De Gentse actrice Laurette Muylaert (links op bovenstaande foto) viert morgen haar zeventigste verjaardag. In het kader van de rubriek “Aan het lijntje” heb ik haar tweemaal geïnterviewd voor De Rode Vaan, en tweemaal was dit dan als vrijgestelde van de ACOD, sector culturele activiteiten, en niet zozeer als actrice. Maar in het eerste gesprek ging het dan toch nog over Stekelbees, de groep waarvan ze zelf nog deel had uitgemaakt. Voor het tweede gesprek verwijs ik je naar hier…

De besnoeiingen van minister Poma, ze houden ons al een tijdje bezig. Maar ze komen wel op een moment dat zowat alle gezelschappen met vakantie zijn. Gevolg : weinig of geen proteststemmen uit die hoek. Alleen het kindertheater Stekelbees stuurde ons een dossiertje. Nu is Stekelbees reeds langer bekend om z’n kritische opstelling, maar in dit geval was het zeker niet toevallig dat zij de eerste waren om te reageren. Eén van de mensen die daar de motor draaiende houden is immers Laurette Muylaert, voorzitter (ze zegt het zelf in de mannelijke vorm) van ACOD-gewest Gent wat het onderdeel « culturele activiteiten » betreft (naast theater is dit ook nog opera, BRT, enz.). Verder maakt ze ook deel uit van de nationale werkgroep die zich specifiek tot het theater beperkt.
— Er zitten nogal wat tegenstrijdigheden in Poma’s besnoeiingen ?
L.M.
: Ik denk dat het vooral de taktiek is van de minister om de theaters onderling op de grootst mogelijke manier te verdelen. De kritiek op het feit dat de grote gezelschappen het zwaarst moeten inleveren zal inderdaad getemperd worden doordat vele acteurs vinden dat hun collega’s bij die gezelschappen « te veel » verdienen. Een eersteplanswedde is zogezegd een hoog loon, alhoewel dat maar overeenkomt met de BRT of andere parastatalen. Maar hij zaait ook verdeeldheid bij de kleine theaters. Sommigen krijgen meer, andere minder, en het zal dus zeer moeilijk zijn om een echte solidariteit te bewerkstelligen.
— Welke criteria werden er gehanteerd ?
M.L.
: Dat is het juist, die zijn er bijna niet. Men zegt b.v. dat Poma zelfbedruipende gezelschappen zou bevoordelen. Maar Stekelbees zou op een bepaald moment slechts 3 miljoen gekregen hebben i.p.v. 3,8 en nochtans zijn wij één van de theaters die het meeste eigen inkomsten hebben. Wij zullen alleszins naar zijn criteria vragen, maar voorlopig ziet het er naar uit dat het gewoon persoonlijke en politieke zijn. De Zwarte Komedie b.v. krijgt anderhalf miljoen méér en daarvoor zie ik enkel maar politieke redenen.
— (Met een bang hart:) En recensies ?
M.L.
: Kijk, de sleutelfiguur is eigenlijk een zekere Van Jolen, een kabinetsmedewerker die speciaal voor theater verantwoordelijk is, en ik heb de indruk dat het veel te maken heeft met persoonlijke voorkeurtjes. Hij is b.v. eens naar één voorstelling van het BKT gaan kijken en hij vond die zeer slecht. En dan is dat voor hem genoeg om een negatief oordeel te vellen. Anderzijds zijn er ook persoonlijke contacten geweest met mensen die hun eigen theatertje zijn gaan verdedigen en dan kunnen recensies b.v. wel als « bewijsmateriaal » gelden.
— Er wordt hoe dan ook gesproken over een 150-tal afdankingen…
M.L.
: Er zit een complete absurditeit in het hele spel. Volgens de richtlijnen van het ministerie mogen er immers geen afdankingen zijn. Maar dat is compleet onhaalbaar ! Als men ziet dat een gezelschap als de KNS ongeveer 46 miljoen kreeg per jaar en nu terugvalt op 37, dan is dat een zodanige besparing dat er gewoon mensen moeten afvloeien.
— Maar actie loont ?
M.L.
: Inderdaad, doordat ik in vakbondsmiddens werk, was ik nogal snel op de hoogte van de besparingsplannen, o.a. ook voor Stekelbees. Ik vind het trouwens absurd dat er op eender welk kindertheater zou worden bezuinigd, want daar is duidelijk heel veel vraag naar. Dat beantwoordt echt aan een noodzaak en anderzijds moet men toch de uitkoopsom zo laag mogelijk trachten te houden omdat kinderen geen kapitaalkrachtige groep vormen.
— Ja, daarover gesproken, nog dit als slotvraagje : terwijl de meeste acteurs het kindertheater als een springplank zien, heb jij net het omgekeerde gedaan. De foto op deze pagina b.v. komt uit « Anna Lusa », een ophefmakende Arca-productie van tien jaar geleden. Je ziet er overigens nog steeds even jong uit (Draad ! Ben je weer bezig ? nvdr). Geen frustraties ?
M.L.
: Nee nee, ik voel mij zeer goed bij Stekelbees. Na de Nieuwe Scène en zo heb ik trouwens altijd een beetje in die richting gewerkt. Stekelbees biedt veel mogelijkheden op het vlak van experimenten, dus het is echt wel boeiend werk.

96 laurette muylaert

En vijf jaar later…
Wij zijn er fier op dat wij nu reeds bijna tien jaar aan de kar trekken om een artiestenvakbond van de grond te krijgen. Buiten een paar (hopelijk boeiende) interviews en rondetafelgesprekken heeft dit echter nog niet veel opgeleverd. Onder meer omdat de bestaande vakorganisaties tot hiertoe aan één kant doof waren blijkbaar. Daarom doet het ons oprecht genoegen dat binnen de ACOD, sector culturele activiteiten, nu toch wat staat te gebeuren. We vroegen aan vrijgestelde Laurette Muylaert (vroeger actrice o.a. bij Arca en Stekelbees) vanwaar die plotse belangstelling ?
Laurette Muylaert : De aanleiding is een nota van de Nationale Rijksdienst voor Zelfstandigen waarin n.a.v. alle processen die werden gevoerd en alle adviezen van de Nationale Arbeidsraad, wordt gesteld dat alle uitvoerende kunstenaars onder de wet van 1969 vallen, dat wil dus zeggen dat Rijkssociale Zekerheid voor hen dient te worden afgedragen. Wat er dus op neerkomt dat zij moeten werken onder de vorm van een arbeidsovereenkomst. Nu, er zijn nog altijd veel artiesten die werken als zelfstandigen, meer in de variétéwereld dan in het rockmilieu, ik denk aan Nicole en Hugo, Johan Verminnen, dat soort mensen, en de mutualiteiten hebben dus de opdracht gekregen om die mensen met ingang van 1 januari 1988 te schrappen. Dat betekent dus de facto dat die mensen nu in een vacuum, in de illegaliteit leven. Uiteraard gaan wij ermee akkoord dat die mensen mettertijd Rijkssociale Zekerheid opbouwen, maar we zijn van oordeel dat ze eerst de tijd moeten krijgen om zich aan dit nieuwe gegeven aan te passen. Op de eerste plaats willen wij de muzikanten dus organiseren, opdat ze een gezamenlijk standpunt zouden kunnen bepalen, maar in afwachting vragen wij om een bevriezing van de toestand door niet repressief op te treden tegen mensen die nog als zelfstandige werken.
— Het uitbouwen van een Sociale Zekerheid die helemaal tegemoet komt aan de verzuchtingen van de artiesten zal inderdaad een hele tijd in beslag nemen en een tijdelijk regeling drong zich dus op…
L.M. :
Ja maar pas op, wij hebben daar wel een deadline op geplaatst, namelijk 1 januari 1989. We willen dus wel een voorlopige bevriezing van de toestand, maar we willen die zeker niet behouden want die is verre van ideaal. Het is inderdaad beter dat de artiesten onder de wet van ’69 vallen, maar geef ons dan de tijd om die omschakeling te verwezenlijken. Zo zouden we b.v. een centraal sociaal secretariaat kunnen uitbouwen, want op dit moment is het zo dat zowel een duivenmaatschappij die een groep wil laten optreden als een jeugdclub of noem maar op, nu allemaal « werkgevers » zijn. Maar die hebben dan allen verschillende kassen voor kinderbijslag of wat weet ik nog allemaal. Administratief is dat natuurlijk een enorme soep. Om dit te verwezenlijken zal de overheid natuurlijk haar verantwoordelijkheid moeten opnemen naar die mensen toe. Het gaat toch niet op dat alleen klassieke muziek wordt gesubsidieerd b.v.
— Het bundelen van de krachten zal ook noodzakelijk zijn en we zitten in ons land nu eenmaal met de verzuiling…
L.M. :
Ja, maar het zal gebeuren via een v.z.w. « Cultuurwerk » die wel meer neutraal zal zijn, ook al wordt die (voorlopig) beheerd door ACOD. Normaal werken wij voor de cultuur altijd in gemeenschappelijk front, maar in de praktijk moeten wij vaststellen dat de andere vakbonden op dit vlak nog niet veel hebben gepresteerd.
— Zal heel die regeling uiteindelijk niet ten nadele zijn van jeugdclubs of socioculturele organisaties? Tenslotte zullen ZIJ het zijn die omwille van de sociale bijdrage hogere gages zullen moeten betalen…
L.M. :
Dat is inderdaad het grote probleem. Zoals de toestand nu is, zal dat leiden tot een verhoging van de uitkoopsommen. Het komt er dus juist op aan een formule te vinden dat de artiesten hun eigen werkgever worden. Maar daarvoor is het noodzakelijk dat er meer middelen worden vrijgemaakt. Het geld waarmee wij deze werkgroep nu opstarten is afkomstig van een conventie tussen de BRT en het kabeldekreet in Nederland. Dat zijn gelden die eigenlijk aan de uitvoerende kunstenaars toebehoren maar voorlopig door de vakorganisaties worden beheerd. Het ACV heeft daarmee een toneelproductie opgezet rond kardinaal Cardijn, wijzelf vonden het beter daarmee deze service uit te bouwen omdat die iedereen ten goede kan komen en niet enkel de mensen die aan die productie hebben meegewerkt.
Wie om de een of andere reden, zij het als artiest of als organisator, of wat dan ook, in deze problematiek geïnteresseerd is kan terecht bij de ACOD, sector culturele activiteiten, op het nummer 02/514.14.00.

Referenties
Jan Draad, Laurette Muylaert aan het lijntje, De Rode Vaan nr.32 van 1983
Jan Draad, Laurette Muylaert aan het lijntje, De Rode Vaan nr.5 van 1988

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.