De Vlaamse zanger, Kris De Bruyne, kleinkunstenaar van het eerste uur, zoals ze toen nog werden genoemd, is gisteren overleden. Hij werd zeventig jaar. In 1976 was hij te gast in jeugdclub Broebelke in Temse (zie bovenstaande foto).
Het ging al een tijd niet goed met zanger Kris de Bruyne. Zijn laatste tournee dateert al van vier jaar geleden, toen die uiteindelijk in 2018 stopgezet moest worden. “Er werd bij Kris Alzheimer vastgesteld. Dat was toen al een beetje duidelijk, maar het ging op een bepaald moment niet meer, waardoor we die uiteindelijk hebben moeten stopzetten”, zegt zijn manager Kris Eelen tegen Het Nieuwsblad. “De voorbije twee, drie jaar ging hij zienderogen achteruit. Hij woog uiteindelijk maar twintig kilo meer, hij was helemaal uitgeput. Hij zat al een jaar in een verpleegcentrum, waar hij nu ook is heengegaan. Hij heeft het niet meer beseft, maar heeft op het einde wel zijn vrouw nog herkend. Daar zijn we toch blij om.”
Kris De Bruyne was de zoon van Arthur De Bruyne (Kruibeke, 14 maart 1912 – Mortsel, 9 oktober 1992). Voor de Tweede Wereldoorlog was De Bruyne actief in de Vlaamsnationalistische jeugdbeweging. Na de oorlog leverde hij bijdragen voor ’t Pallieterke en was hij medewerker van Kerk in Nood/Oostpriesterhulp. Arthur De Bruyne was de vader van zeven kinderen, waaronder verder ook nog kunstschilder Joost De Bruyne (1944-1976, gestorven door CO2-vergiftiging) en componist en pianist Koen De Bruyne (1946-1977, gestorven aan een hersenbloeding) .
In 1967 maakte Kris De Bruyne al een Dylaneske versie van “Klein, Klein Kleuterke”, die echter vooral succes kende in café “’t Hoekske” , aan de Paleizenstraat te Brussel. Kris voegde zich al gauw bij het duo Lamp & Lazerus, waarmee hij één lp maakte voor Vogue. Muzikaal lieten Lamp (Guido Van Hellemont), Lazarus (Wim Buelens) en Kris (De Bruyne) meer verhopen, maar ook zij bleven in de goede bedoelingen steken, vooral dan omdat teksten als “De peulschil” of “De onverbiddelijke zoener” het wel één keer kunnen doen, maar ook niet veel méér. Met Lamp, Lazarus en Kris is indertijd dan ook nogal wat gelachen (twee betekenissen). Kris De Bruyne meende achteraf zelfs van “Lulleke” te moeten spreken, maar als je hem op een podium hoort “lullen” tussen zijn (doorgaans wel goeie) nummers door, dan weet je echt niet meer op wie de scheldnaam juist slaat. Tenslotte zou volgens Johan Verminnen het concept van LLK bijgedragen hebben tot het tot stand komen van Neerlands hoop Express, de beste nederlandstalige rockgroep (na De Miljonairs) die wij ooit aan het werk hebben gezien. (*)
Kris De Bruyne zelf ging nadien ook op de rocktoer met Luk Van Kessel. Hij maakte met de hulp van o.a. Raymond van het Groenewoud, Firmin Michiels, Mich Verbelen en Jan Dewilde een eerste lp (“Kris De Bruyne”, voor Vogue), die een nogal doffe productie meekreeg, maar waarop toch schitterende songs als “Je Lijkt Zo Aardig”, “Ook Omdat Brussel Stinkt”, “Tangebeekbos” en “Japie” staan.
Een hoogtepunt werd echter zijn tweede lp, “Ook Voor Jou”, die een ijzersterk repertoire met een vlekkeloze productie combineerde en Kris zeer terecht een gouden lp opleverde (**). De uitschieter is natuurlijk “Amsterdam”, al is vanuit onze optiek “Als je weggaat” natuurlijk veel belangrijker, ook al hebben wij Kris’ uitvoering (vooral live) steeds te tam gevonden. Kris’ poging om dit verdiende succes over te doen met de matte “Ballerina’s” werd door pers en publiek nauwelijks gesmaakt.
Persoonlijk heb ik maar één keer contact gehad met Kris De Bruyne en dat was helaas niet positief. Halfweg de jaren zeventig (misschien wel in de tijd van dat optreden in ’t Broebelke) trad hij eens op in de gemeentezaal van Ledeberg, waar ik toen woonde. Het was zelfs gewoon om de hoek. Dus waren mijn vrouw en ik er heen gegaan, terwijl een babysit op onze pasgeboren baby paste. Toen we terugkeerden, had die “Deep Purple in rock” opgezet en dat was nu juist het onbehaaglijke gevoel dat ik aan het optreden had overgehouden. Kris De Bruyne wou geen “kleinkunstenaar” zijn, maar hij wou rock brengen. En hij werd dan ook door enkele muzikanten begeleid die alle kenmerken van een rockgroep in zich droegen. Alleen… het was allemaal zo braafjes. Vooral van mijn lievelingsnummer (“Als je weggaat” dus) had ik veel meer verwacht. Ik schreef indertijd voor Tliedboek en ik besloot deze indrukken dan meteen ook maar uit te tikken. Toen ik de brief in de brievenbus wou steken, liep ik Kris tegen het lijf, die juist de gemeentezaal verliet (de postbus was daar ook). Ik vertelde hem wat er in de brief stond en in plaats van hem te posten, gaf ik de brief aan hem, zodat hij er eventueel zou op kunnen reageren. Zoals ik eigenlijk wel kon vermoeden, heb ik daar uiteraard nooit meer iets van gehoord en hebben ze bij Tliedboek mijn brief nooit ontvangen…
Ook gitarist Kris Peeters, die rond het millenium bij Kris speelde, vertelde in de aflevering van Belpop (in 2023) een anekdote die een licht werpt op het karakter van De Bruyne. Kris Peeters was in die tijd ook bijna iedere avond te zien als lid van De Laatste Showband. Op een bepaald moment kwam er na een optreden dan ook een dame naar hem toe die zei: “Ha Kris, ik volg je carrière van nabij, ik ben een groot bewonderaar van jou” (of zoiets). Waarop Kris De Bruyne de dame bedankte, maar die antwoordde: “Ik heb het niet over jou, maar over die Kris.” En dat was de laatste avond dat Kris De Bruyne nog met Kris Peeters heeft opgetreden…
Ronny De Schepper
(*) Duidelijk geschreven toen de Centimeters nog de Miljonairs heetten.
(**) Pas onlangs is me opgevallen dat de klassieke musicus Joris Verdin hierop meespeelt.
