Het is morgen precies vijftig jaar geleden dat de musical “Grease” van componist Warren Casey en librettist Jim Jacobs in première ging op Broadway. Alhoewel de musical grondig verschilt van de film van Randal Kleiser uit 1978, wil ik hier toch nog eens mijn lofzang op de film afprinten, gevolgd door een teleurstellende opvoering van de musical zelf door Theater Arena in de jaren tachtig. Aangezien ik nooit de originele musical heb gezien, weet ik niet of Arena toen afbreuk heeft gedaan aan deze musical, dan wel of de musical als zodanig toch minder aantrekkelijk is dan de filmversie. Ik gok op het tweede, maar toch: zonder de musical ook geen film, dus ik blijf een dankbare fan!

In tegenstelling tot wat van een “coole” gast zoals mij wordt verwacht, was ik een grote fan van “Grease” (*). Zowel van de film, die ik toch wel al een vijftal keer moet hebben gezien, als van de muziek. Ik heb dan ook zowel voor De Rode Vaan, De Voorpost als de aptly named Sloebergazet wel iets geschreven, ofwel over de film of over de dubbelelpee. Telkens wel geen uitgebreide bijdragen. Daarom heb ik een poging gedaan om ze allemaal te integreren. Dat zal wel niet makkelijk lukken, maar wie niet waagt, niet wint.
De nieuwste succesfilm van John Travolta wordt overal geafficheerd als een “disco-film” in de trant van “Saturday night fever” of “Thank God it’s Friday” en de titelsong (geschreven door Beegee Barry Gibb) doet ook z’n best in die richting, maar gelukkig is “Grease” géén disco-product.
Neen, het is een uitstekende parodie (“Look at me, I’m Sandra Dee”) op de jeugd in de late jaren vijftig wanneer rock al een beetje begint te verwateren en sentimentele tear-jerkers (“Sandy, “Hopelessly devoted to you”, “It’s raining on prom night”, “Alone at a drive-in movie”) aan de orde van de dag zijn.
Toch horen we ook goede rocknummers, niet zozeer de coverversie van Sha-na-na, maar wel de pastiches van bekende nummers (“Greased lightning”, “Born to hand-jive”: uit de titels alleen al kan je het origineel afleiden), dit alles “getopt” door het grandioze “You’re the one that I want” van de twee hoofdrolspelers Olivia Newton-John en John Travolta zelf (dat echter niet in de originele musical zit, het is, net als “Hopelessly devoted to you”, een compositie van John Farrar, waarmee Olivia Newton-John van 1971 tot 1989 heeft samengewerkt).
En dan heb ik het schitterende “Summernights” nog niet vermeld of “We go together”. Niet alle liedjes uit “Grease” zijn echter even bekend. Zo ondermeer “There are worse things I could do”, gezongen door de actrice Stockard Channing die in de film Betty Rizzo speelt. Betty is het zwartharige meisje dat jaloers is op de blonde Sandy (Olivia Newton-John) omdat zij Danny Zuko (John Travolta) niet kan “krijgen” (**). Ze begint dan maar te vrijen met Danny’s beste vriend Kenickie (Jeff Conaway). Op een bepaald moment vermoedt ze dat ze zwanger is. Ze vertelt het tegen een vriendin, maar deze verspreidt het gerucht door heel de school. Er wordt nogal gelachen met de ongelukkige Betty (***). Ze wordt zo kregelig dat ze zelfs Kenickie afwijst, al vindt die het niet zo erg dat ze een kind verwacht van hem. Al doet Betty zo hooghartig tegenover hem, toch houdt ze nog van hem en zou ze graag hebben dat het weer “aan” was. Daarover gaat het in het lied “There are worse things I could do”:
Er zijn ergere dingen die ik zou kunnen doen
Dan met een jongen of twee vrijen
Zelfs al denkt de buurt dat ik gemeen ben en slecht
Ik veronderstel dat dit wel zo kan zijn
Maar er zijn toch ergere dingen die ik zou kunnen doen.
Ik zou met alle jongens kunnen flirten
Naar hen lachen en knipoogjes geven
Mij tegen hen aandrukken als ik met ze dans
Ze de indruk geven dat ze een kans maken
Maar als het er op aankomt “neen” zeggen,
Dat is iets wat ik nooit zou doen.
Ik zou elke avond kunnen thuisblijven
En wachten op de Prins van mijn dromen
Elke dag een koude douche nemen
En mijn jong leven zo maar laten voorbijgaan
Wachtend op een droom die toch nooit uitkomt.
Ik zou iemand als mij kunnen kwetsen
Uit nijd of jaloersheid
Ik steel niet en ik lieg niet
Maar ik heb ook mijn gevoelens
Ik kan ook wenen
Ik durf wedden dat je dat nooit had gedacht
Maar wenen terwijl jij het ziet
Dat is het ergste wat ik zou kunnen doen.

CONTROVERSE
Niet helemaal onverwacht maakte Lode De Pooter brandhout van de film (en noemde het tóch een discofilm, ondanks het feit dat mijn platenrecensie voorafging aan zijn filmbespreking), maar de plaat druk ik alleszins aan mijn boezem, net zoals ik dat ook met mijn lief zal doen, achteraan in de bioscoopzaal waar “Grease” loopt…
In tegenstelling tot de “serieuze critici” vind ik de film immers best genietbaar. Als ontspanningsfilm mag hij er zijn. Travolta en Newton-John kunnen niet acteren, dat weet ik ook, maar moeten ze dat wel doen? Moeten ze niet gewoon zichzelf zijn (d.i. onnozel)? Dansen kunnen ze (ongetwijfeld dankzij intelligent knip- en plakwerk van de filmmonteur), maar om nu te gaan beweren “we waren net Fred Astaire en Ginger Rogers” zoals Olivia doet in Knack, dat is er wel ver over.
Trouwens, ik heb het persoonlijk meegemaakt dat een filmcriticus eigenlijk positiever staat dan dat hij schrijft… of durft te schrijven (****). Het is nu eenmaal in om “Grease” af te breken. Daarom was het des te verrassender dat “Kontakt”, het blad van de ABVV-kadetten, er een soort van themanummer aan wijdde. William Ploegaert wijdt zo uitvoerig en zo lovend uit over het “Travolta-fenomeen” (*****) dat de redactie een soort van rechtzetting publiceert. Ze vraagt ook om “drieste reacties”. Wel, hier is de mijne.
Ploegaert argumenteert zijn belangstelling vanuit een anti-intellectueel standpunt. Net als punk ontlokt disco “laagdunkende woorden van deze individuen,” schrijft hij. Het ingaan tegen trends is inderdaad een trend op zichzelf geworden. Punk afkeuren blijkt echter heel wat meer moed te vergen dan disco verguizen. De twee over dezelfde kam scheren lijkt mij dan ook onzinnig. Punk is in Vlaanderen wel degelijk een “intellectueel” verschijnsel en daaraan kan Ludo Mariman van The Kids ook niets verhelpen.
Ploegaert komt trouwens verdomd intellectueel uit de hoek als hij stelt: “Bij mijn weten heeft nog niemand gewezen op de overduidelijke overeenkomst tussen het begin van de economische crisis (1971/’73) en de escalatie van het disco-fenomeen.” Bij mijn weten was die relatie zo overduidelijk dat ze reeds afgezaagd was. Als ook Ray Manzarek van The Doors dat dan nog eens poneerde in het interview dat ik met hen had, heb ik het maar liever weggelaten ten voordele van relevanter informatie…
ARENA
Maar in 1985 is het dus geen hattrick geworden in het Gentse musicaltheater Arena. Na een meer dan behoorlijke “Song” en “Superstar” is men toen uitgegleden over de smeer van “Grease“.
Laten we echter verzachtende omstandigheden pleiten. Vergeet immers de film met John Travolta en Olivia Newton-John want dat is zowel wat scenario als muziek betreft een sterk afwijkende versie. En, het dient gezegd, de producers van de film wisten waarom ze die wijzigingen doorvoerden !
Het boy meets girl-verhaaltje heeft werkelijk niets om het lijf (tenzij een jeansbroek en een leren jekker). Verder was de oorspronkelijke regisseur (z’n naam ben ik kwijt, maar het was een Zak) de laan uitgestuurd en moest Jaak Van de Velde noodgedwongen wel verder werken met het vreselijke flipperkast-decor van Jacques Berwouts.
Ook zitten er nogal wat debutanten van Studio Herman Teirlinck in deze productie en uiteraard hebben deze mensen nog weinig plankenvastheid. Al dient gezegd dat Bien De Moor, net als haar tegenspeler Jo De Backer, wel de noodzakelijke fysieke présence had.

Ronny De Schepper

(*) Vele jaren later zou ik daarin bijgetreden worden door niemand minder dan Robbie Williams. Die ziet zelfs een remake wel zitten met hemzelf in de rol van Danny en Kylie Minogue als Sandy (maar dit laatste zal wel een grap geweest zijn).
(**) In 2002 zou ze zelfs de hoofdrol vertolken in “Confessions of an ugly stepsister” van Gavin Millar. Het weze haar gegund, maar qua typecasting is dit er toch ver over!
(***) Dit is het fragment uit de Sloebergazet die voor kinderen was bedoeld. Vandaar het ietwat gesimplifieerde taalgebruik.
(****) Ik neem aan dat ik hiermee de genoemde Lode De Pooter bedoel.
(*****) Na “Grease” nam John Travolta de single “Big trouble/Razzamatazz” op (Vogue 45MD1129). “Twee nummers in de stijl van Grease (en trouwens afkomstig van de elpee met daarop ook “Sandy” en “Greased lightning”), maar zeker niet zo goed.” aldus Jan Segers in De Voorpost van 26/1/1979. De naam Greased Lightning is overigens een knipoog naar de hond waarop Tony Curtis en Jack Lemmon al hun geld verwedden in “Some like it hot” en waardoor dus het hele avontuur met de verkleedpartij van start gaat.

Referenties
John Travolta, Olivia Newton-John e.a., Grease, Polydor-RSO, 2658 125
De oorspronkelijke cast van de musical: Barry Bostwick, Walter Bobbie, Adrienne Barbeau, Don Billet, Jim Borrelli, Katie Hanley, Marya Small, Timothy Meyers, Tom Harris, Dorothy Leon, Garn Stephens, Carole Demas. Director: Tom Moore. Choreographer: Patricia Birch. Musical Director: Louis St. Louis. Total Performances: 3.388.
Ronny De Schepper, Uitgegleden over de smeer van “Grease”, De Rode Vaan nr.9 van 1985
Sedert 2016 kennen we de grootste hit uit deze film (“You’re the one that I want” dus) ook in de versie van wielrenner Peter Sagan met zijn lief…
17 peter sagan in grease

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.