Ingebjorg Kosmo (foto Operaklubben) was een 29-jarige mezzo uit Noorwegen toen ik haar hoorde en zag in The Cardiff Singer of the World 1995.
Ze opende haar optreden met “Azaël” uit “L’enfant prodigue” van Debussy. Haar stem was o.k., maar haar Pavarotti-blik voorspelde niet veel goeds wat inleving betrof. Daarna volgde “The owl and the pussycat” van Stravinsky. Dit is een grappig nummer en dat gaat haar eigenaardig genoeg beter af, maar het kan aangeleerd zijn natuurlijk. Alleszins een merkwaardige keuze voor iemand die begon met orgel te spelen in de kerk. Ze eindigde met een aria uit “Ariadne auf Naxos” van Strauss, waarmee ze er dus in geslaagd is geen enkel nummer te zingen dat ik graag hoor. Wat wil je dan dat ik zeg? “Quite a voice, but is she actually a mezzo?” Deze avond was de dirigent Guido Ajmone-Marsan.
Ronny De Schepper
dagelijks iets degelijks 