Carnaval in Gent was sociaal rumoerig 155 jaar geleden; de “hit” is “Koevoet is beter dan boelie”.
Midden jaren 1850 ging het economisch slecht: er heerste grote werkloosheid en in 1855 moesten maar liefst 22.600 Gentenaars ondersteund worden door het Liefdadigheidsbureau. Bovendien verkondigden een aantal katholieke dames van de hogere klasse, onder wie madame Joseph De Hemptinne (*), in september 1856 in de kapel van de Poortakker op hun maandelijkse bijeenkomst dat het werkvolk boven zijn stand leefde en ten onrechte klaagde. Ze konden immers veel zuiniger leven. De hooggeplaatste dames gaven enkele tips aan de arbeidersvrouwen: niet meer roken, niet meer drinken, minder stoken, minder seks, meer goedkope mossels en roggebrood, op de buiten gratis kamille- en lindebloemen trekken voor gratis thee i.p.v. koffie, meer ‘vellen’ en ‘triepen’ van het slachtafval en koevoet eten in plaats van bouillie! Het kwam tot opstootjes tegen de preek van deze ‘kakmadammen’ en de spotzieke Gentenaars lanceerden het rauwe ‘Koevoetlied’ als carnavalshit in 1857.
Joost Vandommele
Referentie
Joost Vandommele, Gent een bakermat van democratie en socialisme, Merelbeke, Stevens Print, 2016
(*) Eén van de voorouders van de Hemptinnes uit Temse. In het lied wordt aan haar gerefereerd als “madam de predikant”, omdat ze een verhouding zou hebben gehad met de pastoor. En zij gaf de voorkeur aan zijne “saucie” i.p.v. een koevoet. Het lied wordt vaak toegeschreven aan Karel Waeri, maar die moest nog vijftien jaar worden op dat moment.
dagelijks iets degelijks 