Morgen is het al 140 jaar geleden dat de Britse schrijfster Virginia Woolf werd geboren als Virginia Stephen, dochter van de literator Lesley Stephen (o.m. de ontdekker van Robert Louis Stevenson).

Haar moeder en haar halfzus Stella stierven toen ze nog een tiener was, terwijl ook haar vader wegkwijnde van de kanker. De eenzame Virginia vluchtte dan maar in zijn uitgebreide bibliotheek en werd een van de meest belezen vrouwen aller tijden. Haar feministisch engagement kwam o.m. voort uit het feit dat ze ooit uit de Oxbridge Library is gezet omdat ze een vrouw was. (*)
Na de dood van haar vader in 1904 verhuisde de 22-jarige Virginia met haar zus Vanessa naar een huis in de Londense wijk Bloomsbury. Een jaar later begon ze bijdragen te leveren voor The Times Literary Supplement en in 1912 huwde ze de “linkse” (**) journalist Leonard Woolf. Vanaf dan werd hun huis in Bloomsbury een centrum van de Engelse avant-garde, die dan ook The Bloomsbury Group werd genoemd. Ze hadden ook een eigen uitgeverij (Hogarth Press). Hier werd in 1930 “Winter Movements” uitgegeven, een dichtbundel van Julian Bell, de zoon van haar zus Vanessa (de schilderes van bijgevoegd portret van Virginia).
In het midden van de jaren dertig wordt Julian (toen 28 jaar oud) professor Engelse literatuur aan de universiteit van Wuhan. Hij wordt er verliefd op Ling, de vrouw van een collega. Deze onmogelijke liefde, waarbij Ling Julian inwijdt in “de kunst van het slaapvertrek”, wordt veel later (1999) tot de roman “K” (K staat als elfde letter van het alfabet wegens het feit dat Ling de elfde minnares is van Julian) verwerkt door Hong Ying (°1962). Aangezien dit liefdesverhaal zich afspeelt tegen het licht van de Grote Mars en Ying wreedheden aan beide kanten van het conflict beschrijft, is het boek in China verboden. Bell zelf sterft in 1937 in de Spaanse Burgeroorlog als vrijwilliger bij het Republikeinse Leger.
In 1915 publiceert Virginia Woolf haar eerste roman, “The Voyage Out”, die net als de vier volgende nog eerder “traditioneel” is. Vanaf “Jacob’s Room” (1922) begint ze echter te experimenteren met de stream of consciousness-techniek. Toch is ze vooral bekend van “Orlando”, over een androgyne vrouw, geïnspireerd op haar geliefde Vita Sackville-West. In 1996 zou de psychoanalyste Jacqueline Harpman een boek schrijven onder de titel “Orlanda”, terwijl terzelfdertijd in het Théâtre du Rideau de Bruxelles het stuk “Vita & Virginia” liep van Eileen Atkins, in een vertaling van Liliane Wouters.
Vita’s zoon Nigel Nicolson doet onder de misleidende titel “Portrait of a marriage” een boekje open over Vita’s (daaraan voorafgaande) passie voor Violet Keppel, eveneens een schrijfster, bekend onder de naam Trefusis (van haar impotente man Denys Trefusis). Nigel Nicolson (als jongste zoon van Vita en Harold Nicolson) vond de geschriften in haar nalatenschap. Tien jaar heeft hij erover gedaan (tussen 1962 en 1973) om te besluiten ze te publiceren – niet helemaal ten onrechte want literair gezien is het niks waard, maar dat was zijn zorg niet. Hij vroeg zich af of dit wel openbaar mocht worden gemaakt. Volgens hem waren er aanwijzingen dat Vita het heeft gewild, maar juist omwille van die magere kwaliteit ben ik daar niet zo zeker van. Hoe dan ook, toen hij toch besloot het te doen, kreeg hij (zelfs in 1973 dus) nog erg veel tegenwind. Niet enkel kwam de biseksualiteit van zijn moeder open en bloot te liggen (eigenlijk was ze wel degelijk lesbisch, na de geboorte van hun twee zonen had het paar geen seksuele betrekkingen meer; kort daarna had ze nog eens een mannelijke minnaar, Geoffrey Scott, maar voor het overige had ze seksueel alleen maar belangstelling voor haar eigen geslacht), hij voegde er meteen ook de homoseksualiteit van zijn vader aan toe. Nu was dat zelfs ten tijde van de gebeurtenissen (tijdens en na de Eerste Wereldoorlog) een publiek geheim (vooral door het toedoen van Vita, die nogal buitenissig was – ze kleedde zich b.v. soms als man, Harold daarentegen was veeleer terughoudend en heeft dan ook een onberispelijke diplomatieke carrière achter de rug), maar toch is Engeland blijkbaar nog altijd puriteinser dan de paus. Daarom heeft Nigel uiteindelijk misschien toch nog gelijk. Zijn voornaamste reden was immers de homo-emancipatie te bevorderen.
Van Virginia Woolf (die ook “bevriend” was met Maria Nys, de Vlaamse vrouw van Aldous Huxley) wordt gezegd dat ze zó egocentrisch was dat de Eerste Wereldoorlog gewoon aan haar voorbijging. Dat het leed van de soldaten in de loopgraven in haar ogen niets voorstelde vergeleken met de Weltschmerz waarvan zijzelf het slachtoffer was. Van collega-schrijfster Katherine Mansfield (van lagere afkomst) vond ze dat ze “stonk als een straatkat”. De voornaamste aantrekkingskracht van Vita Sackville-West lag in Woolfs ogen dan ook niet in haar borsten, zelfs niet in haar hersenen, maar wel in haar samengestelde familienaam!
In 1941 wandelde ze, met stenen verzwaard in de Ouse, het riviertje vlakbij haar buitenverblijf in Sussex. Officieel deed ze dat omdat ze een Blitzkrieg van de nazi’s vreesde. Anderzijds had haar man Leonard ook beloofd zelfmoord te plegen, maar hij deed het toch maar mooi niet. Pas tegen het einde van de twintigste eeuw kwamen psychiaters tot de conclusie dat de zelfmoord te wijten was aan “cyclothymie”, een ziekte waaraan Woolf zou hebben geleden (manisch-depressief zijn gekoppeld aan de jaargetijden). Deze ziekte zou dan op haar beurt een gevolg zijn van het feit dat ze in haar jeugd was verkracht door haar zestien jaar oudere halfbroer Gerald Duckworth.

Ronny De Schepper

(*) De Engelse popgroep Shakespeare’s Sister dankt zowaar hun naam aan haar. Ze vraagt zich in haar werk immers af wat er zou gebeurd zijn als Shakespeare “a wonderfully gifted sister, called Judith” gehad zou hebben. En ze antwoordt zichzelf: ze zou “certainly have gone crazed, shot herself, or ended her days in some lonely cottage outside the village, half witch, half wizard, feared and mocked at”.
(**) “Ze keren zich tegen de conventies van de middenklasse, maar zijn even wreed tegen hen die not one’s own kind zijn: bij de arbeidersklasse betreuren ze het gebrek aan goede manieren. Ze behouden hun aristocratische gereserveerdheid, het is een besloten wereld van snobs uit de upper class.” (Mark Gielen in DS Magazine 2/10/1998)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.