David Llewellyn is een tenor uit het koor van de Vlaamse opera die in de Jeanne d’Arc-mis van Gounod zeer zwak was, maar op 1/9/96 een “pleinconcert” gaf met Angelsaksische muziek.
Bij de liederen van Gerald Finzi leek hij wel op Pearce, de vriend van Benjamin Britten. Het was – with all due respect – echt “janettenmuziek“. Voor “Babes in arms” had hij dan weer wel de juiste gestalte voor Mickey Rooney, maar ook dit genre lag hem toch niet echt. Naast Llewellyn was ook zijn collega uit het koor mezzo Rachel McCall te horen met veel musical-muziek, maar ik hield niet van haar timbre en zéker niet voor dit genre. Geef me in dit geval dan toch maar Judy Garland!
Tijdens de lunch van vrijdag 31 maart 2000 mocht hij de hoofdrol vertolken in een concertante opvoering van een mini-opera van Hugo Weisgall met als titel “The tenor”. Naast Gregory zongen er niet minder dan drie bassen mee: Gregory MacLeod, Patrick Cromheeke en Conor Biggs en de sopranen Deborah MacClung en Christa Biesemans, allen eveneens leden van het koor van de VLO. Aan de vleugel werden ze begeleid door Jef Smits. Later werd Llewellyn blijkbaar lid van “The Celtic Tenors”, maar het is allemaal zo lang geleden dat ik niet meer weet wie van de drie hij is.
Ronny De Schepper