Het is morgen ook al twintig jaar geleden dat de Spaanse bariton Vicente Sardinero is overleden.
Hij werd geboren in Barcelona en begon als Zarzuela-zanger. In 1967 won hij de eerste prijs in de Verdi-competitie in Bussetto, waarop een jaar later zijn debuut volgde in de Scala van Milaan als Lord Ashton in “Lucia di Lammermoor”. Daarna kreeg hij een contract van vijf jaar aangeboden bij de Weense Staatsoper, terwijl hij uiteraard bleef optreden in diverse Italiaanse operahuizen. In april 1977 zong hij in Carnegie Hall Frank in Puccini’s “Edgar” naast Renata Scotto en Carlo Bergonzi, waarna hij een jaar later zijn debuut maakte in de Metropolitan. Ik kwam hem tegen bij de opnames van “La Bohème” gedirigeerd door Alexander Rahbari. Daarin zingt hij een overtuigende Rodolfo, al weigert de koffiemachine van hem te bedienen. Tijdens de opnames is het duidelijk dat Sardinero de “routinier” in het gezelschap is. Hij heeft “Manon Lescaut” reeds opgenomen met Monserrat Caballé en Placido Domingo. Miriam Gauci kende hem trouwens nog van Barcelona, waar ze samen in “La Bohème” zaten. Marcel Rosca was daar trouwens eveneens van de partij. The baritone died in the village of Villafranca del Castillo, near Madrid, in his sixty-fifth year.
Ronny De Schepper