Enige tijd geleden stond er een groot stuk in “De Gentenaar” over de toenemende overlast in de hoerenbuurt. Verre van mij om dit probleem te proberen weerleggen. Maar ik denk dat het meer met de algehele verloedering van onze maatschappij te maken heeft, dan met de hoerenbuurt als zodanig.

Waarmee ik maar wil zeggen dat de dingen hier toch een beetje op hun kop worden gezet. Sedert enkele jaren hebben de projectontwikkelaars immers de Belgradostraat en omliggende ontdekt. In een mum van tijd rezen daar nieuwe flatgebouwen uit de grond en die flats moeten natuurlijk verhuurd worden. En wie wil er nu in een hoerenbuurt gaan wonen? Daarom moeten de hoertjes verdwijnen.
Zoals gezegd, dit is toch de wereld op z’n kop: de Belgradostraat en de nabijgelegen “Glazen Straat” (zie foto) zijn al sinds mensenheugnis een prostitutiebuurt. Blijf daar dan weg als bouwondernemer. Of doe iets aan de niet te ontkennen verloedering door de buurt op te knappen. Maar laat die meisjes hun werk doen. Prostitutie zal als zodanig immers blijven bestaan, of we dat nu graag hebben of niet. En zo’n ghetto aan de rand van de stad, ik weet niet of dit wel de juiste oplossing is…
Enfin, dergelijke verhalen over de negatieve kanten van de prostitutie vindt u zowat dagelijks in de krant. In oktober 1999 maakte de Algemene Politiesteundienst aan de senaatscommissie voor Binnenlandse Zaken bekend dat ruim zestienduizend mensen in ons land in de prostitutie werkten. Nog niet de helft daarvan waren Belgen (7.622). Bij de buitenlandse “werknemers” spanden (en spannen) de Fransen met 2.077 de kroon. Een en ander voert men zo’n 25 jaar terug in de tijd, namelijk toen ik voor De Rode Vaan het zogenaamde Hoerencongres “moest” bijwonen…

00

Ik woon in de hoerenbuurt, in de nabijheid van maar niet in het Glazen Straatje, het bekendste prostitutiekwartier van Gent. Niet dat het (in tegenstelling tot sommige andere buurten, in de omgeving van de Antwerpse haven bijvoorbeeld) altijd zo is geweest. Integendeel! Het Glazen Straatje dankt zijn naam aan het feit dat het de allereerste overdekte winkelstraat was in België. Dat was in de jaren 1846-1852 en de aanvraag gebeurde door Pieter Jan Vanderdonckt die dan ook zijn naam gaf aan het straatje, maar niemand kent het als de Vanderdoncktdoorgang. Voor iedereen blijft het: het Glazen Straatje.
Maar ik woon dus wel degelijk in de hoerenbuurt. Oh, niet dat je daar op het eerste gezicht iets van merkt: het is een drukke en vooral zeer deftige straat, maar in de zijstraatjes daar brandt de lamp. Of beter: het roze neonlicht. Daar was tot voor kort trouwens ook het Groot-Seminarie gevestigd, maar dat zal wel toeval geweest zijn.
Door die nabijheid word ik op mijn appartement echter wel eens vaker geconfronteerd met dat aparte wereldje. En dan heb ik het nog niet eens over die travestiet met zijn zwangere vrouw en evenmin over het koffiekleurige meisje dat ik geregeld ’s morgens uit de lift zag stappen als ik die juist wilde nemen om naar mijn werk te gaan (zij kwam dan pas terug van het hare). Nee, reeds bij het bezichtigen van de flat maakte ik kennis met een minder plezierige kant van het beroep: de voordeur droeg namelijk nog de sporen van ooit eens te zijn ingestampt. De verhuurder sprak van een boze verstoten echtgenoot of zoiets, maar toen ik nadien geregeld uitnodigingen op naam van de vorige huurster voor gespecialiseerde boetieks en dito nightclubs in mijn bus kreeg (en waarop ik om financiële redenen helaas niet kon ingaan, nieuwsgierige lezer), wist ik wel hoe laat het was. Net zoals die keer toen mijn buurvrouw Viviane mij kwam vragen de politie te bellen omdat haar “vriend” de boel (en bijna ook haarzelf) kort en klein aan het slaan was. Enige tijd later lachte Viviane me immers vanachter een raam vriendelijk toe…
DAN NOG LIEVER HAPPART!
Viviane is ook diegene die me in contact bracht met Nadia, toen ik op zoek was naar een Belgische prostituee om te interviewen naar aanleiding van het destijds in Brussel gehouden hoerencongres. Op het congres zelf waren immers geen Belgische prostituees te bekennen, aangezien ons land zowat het meest repressief optreedt tegen hen binnen de hele westerse wereld. Viviane zelf was trouwens ook bang om, zelfs anoniem, ons te woord te staan. Maar Nadia bleek een speciale voorliefde te hebben voor “De Rode Vaan”. Was ze als kind immers niet met de Pionierkes meegereisd naar de DDR? Nu echter geen rood sjaaltje meer voor haar, maar wel een rood lampje.

00

Rood is trouwens de kleur waar het allemaal om draait in dat wereldje. Vandaar ook dat de Nederlandse hoerenbeweging, die destijds de motor was achter het congres in het Europese Parlement te Brussel, de naam “De Rode Draad” draagt en dat hun Duitse tegenhangers zich “Het Rode Potlood” noemen. Maar rood heeft hier dan wel de functie zoals in het verkeer: het wil de aandacht trekken, het wil iets onderstrepen. En ondanks het feit dat de woordvoerdster van de Europese parlementsleden Nel van Dijk van de CPN was (foto), moet men er dus géén politieke betekenis aan toekennen. Immers, zoals de Duitse Saskia het uitdrukte: “Linkse mannen of rechtse mannen, het zijn allemaal mannen, dat wil dus zeggen: dom en vervelend.”
Niet te verwonderen dat één van de gespreksthema’s op het congres dan ook de relatie met de feministen was, want nadat deze vroeger de prostituees hadden verketterd (feministen waren “abolitionisten”, dit wil zeggen zij ijverden voor de afschaffing van de prostitutie), komt dit soort uitlatingen toch wel dicht in de buurt van de radicale feministische vleugel. Door een koerswijziging werden de feministen op het congres inderdaad met open armen ontvangen, terwijl abolitionisten, zoals die Brusselse non van “Le Nid” die zich het zieleheil van de prostituees aantrekt, de deur werden gewezen.
In diezelfde context moet men trouwens het gebruik van de term “hoer” zien, een woord dat ikzelf anders nooit als synoniem voor “prostituee” zou willen gebruiken. De feministische prostituees, pardon hoeren, willen deze geuzennaam immers opzettelijk aankleven net zoals de fameuze “potten en flikkers”. Het is trouwens alweer een uiting van “Angelsaksisch cultuurimperialisme”, overgenomen van het Amerikaanse “whore”, want de franstalige deelneemsters aan het congres waren er hoegenaamd niet op gesteld om “putains” te worden genoemd. Voor één keer schaarde ik me dan ook aan de kant van Happart en consoorten.
De oude prostituee mag dan immers dood zijn, het beeld van de nieuwe hoer is allerminst aantrekkelijk. Saskia met haar mannenhaterij is er het prototype van. Dat ze niet mooi is, is haar schuld niet, maar ze wil er blijkbaar ook niet mooi uitzien, iets wat je in haar beroep toch zou mogen verwachten. Verder krijg je alleen een snauw en een beet als je haar wil interviewen, zodanig dat, zoals collega Jan De Zutter het uitdrukte, “je zeker niet voor je plezier met haar naar bed zou gaan“.
LIEVER OP DE RUG DAN AAN DE LOPENDE BAND
Je mag natuurlijk niet iedereen over dezelfde kam scheren. Nadia is bijvoorbeeld ook nog erg jong en op het congres maakten we ook kennis met de Amsterdamse Anja, 27 jaar en sedert haar 18de in het beroep. Anja draagt uiterlijk weliswaar alle tekenen van de nieuwe generatie, maar bij nader inzien blijkt ze heel lief, intelligent en zelfs vriendelijk te zijn. Als bonus is ze ook nog ontzettend mooi. Als ze lacht toont ze weliswaar een rij zwarte tanden achteraan, maar dat krijg je niet van te veel pijpen, maar wel van te veel sigaretten. Ook Anja wilde eerst niet geïnterviewd worden, maar toen ze de nonsens van Saskia hoorde, mengde ze zich spontaan in het gesprek om één en ander in een beter daglicht te plaatsen.

Toch is het cynisme bij de jongere generatie erg groot. De oudere Zwitserse prostituee, Grisélidis Réal, schrijfster van een boek over prostitutie, voorzitster van het Centre International de Documentation sur la Prostitution in Genève en een typisch voorbeeld van het vroegere beeld van de prostituee als moeder-minnares-madonna, wijt het voornamelijk aan de drugs: “De jongeren van vandaag groeien op in een wereld die hun geestelijk noch lichamelijk iets kan bieden. Ze komen dan vaak in de prostitutie terecht uit revolte of gewoon om te kunnen overleven en dan is er reeds een basis van woede aanwezig die nog wordt aangewakkerd door de misprijzende blikken van de mensen op de straat. En daarbij komen dan de drugs, hé. Aangezien drugs verboden zijn kosten die natuurlijk stukken van mensen en er zijn dan ook ellendelingen die zich daarmee verrijken. En jonge prostituees zijn dan vaak gewillige slachtoffers. Ze nemen drugs om aan een leven te ontsnappen dat ze niet willen leiden, maar anderzijds moeten ze zich juist prostitueren om aan drugs te geraken. Er zijn er zelfs bij die zich met drugs laten betalen! Hoe uit deze vicieuze cirkel geraken? Ik weet het niet, maar het schijnt me toe dat de liberalisering van drugs eerder een goede dan een kwade zaak zal zijn. Op die manier wordt ook dat uit de criminaliteit gehaald, zodat de prijzen zullen dalen en de gebruikers zich misschien ook gemakkelijker naar een ontwenningscentrum zullen begeven, aangezien ze dan alvast toch niet meer als misdadigers zullen worden beschouwd”.

00

MEER HOEREN, MINDER KLANTEN
Een voor de hand liggende vraag is natuurlijk of de economische crisis een rol speelt bij de beslissing om het beroep van prostituee te gaan uitoefenen. Voor Saskia met haar afkeer voor mannen is er uiteraard geen twijfel mogelijk: “Ik doe het enkel voor het geld.” Maar de vraag is natuurlijk: valt er dan op geen enkele andere manier geld te verdienen? Ze ontwijkt het antwoord een beetje: “’t Is alleszins niet makkelijk”, zegt ze, “om aan ander werk te geraken.” Ze voegt er echter in één adem aan toe: “Als je evenwel gewend bent gedurende een paar jaar op zo’n gemakkelijke manier geld te verdienen, dan ben je niet rap geneigd om acht uren per dag in een fabriek aan de lopende band te gaan staan om nota bene minder binnen te rijven”.
Toch is er ook een vorm van tegenspraak. Wegens de economische crisis nemen meer vrouwen hun toevlucht tot de prostitutie, maar wegens die zelfde economische crisis moet toch ook de “klandizie” afnemen?
“Ongetwijfeld”, zegt Grisélidis, “er zijn meer hoeren, maar minder klanten. We verdienen zeker niet zo veel meer als vroeger. Alleen de call-girls verdienen nog goed geld. Maar daarvoor moet je er dan uiteraard een beetje als een filmster uitzien. Zij werken ook voornamelijk met diplomaten en zakenlui in discrete hotels. Ik daarentegen werk vooral met immigranten. Turken, Arabieren, Portugezen, Spanjaarden, Italianen, arme maar fantastische mensen. Ze zitten in Zwitserland als arbeiders, helemaal afgezonderd van hun familie die ze ten hoogste twee maanden per jaar zien. De overige tien maanden moeten ze het volledig op hun eentje rooien, zonder tederheid, zonder affectie, zonder seksualiteit. En ik maak voor hen dan een speciaal prijsje, al moet ik daar wel eerlijkheidshalve aan toevoegen dat dit ook met mijn leeftijd te maken heeft. Ik ga nu stilaan naar de zestig en het spreekt vanzelf dat toen ik jonger was, ik mijn prijs hoger kon stellen. Dat wil echter nog niet zeggen dat ik nu eender wie binnenpak. Hij moet zich toch een beetje opgedirkt hebben voor de gelegenheid en ik kan het zeker niet uitstaan dat hij zou gedronken hebben. Ik kom nog altijd goed rond, maar ik heb ook geen behoefte aan grote luxe. Het is voldoende als ik boeken, tijdschriften en platen kan kopen en dat ik af en toe eens op reis kan gaan. Dat dan vooral in het kader van mijn voorzitterschap van het documentatiecentrum. Want ook daar is het vaak armoe sta bij. De studenten kunnen nog niet eens de copieën betalen die ik voor hen maak.”
ROBOTFOTO VAN DE “HOERENLOPER”
In een maatschappij waarin het geweld overhand toeneemt, is het natuurlijk niet meer dan logisch dat dit ook repercussies heeft in het prostitutiemilieu. In de Verenigde Staten, zonder twijfel de propagandisten van de “geweldcultuur” met hun Rocky’s en Rambo’s, heeft dat er zelfs toe geleid dat de prostituees niet langer meer in de pooiers hun grootste vijanden zien, maar in de klanten.
Zestig procent van de gewelddaden op prostituees worden immers door klanten gepleegd, tegenover “slechts” twintig procent door pooiers en evenveel door de politie.
Deze cijfers worden nog markanter als men weet dat in de Verenigde Staten het bordeelbezoek veel meer deel uitmaakt van het openbare leven dan hier in Europa. Naar verluidt zou niet minder dan 80% van de mannelijke bevolking er incidenteel of geregeld een bordeel bezoeken. Dat heeft natuurlijk historische oorzaken (iedereen heeft wel al eens een western gezien), maar mijns inziens speelt ook de conservatieve Reagan & Bush-mentaliteit daarin een grote rol. Ondanks de vele echtscheidingen is het huwelijk in het land van Uncle Sam nog steeds de hoeksteen van de maatschappij en in tegenstelling tot wat Nel van Dijk vertelde, ben ik ervan overtuigd dat de prostitutie geen bedreiding vormt voor het monogame huwelijk, maar het integendeel helpt in stand te houden. Ik baseer me daarbij op de verklaringen van Nadia.
“Onze klanten zijn voornamelijk in twee categorieën in te delen. Enerzijds zijn er natuurlijk mensen die om de een of andere reden eenzaam zijn. Wij krijgen bijvoorbeeld nogal wat soldaten en zeelieden over de vloer. Verder zijn er natuurlijk ook de weduwnaars en zelfs gehandicapten zakken wel eens af tot bij ons. Eenzame mensen zonder uitzicht op een verhouding zijn vaak goede klanten. Ze eisen niet veel, zijn vriendelijk en keren op geregelde tijdstippen weer. Vaak ontstaat er een vertrouwensrelatie tussen een prostituee en zo’n klant.
Je zou kunnen verwachten dat ook de gastarbeiders in deze categorie thuishoren, maar dat is niet zo. Prostituees zelf zijn niet racistisch, maar omwille van de andere klanten die dan dreigen weg te blijven, zijn we niet zo geneigd om ze met open armen te ontvangen, laat ik maar zeggen. Ik weet trouwens niet of ook dàt iets met racisme te maken heeft, ik heb eerder de indruk van de schrik voor aids of andere geslachtsziekten daarbij een grote speelt.
En dan is er nog een ander recent verschijnsel. Met onze rode lampjes en zo is er voor vele “brave burgers” nog een grote drempelvrees. En die gaan dan de laatste tijd al eens gemakkelijker naar een sauna-met-massage. Iedereen, ook de politie, weet wat er achter die onschuldige façade gebeurt, maar er wordt slechts zelden ingegrepen. Waarom? Neem dan bijvoorbeeld maar eens het blaadje van de Vriendenkring van de politie ter hand. De advertenties van sauna’s en striptease-bars nemen daar de grootste publiciteitsruimte in. Bovendien zijn die sauna’s veel goedkoper. Als je de prijs van de sauna eraf trekt, die je in een “normale” instelling toch ook moet betalen, kan dat wel tot tweeduizend frank verschillen.
Natuurlijk mag je in zo’n sauna geen grote seksuele eisen stellen. Neuken is er zelfs al niet bij. Maar zoals gezegd is dat nu wel vaak een toevluchtsoord voor die eenzamen waarover ik het daarnet had. Dat maakt dan ook dat wij meer en meer te maken krijgen met rare snuiters. En dat zijn dan vaak “katholieken”, ja. Vandaar dat ik me natuurlijk rot gelachen heb als uitgerekend de CVP-mandatarissen gingen protesteren tegen dat congres in het Europese Parlement. Om het met een karikatuur te zeggen: dat zijn de Boer Bavo’s die met hun eigen vrouw in het donker door een gat in het slaapkleed in missionarishouding vrijen om een kind te verwekken en daarmee uit. Nu, als ze dan gewoon bij ons komen om het eens op een andere manier te doen, dan is het nog zo erg niet, ook al vind je bij deze mensen dikwijls misprijzen voor ons. Zij reageren hun schuldgevoel af op iemand die “nog slechter” is dan zij, hé. Het ergste zijn echter diegenen die met allerlei frustraties behept zijn, maar niet het grote geld hebben om daarvoor naar speciale instellingen te trekken. Die kunnen gevaarlijk worden, ja. Ofwel omdat ze hun zin niet krijgen, ofwel omdat ze er niet voldoende willen voor betalen. Ik vind persoonlijk trouwens dat wie bij ons komt voor zo’n buitenissige zaken, altijd aanmerkingen zal hebben op de prijs, daarom doe ik het gewoonweg niet en de meeste van mijn collega’s zullen mij daarin wel volgen. Het probleem ligt echter bij de jongere drughoertjes, hé. Om aan het spul te geraken zouden die vanalles doen. En daar vallen dan ook nog wel eens slachtoffers, lees er maar ‘Het Laatste Nieuws’ eens op na”.

00

Dus niet enkel meer geweld op prostituees, ook meer sadisme bij het zoeken naar seksueel genot zelf? Anja denkt van wel. “Je hebt enerzijds de invloed van al die videotoestanden natuurlijk, maar anderzijds krijgen we te maken met een heel curieus nevenverschijnsel van de vrouwenemancipatie. Vrouwen pikken nu niet alles meer in een relatie en dan gaat de man dat afreageren op een “slechte vrouw”.
TINE TREKKER NIET AFTREKBAAR
Al deze narigheden en vooral alle Saskia’s ten spijt was het hoerencongres toch overwegend een optimistische bedoening.
De meisjes vonden het leuk om “onder elkaar” te zijn en sommigen “wilden meteen weer aan de slag”. Dat was trouwens een van de slagzinnen van het congres: niet alleen had men genoeg van die zedenprekers die, hoe goed bedoeld ook, de meisjes zo vlug mogelijk “uit het hoofd” wilden halen, bovendien wou men nu eens duidelijk naar de buitenwereld afficheren dat een hoerenleven ook “best leuk” kon zijn.
“Een gelukkige prostituee, dat is volgens de gangbare moraal totaal niet toegelaten”, zegt Grisélidis. “Dat men dan al aanvaardt dat ze een sociaal nuttige functie vervult, dan wil men daar meteen ook opgeplakt zien dat het in allerellendigste omstandigheden gebeurt. Met een pooier die haar elke avond een pak ransel geeft enz. Over het algemeen is die echter grote onzin. Vele prostituees kennen een zeer geregeld leven. Zelf heb ik bijvoorbeeld klanten die al dertig jaar bij mij komen! Anderzijds wil dat ook niet zeggen dat wij met elke klant, zelfs niet elke trouwe klant, een ‘relatie’ hebben.
Het probleem is dat men in ons beroep plezier verwart met seksueel genot. Ik vergelijk dat echter altijd met een gynecoloog. Ook die ziet per dag tientallen vrouwen naakt bij hem passeren, maar dat is toch geen reden om er ook verliefd op te worden. Neen, mijn grootste probleem is ooit geweest dat ik met iemand een echt goede band had, maar dat hij het niet aandurfde met mij te trouwen of met mij te gaan samenwonen, aangezien ik niet uit het beroep wilde stappen. Hijzelf kon dat wel aanvaarden, maar hij kon er niet tegen hoe de buitenwereld daar tegenover hem op reageerde.”

Over de “sociale rol” van de prostituee is uiteraard ook reeds meer dan één boek geschreven. Een recent verschijnsel is dat van prostituees die gehandicapten thuis “een handje gaan toesteken”. Indien gehandicapten aan de mutualiteit seksuele hulp vragen (wat inderdaad gebeurt), worden ze inderdaad doorverwezen naar gespecialiseerde prostituees of vzw’s zoals die van Tine Trekker (echt, ik heb die naam niet verzonnen). Let wel op: want lezen we in “Cash” van 19 september 1994 niet in een artikel over de omstreden klusjesdiensten dat een “tuinman niet aftrekbaar” is? Dat spreekt vanzelf dachten we, zeker na al die wetten die de bedoeling hebben seksuele intimiteiten op het werk tegen te gaan.
TERUGBETALING DOOR HET ZIEKENFONDS?
“Niet het bed telt, maar wat men erin doet” titelde “De Standaard” op 5 oktober 1994 als ondertitel bij “Ziekenhuizen willen subsidies volgens ziekten”. Eindelijk is ook de katholieke Standaard dus tot dit inzicht gekomen! De volgende stap: terugbetaling door het ziekenfonds? Maar dan kan natuurlijk niet zo maar iedereen prostituee worden. Anja proest het uit: “Een diploma voor hoer!” (met die school van Payoke was het bijna zo ver). Maar even daarna is ze alweer ernstig: “Ik denk niet dat men er ooit in zal slagen prostitutie volledig uit de criminaliteit te halen. Ik vind het prima dat prostituees gehandicapten helpen, maar daarnaast zal er steeds die andere markt blijven. Het enige wat je als overheid kan doen is goede voorwaarden scheppen en rechten aan prostituees geven!”
Zij verschilt ook van mening met de congresleiding als die stelt dat voor hoertjes geen “vestigingswet” mag gelden, dat men met andere woorden overal het beroep mag gaan uitoefenen. Anja griezelt bij de idee: “Dan is er helemaal geen controle meer op. Nu houden je vriendinnen in de gaten of je niet te lang weg blijft bijvoorbeeld.”
Daar sluit ook jazz-zangeres Monika Stoces zich bij aan, die vanuit Praag over Onze-Lieve-Vrouw-Presentatie in Sint-Niklaas en een sauna in Gent in Amsterdam belandde: “Voor een baas werken is veel erger dan ‘de vitrine doen’. Je moet de helft van je inkomsten afgeven, je hebt geen soepel werkschema en wordt voortdurend gecontroleerd: hoe en met wie doet ze het? De grootste vrijheid die je een prostituee kan geven, is haar huur laten betalen zodat ze zelfstandig in een vitrine kan werken. Thuis werken – privé mannen ontvangen – is dan weer gevaarlijker. Als er dan iets misloopt, kan niemand hulp bieden. In het vitrinewerk is er altijd wel iemand die een kijkje komt nemen.” (Weekendknack, 29/3/2000)
Is er dan geen onderlinge concurrentie? Natuurlijk. Zelfs de nobele Grisélidis constateert met enige bitterheid dat mooie kleurlingen het werk van inlandse meisjes afsnoepen. Toch is er ook nog steeds een sterk gemeenschapsgevoel. Een zieke prostituee bijvoorbeeld, door de staat uiteraard aan haar lot overgelaten, wordt vaak in leven gehouden door collectes bij haar vroegere collega’s en ook andere apostelen kloppen zelden tevergeefs aan, of ze nu het woord van Christus of dat van Karl Marx verkopen.

00

En ook de geest van Toulouse-Lautrec leeft nog steeds. Als Anja het niet meer ziet zitten bijvoorbeeld, keert ze weer terug voor korte of langere tijd naar haar oude liefde, het theater. Ook de 24-jarige half-Libanese, half-Griekse Miriam komt uit een artistiek milieu. Van ballet over striptease naar prostitutie, een “gewone” gang van zaken. Grisélidis van haar kant was oorspronkelijk werkzaam als model voor beeldende kunstenaars. Toen ze om gezondheidsredenen dit beroep niet verder kon uitoefenen, is ze dan omwille van haar vier kinderen overgeschakeld op de prostitutie. (In 2005 zal ze op 75-jarige leeftijd overlijden.)
“WIJ KUNNEN DE FEMINISTEN IETS LEREN”
Het congres mag dan voor de deelneemsters al een prettige bedoening geweest zijn, echt wereldschokkende zaken zijn er niet gebeurd. Meer zelfs, de resoluties stonden blijkbaar al vast vooraleer erover van gedachten werd gewisseld, zoals mag blijken uit een column van Nel van Dijk in “De Volkskrant” die aan het congres voorafging.
Wat is dan eigenlijk het belang van zulke bijeenkomsten?
Grisélidis vat het samen: “Het is belangrijk dat er groeperingen zijn, zoals bijvoorbeeld de feministen, die ons steunen, want wijzelf worden nooit au sérieux genomen. Trouwens, wij kunnen hen ook wat leren. Een beter inzicht in de mannen bijvoorbeeld. Tenslotte leren wij hen kennen in hun allerdiepste intimiteit. Ze vertellen tegen ons vaak dingen die ze nog niet aan hun eigen vrouw zouden prijsgeven.”
Op de voornaamste eis van het congres, namelijk dat de prostitutie als een volwaardig beroep zou worden erkend, kwam uit feministische hoek wel een beetje kritiek. Men was namelijk bang dat de RVA werkloze vrouwen werk zou dwingen aan te nemen in seksclubs en dergelijke. Hierop antwoordt Nel van Dijk: “Van dat argument ben ik niet zo ondersteboven. Je moet natuurlijk niet tot een bepaald beroep – eender welk beroep! – gedwongen kunnen worden. Het legaliseren en erkennen van het beroep maakt het mogelijk om de criminele kant ervan aan te pakken en te ontmaskeren. Maar erkennen van het beroep is niet hetzelfde als het toejuichen of bevorderen.”
VOGELEN NAAST HET EROSCENTRUM
Er is de laatste tijd heel wat te doen over de verkiezing van “tentsletje” als het woord van het jaar. De vrouwenbeweging vindt dit immers beledigend voor de vrouwen (alsof “swaffelen” een paar jaar terug geen belediging was voor de mannen). Heel wat interessanter is dan ook de beroering die is ontstaan nadat de Gentse subsituut-procureur-generaal een prostituée heeft vrijgesproken van oplichting van een klant (ten belope van 41.000 euro) “omdat prostituées nu eenmaal liegen en bedriegen” en de man dus maar “voorzichtiger had moeten zijn”. Terecht repliceert Patsy Sörensen van Payoke daarop: “Mensen die in de prostitutie stappen, doen dat niet omdat ze mensen willen oplichten. Wel om te overleven, om geld te verdienen.” Al kan men wel vraagtekens plaatsen bij het vervolg van haar verhaal in Het Nieuwsblad van vandaag: “We kennen het fenomeen waarbij klanten geld aan sekswerkers geven,” zegt Sörensen immers. “Vaak omdat ze hopen dat die dame bij hen zal komen. Maar daarom is er niet meteen sprake van oplichting.”
Terwijl er in Antwerpen grote deining is ontstaan over de komst van een eroscentrum dat niet zuiver op de graat is, wrijft de conservator van het Zwin, Guido Burggraeve, zich in de handen omdat de kans groot is dat er weldra een eroscentrum komt op de grens van Knokke en het Nederlandse Cadzand. Niet dat de man zo’n seksmaniak is, maar de plannen voor zo’n eroscentrum vervangen het omstreden kuuroordproject met 250 vakantiewoningen in het Nederlandse stuk van het Zwin. De vogeltjes zullen immers veel minder last ondervinden van het vogelen in een eroscentrum dan van het kuuroordhotel en de vakantiewoningen. En ook voor onszelf vindt Burggraeve het belangrijk dat hoogbouw in Cadzand vermeden wordt. “Het uitzicht is daar al voldoende bedorven,” zei hij tegen onze confraters van de dagbladpers.
In 1995 werd een inwoner van Anderlecht veroordeeld omwille van de exploitatie van een ontuchthuis. De man dacht nochtans het gerecht buiten spel te hebben gezet door zijn prostituees aandelen te schenken van zijn bordeel, op papier een coöperatieve vennootschap. De gerechtelijke politie dacht er echter anders over. Terecht, want bij ondervraging bleek dat de prostituees nauwelijks of geen weet hadden van de vennootschapsregeling en dat ze dus niet deelden in de winsten. Anderzijds, indien hij zijn verplichtingen wél was nagekomen, is dit inderdaad misschien een oplossing om de prostituees uit het financiële en sociale moeras te halen, waar ze meestal in verzeild geraken. Zedenprekerij is hier immers niet op z’n plaats: prostitutie zal als zodanig blijven bestaan, of we dat nu graag hebben of niet. En in zo’n geval is het dus beter voor deze mensen een aanvaardbare maatschappelijke regeling te treffen.
Hoe dan ook, vooraleer het zover is zal er nog heel wat weerstand overwonnen dienen te worden. Al was het maar om de insinuaties weg te werken die ik bijvoorbeeld ten allen kante moest aanhoren enkel en alleen al omdat ik het onderwerp journalistiek wilde aanpakken…

Ronny De Schepper

Selectieve bibliografie
Ronny De Schepper, Meer hoeren, minder klanten, De Rode Vaan nr.43 van 23 oktober 1986
Jan De Zutter, “Mannen zijn dom”, De Morgen van 3 oktober 1986
VAN DOORSELAER Els, Prostitutie te Gent tijdens de negentiende eeuw, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2001.

2 gedachtes over “35 jaar geleden: naar het “hoerencongres”

  1. Ho zeker! Is Ronny nu ‘met pensioen’, of (nog) niet afgekickt? Serieus betoog, en nog gefundeerd ook !

    Terzijde: jaren geleden ontdekte ik (in Tunesië) dat deze dames wel degelijk een maatschappelijk functie kunnen hebben.
    Een jongeman van zowat 18 (waarschijnlijk ‘voorbereid’ om te huwen, werd door de nonkels (denk ik) naar het lokale ‘glazen straatje’ begeleid. De nonkels (werd mij verteld) hadden een ‘goede madam’ uitgekozen (= het soort prospectie waar iets over te zeggen valt) en onze jongeman mocht daar ‘op instructie’ (op kosten van de nonkels, héhé).

    Het voordeel, zo beklemtoonde mijn gastheer, is dat de bruid, straks, niet voor het drama van haar leven komt te staan…..

    Zeg nu nog dat de (echte) islam niet weet hoe de samenleving best kan draaien….

    ferme groeten aan die levende Gentse buurt.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.