Op 19 december 1961 ging “The children’s hour” van William Wyler in première. De film werd uitgebracht als The Loudest Whisper in het Verenigd Koninkrijk.
Karen (Audrey Hepburn) en Martha (Shirley MacLaine), twee jonge leraressen, leiden een meisjespensionaat in een landelijke omgeving. Op een dag krijgen ze een nieuwe leerlinge, Mary (Karen Balkin), een vroegrijp kind dat na de dood van haar ouders door haar grootmoeder (Fay Bainter) wordt opgevoed. Mary is een lastig kind dat met haar klasgenoten niet kan opschieten. Op een dag luistert ze een ruzie af tussen Martha en haar tante (Miriam Hopkins), ook een lerares op de school. Ze hoort de beschuldiging van de tante dat Martha een “meer dan normale” interesse heeft voor Karen. Mary vertelt hierop aan haar grootmoeder dat ze Karen en Martha heeft zien liefkozen. Alhoewel Karen en haar aanbidder Dr.Cardin (James Garner) haar steunen, pleegt Martha, als de school daardoor leegloopt, zelfmoord. Karen verlaat na haar dood zowel haar minnaar als het stadje, ook al komt het bedrog aan het licht.
Het toneelstuk van Hellman is geïnspireerd op het waargebeurde verhaal uit 1810 van twee Schotse onderwijzeressen, juffrouw Marianne Woods en juffrouw Jane Pirie, wier leven verwoest werd toen een van hun leerlingen hen ervan beschuldigde een seksuele relatie aan te gaan, maar in het Schotse geval wonnen ze uiteindelijk. hun rechtszaak, hoewel dat niets veranderde aan de verwoesting die hun leven had aangericht. Ten tijde van de première van het stuk (1934) was de vermelding van homoseksualiteit op het podium illegaal in de staat New York, maar de autoriteiten kozen ervoor het onderwerp over het hoofd te zien toen de Broadway-productie door de critici werd geprezen.
Deze versie werd door Wyler reeds verfilmd in 1936 als “These Three” met Merle Oberon en Miriam Hopkins in de hoofdrollen, maar toen kwam het eigenlijke onderwerp feitelijk niet ter sprake. Omdat de Hays Code, die van kracht was ten tijde van de productie van de film, een film nooit zou toestaan zich te concentreren op of zelfs maar te verwijzen naar lesbische gevoelens, contracteerde Samuel Goldwyn, de enige producent die geïnteresseerd was in de aankoop van de rechten, Hellman om haar toneelstuk te veranderen in de leugen dat één van de twee leraressen met de verloofde van de ander naar bed was geweest. Omdat de productiecode desondanks Goldwyn verbood de oorspronkelijke titel van het stuk te gebruiken, werd deze gewijzigd in The Lie en vervolgens in These Three.
Tegen de tijd dat Wyler in 1961 klaar was om de remake te filmen, was de Hays Code geliberaliseerd zodat scenarioschrijver John Michael Hayes de oorspronkelijke aard van de leugen kon herstellen. Afgezien van het feit dat Martha zichzelf ophing in plaats van zichzelf neer te schieten zoals in het stuk, bleef hij trouw aan Hellmans werk en behield hij aanzienlijke delen van haar dialoog.
In de documentaire The Celluloid Closet uit 1995 zei Shirley MacLaine nochtans dat zij en Audrey Hepburn nooit over de vermeende homoseksualiteit van hun personages hadden gesproken. Ze beweerde ook dat Wyler enkele scènes had verwijderd die zinspeelden op Martha’s liefde voor Karen uit voorzorg voor kritische reacties op de film.
Wyler doorbrak een onofficiële zwarte lijst door de acteur James Garner te casten, en Garner verscheen de daaropvolgende decennia gestaag in films en televisieshows, waaronder onmiddellijk hoofdrollen in vier grote films die in 1963 werden uitgebracht: The Great Escape with Steve McQueen, The Thrill of It All met Doris Day, The Wheeler Dealers met Lee Remick en Move Over, Darling opnieuw met Day.
Het oorspronkelijke toneelstuk is dus geschreven door Lilian Hellman, die in de film “Julia” van Fred Zinneman uit 1977 gestalte wordt gegeven door Jane Fonda. De Julia uit de titel is een Oostenrijkse jeugdvriendin (gespeeld door Vanessa Redgrave, die hiervoor een oscar kreeg), die actief was in het verzet tegen Hitler, tot ze door de nazi’s wordt omgebracht. Hellman had met haar een lesbische verhouding, al had ze anderzijds ook een verhouding met romanschrijver Dashiell Hammett (in de film gespeeld door Jason Robards). Als in de film van Zinneman een journalist nochtans het woord “lesbisch” laat vallen, krijgt hij van Fonda een draai om de oren.
Dashiell Hammett (geboren in 1894) creëerde de privé-detective Sam Spade in “The Maltese Falcon” (1930) en “The Glass Key” (1931), maar hij creëerde ook een veel “luchtiger” detective, zo luchtig zelfs dat hij “the thin man” werd genoemd. William Powell incarneerde zes films lang de drankzuchtige detective Nick Charles, geflankeerd door Myrna Loy als zijn frivole vrouw Norah (het was zo’n succes dat de twee nog in zeven andere films een echtpaar vormden, die helemaal niets met “the thin man”-reeks te maken hadden). Hammett, die in het reële leven, zélf privé-detective was, was net als zijn vriendin Lilian Hellman lid geweest van de communistische partij en werd dan ook gedagvaard door McCarthy. Ondanks de steun van o.a. Myrna Loy zag hij op die manier een carrière als Hollywood-scenarist aan zich voorbijgaan. Hij stierf in 1961 aan longkanker.
Alhoewel Harry Truman als vice-president van Roosevelt deze bij zijn plotselinge dood in 1945 was opgevolgd, stonden zijn ideeën, zeker vanaf 1948 (de Russische blokkade van Berlijn) lijnrecht tegenover die van zijn voorganger. Truman mocht dan in name een democraat zijn, hij was altijd al een ijzervreter geweest (het was b.v. zijn beslissing om een atoombom op Japan te droppen) en nu richtte hij al zijn pijlen op het communisme. Hij was o.a. diegene die de getrouwheidsbelofte invoerde voor wie in regeringsdienst wilde tewerkgesteld worden, wat o.m. gehekeld wordt in “Scoundrel time” van Lillian Hellman.
In oktober 1937 onderneemt Dorothy Parker een reis naar Parijs met Lillian Hellman en Martha Gellhorn (de vriendin van Ernest Hemingway), van waaruit ze voor tien dagen naar Madrid trekken, waar ze vier raids van de Franquisten meemaken.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)