De negende plaats van coloratuursopraan Catherine Vandevelde uit Herentals in de Elisabethwedstrijd voor zang 1992 (foto BRT) was een grote verrassing, al was haar vertolking van de pop uit “Hoffmanns vertellingen” zeker bekoorlijk.
Bij haar aria uit Mozarts “Grosse Messe” ging ze echter helemaal uit de bocht. Daarbij moet men wel opmerken dat Catherine Vandevelde een andere aria moest zingen, dan die welke ze had opgegeven omdat het orkest niet over de partituur beschikte. Toch hou ikzelf niet erg van haar timbre. Dat was ook het geval in een BRT-concert dat vooral aan Offenbach was gewijd en waar ik dan toch nog liever Anneke Lauwereins hoorde, ook al is Vandeveldes techniek ongetwijfeld beter. In april 1993 kwam dat nog eens tot uiting in het Requiem van Mozart en dat van Fauré met Rudolf Werthen. Ook hier hoorde ik het “Pie Jesu” liever in de versie van Isabelle Kabatu dan van Catherine Vandevelde. Na haar bevalling is ze echter plotseling beter gaan zingen (een verschijnsel dat wel eens vaker voorkomt) en is ze ook assistente geworden van haar lerares Bernadette Degelin aan het KVMC van Antwerpen.
Ronny De Schepper