Op de radio wordt volgens mij overdreven veel aandacht besteed aan de dood van de Amerikaanse country-zanger B.J.Thomas. Hij is vooral bekend van “Raindrops keep falling on my head”, maar precies daarom had ik oorspronkelijk geen zin om een artikel aan hem te wijden. Na virtuele gesprekken met mijn vrienden Raymond Thielens en Luc De Ryck, kenners van sixties-muziek, heb ik echter mijn mening herzien. Tenslotte heeft hij volgens Wikipedia niet minder dan zeventig miljoen platen verkocht.
Billy Joe Thomas werd geboren in Oklahoma, maar groeide op in Texas. Hij zong in zijn jonge jaren in een kerkkoor en een highschool-koor, totdat hij op zijn vijftiende medeoprichter werd van de band The Triumphs. De band, die hoofdzakelijk rockmuziek speelde, trad veelvuldig op in clubs en was te horen op lokale radiozenders. The Triumphs werden een succes en dat leverde de band een bescheiden platencontract. Met het zelfgeschreven lied Billy and Sue haalde Thomas en zijn band hun eerste regionale hit. Toen ze in 1965 Hank Williams‘ I’m So Lonesome I Could Cry (1949) opnamen, scoorden B. J.Thomas & The Triumphs een nationale hit in de Verenigde Staten. Drie kleinere hits volgden (*) voordat Thomas zich op een solocarrière stortte.
Nadat Thomas een solocontract had ondertekend voor Paramount Records volgde in 1968 Hooked on a Feeling, waarvan meer dan een miljoen singles werden verkocht, dadelijk zijn eerste top 10-hit als soloartiest, alhoewel het bij ons vooral bekend zou worden in de versie van de Engelsman Jonathan King enkele jaren later. Componist van het nummer was Mark James, een jeugdvriend van Thomas die datzelfde jaar (in 1968 dus) voor Elvis Presley o.a. “Suspicious minds” zou schrijven. Later zouden nog “Raised On Rock”, “It’s Only Love” (**), and “Moody Blue” (the title track to Presley’s last studio album) volgen. But James’ greatest success came with “Always on My Mind,” a collaboration with Johnny Christopher and Wayne Carson. Het werd voor het eerst opgenomen door B.J.Thomas in 1970, maar pas in 1996 uitgebracht. Op die manier werd hij nog voorbijgestoken door Elvis Presley in 1972, voor wie het echter slechts een B-kantje was. Het grote succes kwam er pas met Willie Nelson in 1983. With fellow band members Joey Longoria and Bobby Winder the Mark James Trio released the album “She’s Gone Away” in 1978 on Crazy Cajun Records.
In 1969 kwam dan de definitieve doorbraak van B.J.Thomas met Raindrops Keep Fallin’ on My Head van Burt Bacharach en Hal David. Als soundtrack van Butch Cassidy and the Sundance Kid behaalde de hit tevens internationale successen en werd bij de Oscaruitreiking van 1970 verkozen tot ‘Beste Filmsoundtrack’.
In de Verenigde Staten werd “I Just Can’t Help Believing” in 1968 voor het eerst uitgebracht als single door Barry Mann, die het ook had geschreven samen met zijn vrouw Cynthia Weil. De meest succesvolle versie was echter die van B.J. Thomas, die het in juni 1970 uitbracht als de tweede single van zijn album Everybody’s Out of Town. De single bereikte de negende plaats in de Amerikaanse Billboard Hot 100 en stond een week op de eerste plaats in de Adult Contemporary-lijst, destijds nog Easy Listening geheten. Elvis Presley zette dat jaar een cover van het nummer op zijn album That’s the Way It Is, welke op 3 december 1971 werd uitgebracht als single.
In de periode 1970–1972 behaalde Thomas diverse hits, waaronder zes top 40-singles. Een eenmalig optreden op het witte doek in de film Jory werd een mislukking en ook muzikaal lukte het Thomas niet een nieuwe tophit te noteren. Met een platencontract bij ABC Records in 1975 keerde het succes terug. Datzelfde jaar bereikte hij wederom de allerhoogste notering in de Billboard Hot 100 met de countrykraker (Hey Won’t You Play) Another Somebody Done Somebody Wrong Song. Als beste country-nummer leverde het lied hem een Grammy Award op. In de jaren daarop ging de zanger zich steeds meer richten op het gospel-genre en van 1978 tot 1982 won Thomas vijfmaal een gospel-Grammy.
In 1983 bereikte Thomas tweemaal de nummer 1-notering in de country-hitlijsten met Whatever Happened to Old-Fashioned Love en New Looks from an Old Lover. Thomas zong voor de titelsong van de televisieserie Growing Pains een duet met Jennifer Warnes. Nadien ging het bergafwaarts met de carrière van Thomas en kampte hij langdurig met een drugs- en alcoholverslaving die hij uiteindelijk de baas wist, zodat hij in de jaren negentig weer geregeld op tournee trok. B.J.Thomas woonde met zijn vrouw Gloria in Arlington, Texas, en had drie kinderen. (Wikipedia)
(*) Eén er van was Mama (1966) dat bij ons vooral bekend werd in de versie van Dave Berry.
(**) Ook uitgebracht door B.J.Thomas.