy Schneider, een leven dat ze sedert de tragische dood van haar zoontje al ondraaglijk vond. Toch is het onwaarschijnlijk dat ze zelfmoord pleegde, want ze stierf terwijl ze een briefje aan het schrijven was naar een journalist om zich te verontschuldigen dat ze toch maar liever geen interview toestond. Het ziet er dus eerder naar uit dat haar hart het gewoon heeft begeven, zij het dat er inderdaad drank en drugs (captagon, haar overigens stiekem bezorgd door Marlene Dietrich) in het spel waren.
De allereerste film die ik in de bioscoop heb gezien was al meteen met Romy Schneider, namelijk “Feuerwerk” van Kurt Hoffmann uit 1954. In die tijd (ik ben geboren in het najaar van 1951) had ik echter nog meer belangstelling voor de dieren in de film dan voor adembenemende Romy. De kreet “kijk daar, een aap op rolschoenen!” werd een slagzin die ik mijn hele leven zou meedragen.
In 1955 draait ze ook nog “Mam’zelle Cricri” van Ernst Marischka, waarin ze Stanzi speelt, een ondernemend plattelandsmeisje dat op aanraden van een waarzegster haar geluk in de Grote Stad (Wenen) gaat zoeken. Daar trekt ze in bij haar tante Theresa, gespeeld door haar (echte) moeder Magda Schneider (*).
Romy Schneider brak internationaal door met “Sissi, Schicksaljahre einer Kaiserin” van Ernst Marischka uit 1957 (**). Ik weet het: Romy had achteraf een bloedhekel aan haar Sissi-films en zal het dus wel niet leuk vinden dat ik daar nu propaganda voor maak, maar als ze de reden waaróm zou kennen, zou ze het me vanuit het hiernamaals wel vergeven, denk ik. Eén van mijn allereerste (misschien wel dé allereerste) erotische ervaringen gaat immers terug op deze film. Ik herinner me zelfs nog precies in welke scène. Op een bepaald moment moet Sissi naar de dokter omdat men vermoedt dat ze een longontsteking heeft of zoiets. Die dokter moet natuurlijk nogal omzichtig omspringen met haar keizerlijke lichaam en daarom maakt hij alleen haar ritssluiting een beetje los om met zijn stethoscoop op haar rug haar ademhaling te beluisteren. So far so good, maar dan vraagt de arme man om eens diep adem te halen en plotseling verschenen daar twee zaken waar ik eerder nog nooit acht op had geslagen, ook niet in een andere context (ik heb namelijk nooit borstvoeding gehad) en ging er een gevoel door mij heen dat ik niet kon thuisbrengen, maar dat ik toch best wel lekker vond. And I have tried to relive that experience ever since…
Nog in 1957 draait ze met Horst Buchholz “Monpti” in een regie van Helmut Kaütner. Deze film speelt zich af in het Parijse kunstenaarsmilieu en op lokatie heeft ze Alain Delon leren kennen en kiest hem als partner voor haar eerste Franse film (“Christine” van Pierre Gaspard-Huit). Ze zal gedurende vijf jaar ook zijn partner in het dagelijkse leven worden.
In 1958 keert ze nog eens terug naar Duitsland voor een remake van “Mädchen in Uniform”, waarin de vrouwenliefde redelijk expliciet uitgebeeld werd door Geza Radvanyi. De toen twintigjarige Romy Schneider draaide de film om haar Sissi-frustraties af te reageren (de derde film had ze al onder dwang gemaakt, in plaats van de vierde draaide ze dus dit kostschoolverhaal). Bovendien kon Romy hiervoor ook uit haar eigen (trieste) kostschoolverleden putten. Ze zou pas helemaal met die Sissi-episode in het reine komen nadat ze in “Ludwig” van Luchino Visconti nogmaals de rol van keizerin Elisabeth zou spelen, maar dan als een volwassen vrouw, die onder haar uiterlijke succes een intens verdriet met zich meedraagt. Net zoals zijzelf dus met andere woorden.
Bovendien werd in “Mädchen in Uniform” de rol van de lerares Duits, Fräulein von Bernburg, gespeeld door Lili Palmer, die voor Romy steeds een rolmodel zou blijven. Dat uitte zich toen onder meer door het feit dat het Palmer was die Romy voor het eerst inzicht gaf over het nazistische verleden van vele van hun landgenoten, inclusief de ouders van Romy, die zo niet openlijk nazistisch, dan toch passief het regime ondersteunden door hun succesvolle carrière ongehinderd verder te zetten alsof er niets aan de hand was.
Beroemd is de scène waarin Romy als Meinhardis haar liefde verklaart aan Palmer, tot grote jaloezie van haar vriendin (Sabine Sinjen). Ook de scène waarin ze de ontmoeting tussen Romeo en Julia instuderen is niet mis.
Schneider was trouwens erg geschikt voor dit soort rollen. Dat bleek nog eens ten overvloede uit “La banquière” van Francis Girod uit 1980, waarin zij gestalte gaf aan de biseksuele Marthe Henau (in de film Emma Eckhert genoemd), die in de jaren dertig opviel door haar nonconformisme (***).
In 1959 draait Romy Schneider “Mademoiselle Ange”, opnieuw van Geza Radvanyi (er wordt ook een Duitse versie gedraaid: “Ein Engel auf Erden”). Hierin speelt ze de engelbewaarder (in de vorm van een stewardess) van autopiloot Henri Vidal, die ze belet een einde te maken aan zijn leven als hij op de dag van zijn huwelijk in de steek wordt gelaten door zijn verloofde.
In de kringen van de “copains” van Saint-Germain-des-Prés werd in Romy het onschuldige wicht dat haar in “Sissi” zo populair maakte, snel verdrongen… In “Boccaccio 70” van Luchino Visconti (1961) is ze voor het eerst naakt te zien. Een jaar later draait ze “Le combat dans l’île” van Alain Cavalier. Clément (Jean-Louis Trintignant) is een rechtse extremist die zich heeft aangesloten bij een geheime militante organisatie. Zijn vrouw Anne (Romy Schneider) is een voormalige Duitse actrice die haar carrière opgaf om de liefhebbende echtgenote te zijn. Clément wordt door zijn handlanger Serge (Pierre Asso) verraden na een politieke moordaanslag en moet vluchten. Zijn vrouw blijft achter bij zijn “bloedbroeder” Paul (Henri Serre) en wat gebeuren moet, gebeurt ook natuurlijk. Dat leidt dan uiteindelijk naar het duel waarop de titel slaat.
Deze metamorfose legt Schneider anderzijds geen windeieren, want zelfs Hollywood wenkt. In 1964 draait ze zo de komedie “Good neighbour Sam” van David Swift met Jack Lemmon. Maar terwijl zij ginds haar aanstaande trouwdatum bekend maakt, bereikt haar uit Frankrijk het bericht dat Alain Delon met ene Francine Canovas zal scheepgaan. Enfin, ze laat zich toen al Nathalie noemen en later zal ze daar ook nog de naam Delon aan toevoegen.
Romy zelf huwt kort daarop met de Duitse regisseur Harry Meyen en heeft met hem een zoontje, David (°3/12/1966) maar wanneer Delon haar in 1968 vraagt om samen met hem in de film “La piscine” van Jacques Deray op te treden, aarzelt ze geen ogenblik. Het zal de aanloop zijn tot haar echtscheiding. Nog later zal Meyen zelfmoord plegen, iets wat Romy zichzelf altijd zal verwijten.
Ook in “César et Rosalie” van Claude Sautet uit 1972 speelt ze een driehoeksverhouding met als thema “niet met jou maar ook niet zonder jou”… De twee mannen waartussen ze maar niet kan kiezen, zijn in dit geval Yves Montand en Sami Frey.
In 1974 speelt ze tegenover Jean-Louis Trintignant in “Le mouton enragé” van Michel Deville.
In 1975 huwt ze met haar elf jaar jongere secretaris, Daniël Biasini, waarvan ze op dat moment zwanger is. Bij een auto-ongeluk verliest ze echter de baby. Toch zal ze met Biasini nog een dochter hebben, Sarah (°21/7/1977), maar het huwelijk zelf is op dat moment reeds aan het verbrokkelen.
Als haar zoon David op 5 juli 1981 op gruwelijke wijze de dood vindt (doorboord door een spies van een smeedijzeren hek), wordt het leven ondraaglijk voor Romy Schneider. Op 29 mei 1982 kwam er dus een eind aan…
Ronny De Schepper
(*) Haar vader was Wolf Albach-Retty, die in het vooroorlogse Duitsland jeunes premiers speelde, zoals in “Hotel Sacher” van Erich Engel uit 1939. Adolf Hitler was een grote fan, vooral van Magda Schneider, en aangezien de familie Schneider in Berchtesgaden woonde, waren ze vaak kind aan huis bij “de grote leider”. Het is een trauma dat Romy heel haar leven met zich zou meedragen en dat trouwens ook met de Sissi-films is verweven. Na de oorlog kwam ma Schneider uiteraard niet meer aan de bak wegens haar politieke sympathieën, maar ze was erin geslaagd in het contract van Romy te laten vastleggen dat zij ook in de film de rol van haar moeder moest spelen.
(**) Sissi was eigenlijk Elisabeth van Beieren (1837-1898), later keizerin van Oostenrijk en Hongarije. Romy Schneider speelt uiteraard de jonge Sissi, maar in 2003 was er een Franse TV-film van Jean-Daniel Verhaeghe, die de laatste drie dagen van haar leven schetst. Ondanks het feit dat ze geen natuurlijke dood stierf (ze werd vermoord) krijgen we hier dus met een “oude” Sissi te doen. Toch werd de rol gespeeld door Arielle Dombasle. Een jaar later volgde er alweer een nieuwe Sissi-film, deze keer van Duitse makelij, en met in de hoofdrol niemand minder dan Sarah Biasini.
(***) Wat lesbische verhoudingen in het “reële leven” betreft is het echter naamgenote Maria Schneider die ophef maakte door haar openlijke verhouding met Joan Townshend, de dochter van de baas van het Avis-huurauto-imperium. Nog eenmaal een hardnekkige mythe weerleggen: Maria is helemaal geen familie van Romy. Zij werd grootgebracht door een Roemeens-Griekse vrouw op de Frans-Duitse grens. Haar vader, de acteur Daniel Gelin, ontmoette ze pas voor het eerst op 16-jarige leeftijd.
Referentie
Michael Jürgs, Romy, de biografie van Romy Schneider (“Der Fall Romy Schneider”), De Kern/De Standaard 1992.
Romy Schneider probeerde in Parijs te ontkomen aan haar brave imago van Sissy.
In 1960 kreeg Romy in Parijs bezoek van Karlheinz Böhm, die in de drie Sissy-films haar echtgenoot keizer Franz-Josef had gespeeld. Over die ontmoeting en het gesprek schreef Böhm in zijn memoires: “Ze vertelde dat ze Delon in bed had aangetroffen met een andere man. Delon was, volgens zeggen, bisexueel. Romy was zo ongelukkig dat ze een eind aan haar leven wilde maken.”
LikeGeliked door 1 persoon
Sissie films zijn mooi.
LikeGeliked door 1 persoon