Honderd jaar geleden (*) startte de fameuze Cercle Royal des Concerts d’Hiver, die zich nu wellicht eerder nillens dan willens de Koninklijke Kring der Winterconcerten dient te noemen, met haar concerten waarbij ze vooral aandacht hadden voor steeds hetzelfde romantische repertoire (zelfs muziek die daarbuiten valt, wordt op de typische gezwollen pathetische manier vertolkt) dat de trouwe abonnees in verrukking brengt.

Sommigen lijken wel abonnees van het eerste uur, zodanig dat in de stille passages het gekuch, geblaas en geschuifel wel eens storend wil werken. Misschien is voor dit publiek wel het beroemde zinnetje in de programmaboeken van het Festival van Vlaanderen bedoeld dat men niet mag kuchen tijdens de uitvoering, maar anderzijds ben ik bang dat sommigen door zich in te houden een onverwacht rendez-vous met Piet met de Zeis tegemoet zouden gaan. Bovendien wordt er ook menig uiltje gevangen, wat niet langer als beledigend voor de uitvoerder dient te worden beschouwd sedert Gerard Mortier zijn beruchte uitspraak lanceerde dat er geen beter compliment is dan op heerlijke muziek in slaap te vallen. (**) Vandaar misschien dat het precies déze mensen zijn die na afloop vaak het hardst in de handen klappen.

Daarom doet het ons enorm veel genoegen dat naar aanleiding van het eeuwfeest zowaar de barokmuziek in authentieke uitvoering haar intrede doet. Op 21 november 1995 vertolkte La Petite Bande onder de leiding van Sigiswald Kuijken immers vier orkestsuites van J.S.Bach. Het seizoen werd echter reeds feestelijk geopend op 24 oktober met “Die Schopfung” van Haydn, uitgevoerd door solisten, koor en orkest van Düsseldorf. Later op het seizoen kregen we dan nog twee Nederlandse orkesten. Het Brabants Orkest bracht op 29 januari vooral een Berlioz-programma, terwijl het Nieuw Sinfonietta uit Amsterdam naast Mozart en Brahms op 28 maart zowaar ook een hedendaags werk bracht van de Georgiër Gija Kantsjeli, de “composer in residence” van het Filharmonisch Orkest van Vlaanderen.
Vorig jaar werd het concert van Sigiswald Kuijken dermate een succes dat voor de volgende jaargang niet minder dan twee Vlaamse reuzen uit deze muziekrichting werden uitgenodigd. Vooruitlopend op het Schubertjaar opende Jos Van Immerseel met zijn Anima Eterna op 23 september de abonnementsreeks met twee Schubert-symfonieën (en daarbij ook nog het 12de klavierconcerto van Mozart) en de Gentenaar Philippe Herreweghe sluit met een oratorium van Carl Philipp Emanuel Bach de reeks af op 6 maart. Tussendoor krijgen we op 21 januari nog het uitstekende orkest uit Halle (ex-DDR) met eveneens een Schubert-symfonie (naast een klavierconcerto van Brahms) en op 18 februari de Camerata Academica Mozarteum Salzburg, geleid door niemand minder dan Sylvain Cambreling, de man die onder Gerard Mortier het mooie weer maakte in de Munt. De eerste twee concerten hebben plaats in het operagebouw, de laatste twee in de Bijlokehal.
Met dit allemaal in het achterhoofd hadden we een gesprek met de huidige directeur van de Winterconcerten, Hubert de Kemmeter, vooraan in de zestig, zelfstandig ingenieur en zoals hijzelf zegt: melomaan van kindsbeen af. “Ik kan geen partituur lezen, maar ik hou van klassieke muziek. Ik kocht reeds heel vroeg platen, nog van die oude, erg breekbare 78 toeren, maar ik ging eigenlijk weinig naar concerten. Tot ik zo’n zestien jaar geleden door de toenmalige voorzitter werd gevraagd om de Winterconcerten uit het slop te helpen. Baron François Verhaegen had juist zijn ontslag gegeven en ikzelf had als ingenieur een aantal organisaties tot een goed einde gebracht. Ik heb de boot eerst nog een tijdje afgehouden, want het is toch wel een zware taak en zoals gezegd was ik niet echt thuis in het klassieke wereldje, maar toen het er na acht jaar en dus ook acht jaar voor het eeuwfeest naar uitzag dat de Winterconcerten wel eens de kaap van de honderd niet zouden kunnen halen, heb ik het toch aanvaard, uit respect voor het werk van al mijn voorgangers. Ik vond dat men dit niet verloren mocht laten gaan. Ook als een soort van morele verbintenis ten overstaan van het publiek.”
“Het grote probleem was dat ondanks die staat van verdienste we toch altijd een soort van amateurs waren gebleven en dat het klassieke concertwereldje nu ook uiterst professioneel diende te worden gerund. Neem nu alleen nog maar het programmeren in functie van de data dat de opera nog beschikbaar is. Dat wordt steeds moeilijker. Toch wilden en willen wij die band met de opera behouden en wijken wij slechts node uit naar de Bijloke of naar het ICC. Gent beschikt overigens nog steeds niet over een echt geschikte concertzaal. Ook in de opera zijn er problemen. Op het vijfde balcon is de akoestiek b.v. nog altijd zeer goed en kan men dus voor amper 300 fr. een uitstekend concert bijwonen – dat is dus hetzelfde wat ik betaal voor een staande volksplaats achter de goal op A.A.Gent – maar het is waar dat men van de uitvoerders zelf niet veel te zien krijgt. Tenslotte kon men vroeger zelfs voor 8 fr. naar de Winterconcerten!”
– Jazeker, maar dan is de vraag hoeveel die 8 fr. vertegenwoordigde. Hoeveel kostte toen b.v. een brood?
“Daar heb ik geen enkel idee van.”
– U weet dan ook niet welke mensen er naar die concerten kwamen?
“Nee, maar dat kunt u allemaal lezen in de drie boekjes die in de loop der jaren werden uitgegeven. Daarin staat trouwens ook informatie over het concertleven in Gent in het algemeen.”
– Toch kan niet worden ontkend dat het ooit de concerten voor de verfranste burgerij waren en nu worden ze georganiseerd in samenwerking met het Festival van Vlaanderen! Een ware revolutie!
“Dat vind ik niet. Het is een kentering. Het heeft mede te maken met het feit dat een aantal mensen vonden dat de Winterconcerten niet mochten verdwijnen. Daarom zijn wij op de idee gekomen samen te gaan werken met de grootste concertorganisator in ons land om het publiek kwaliteitsconcerten te blijven bieden. Het is nu vooral de bedoeling jongeren aan te trekken, kinderen en kleinkinderen van de leden. Het muziekleven in gezinsverband.”
– Dat schijnt zich dus ook te vertalen in de concerten zelf, want tot voor kort hielden de Winterconcerten nog volop vast aan de periode waarin ze waren opgestart, namelijk het romantische beeld van de musicus als virtuoos.
“Wij zoeken inderdaad een elan, een vernieuwing om iets complementair bij te brengen bij de vertolkers. Wij denken b.v. ook aan inleidingen op de concerten, iets wat overigens ook reeds in de negentiende eeuw gebeurde.”
– Bij de oprichting bracht men ook heel expliciet “hedendaagse muziek”, maar toen was de kloof natuurlijk niet zo groot tussen componist en publiek.
“Wagner werd b.v. tijdens de Winterconcerten zeer veel gespeeld. Alhoewel hij een operacomponist is, werd hij b.v. meer uitgevoerd dan Schubert of Schumann.”
– Toen men over een eigen orkest en koor beschikte, hadden die mensen wellicht toch wel meer werk dan enkel die vier concerten?
“Ja, maar daarvoor moet ik u ook weer naar die boekjes verwijzen.”
– Vóór die samenwerking met het Festival stond u zelf in contact met de impressariaten. Anecdoten?
“De voornaamste taak van die impressariaten is dat ze ook instaan voor vervangers als solisten of dirigenten wegvallen. Daarmee hebben we allebei te maken gehad, maar dat is uiteindelijk toch goed afgelopen. Alleen vielen er soms wat repetities weg. Maar de spanning van een live-concert is er altijd hoor. Er kan altijd iets verkeerd lopen. Daarom deed ik ook altijd mijn ronde, zoals vroeger op de fabriek. En soms vind je dan b.v. projectoren in een loge, waar zes abonnees worden verwacht. Maar mijn voorganger Desprechins die 35 jaar voorzitter is geweest, die heeft tal van anecdoten meegemaakt. Een Rus die in Zaventem landt en als een diva flauwvalt. En dan zeggen: maar het concert gaat toch door! Anderzijds heeft hij het ook meegemaakt dat Katsjatoerian na een concert aan een barpiano gaat zitten en daarop zijn Sabeldans ten beste geeft.”
“Welk concert ik graag nog eens zou organiseren? Een jubelconcert in een kerk met een orkest gedirigeerd door Bernard Haitink, met de nadruk op de blazers, vooral dan in relatie tot het orgel. Of Zubin Mehta, maar die kunnen we niet betalen. Ik vind ook dat we kansen moeten geven aan mensen, die nog niet zo bekend zijn. Destijds kreeg Rudy Werthen bij ons een kans, toen hij in de Elisabethwedstrijd de prijs had gewonnen, die toevallig door onze voorzitter Desprechins was geschonken (zie het boek van Fred Brouwers). Ulrike Anima-Mathé is zelfs tweemaal naar de Winterconcerten gekomen, vijf jaar voor ze haar prijs heeft behaald in de Elisabethwedstrijd. En zo denk ik nu b.v. aan Paul Klinck, een harde werker en daarvoor heb ik steeds veel respect. Men gaat dan ook kijken naar de mens, niet enkel naar de musicus. Dat is dus een jongen waarmee ik een goede relatie heb. Ik heb hem dan ook al eens een strijkkwartet laten brengen.”
“En mijn mooiste herinnering? Het laureatenconcert van de Elisabethwedstrijd 1992, waarbij de pianisten Frank Braley, Stephen Prutsman en Brian Ganz alle drie tegelijk op het podium zaten in het ICC zonder dat er zich ook maar de geringste problemen voordeden. Ook aan de opname van de bijhorende CD in Studio Steurbaut heb ik goede herinneringen. Maar anderzijds ook aan Sigiswald Kuijken b.v.”

Referenties
RONNY DE SCHEPPER, Opnieuw Winterconcerten, Het Laatste Nieuws 9 oktober 1993
RONNY DE SCHEPPER, Programmatie bekend van de Winterconcerten, Het Laatste Nieuws 15 oktober 1994
RONNY DE SCHEPPER, Beethoven opent Winterconcerten, Het Laatste Nieuws 12 november 1994
RONNY DE SCHEPPER, Winterconcert, Het Laatste Nieuws 7 maart 1995
RONNY DE SCHEPPER, Winterconcerten 100, Het Laatste Nieuws 26 augustus 1995
RONNY DE SCHEPPER, Winterconcerten staan te boek, Het Laatste Nieuws 5 september 1996
RONNY DE SCHEPPER, “Eigenlijk zijn wij altijd liefhebbers gebleven”, Het Laatste Nieuws 3 januari 1997

(*) Op het moment dat het artikel is geschreven. Dat maakt nu dus 125 jaar.
(**) Naar analogie met het bekende religieuze gezegde zingen is twee keer bidden zou men misschien kunnen zeggen slapen is twee keer genieten!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.