Morgen zal het negentig jaar geleden zijn dat in San Francisco de Amerikaanse acteur en regisseur Clint Eastwood werd geboren.

In 1955 debuteerde Clint Eastwood in “The revenge of the creature”, gevolgd door “Francis in the Navy”, “Lady Godiva of Coventry” en “Tarantula”, allemaal B-films, net zoals een jaar later “The first traveling saleslady”, een komedie van Arthur Lubin over Rose Gillray, verkoopster van prikkeldraad in 1897 in Twilde Westen (de titelrol werd gespeeld door Ginger Rogers).
Echt bekend werd hij pas vanwege zijn rol van Rowdy Yates, een tweede voorman-veedrijver, in de TV-serie Rawhide (1959-1966). Daarmee was voorlopig de richting van zijn carrière gezet: Eastwood kwam tot bloei in de western.
Grote faam maakte hij in 1964 met A Fistful of Dollars, zijn eerste samenwerking met regisseur Sergio Leone. Met twee delen werd dit succes verlengd: eerst met For a few Dollars More (1965), daarna in 1966 met The Good, the Bad and the Ugly. Clint Eastwood’s paycheck increased from $15,000 for Per un pugno di dollari (1964) to $50,000 for Per qualche dollaro in piu and would reach $250,000 (plus 10% of the grosses) for Il buono, il brutto, il cattivo (1966).
De personages die hij in de spaghettiwesterns (en later ook in de politiefilms) uitbeeldde zijn onverzettelijk en hebben gevoel voor droge humor. Dit beeld daarbij blijft op het netvlies staan:
Een lange gestalte, grimmig gezicht en peinzende ogen, een smeulend sigaartje in een mondhoek, loopt met soepele, trage, tred als een panter door de scenes van de spaghettiwesterns, ondertussen met achteloze snelheid zijn Colt45 hanterend.
Na “Kelly’s heroes” van Brian G.Hutton volgde in 1971 “The Beguiled”, een film van Don Siegel, waarin Clint Eastwood een gekwetste (noordelijke) soldaat speelt die in een (uiteraard zuidelijk) meisjespensionaat wordt verzorgd. Dat ontketent natuurlijk tal van passies bij Geraldine Page, Elizabeth Hartman en Jo Ann Harris. Er zit o.m. een merkwaardige droomscène in, waarin Eastwood het met twee vrouwen doet en de twee vrouwen uiteraard ook met elkaar. Let wel op: het is geen droom van Eastwood, maar van de meesteres van het pensionaat! Ze ziet hem op de koop toe als een pieta, maar het zal haar niet beletten vreselijk wraak op hem te nemen als zijn aandacht toch meer naar één van haar leerlingen blijkt te gaan. Anderzijds speelt Eastwood hierin wel een uiterlijk mooie jongen zeker niet innerlijk, want, alhoewel hij in de gelijknamige film dus als “the good” de geschiedenis is ingegaan, toch heeft Clint Eastwood ook altijd “a streak of badness” gehad.
Nog in 1971 draait hij zijn eerste film en dat is niét “Dirty Harry”, zoals men meestal aangeeft (die inderdaad óók uit 1971 is, wat een jaar!) want die is van Don Siegel (de rol was trouwens oorspronkelijk bedoeld voor Frank Sinatra), maar wel de intimistische thriller “Play Misty for me”.
Pas daarna incarneert hij dus de keiharde politieagent Harry Callahan, beter gekend als Dirty Harry. De film “Dirty Harry” was geïnspireerd op de jacht op de beruchte Zodiac Killer. Tot en met 1988 verschenen er in totaal vijf films waarin Dirty Harry ten tonele werd gevoerd.
Daarna regisseerde hij zijn tweede film, tevens zijn eerste western: “High plains drifter” (1972), influenced by Clint Eastwood’s two major collaborators Sergio Leone and Don Siegel (Clint Eastwood’s director on five films, four of which preceded this one). Their names are on the headstones in the graveyard as a tribute. Another headstone bears the name of Brian G.Hutton (director of Where eagles dare uit 1968 and Kelly’s Heroes uit 1970). Patrick McGilligan’s 2002 Eastwood biography quotes the star as saying, “I buried my directors.” Shortly after the film’s release, Clint Eastwood wrote to John Wayne, suggesting that they make a western together. Wayne sent back an angry letter in reply, in which he denounced this film for its violence and revisionist portrayal of the Old West. Eastwood did not bother to answer his criticisms, and consequently they did not work together.
Daarna was er “Breezy” (1973), gevolgd door “The outlaw Josey Wales” (1976), o.m. door Orson Welles een klassieker genoemd, “Bronco Billy”, “Honky tonk man” en “The Rookie”.
Dezelfde stijl vinden we een paar jaar later nog altijd terug in zijn eigen film “Sudden impact” met het bekende zinnetje: “Make my day”. This movie has a surprising amount of similarities with “High plains drifter”, released a decade earlier. Not only are they both directed by and starring Clint Eastwood, but both movies have haunting flashbacks that are revenge stories. Harry gets beaten up by three men similar to the Marshall getting whipped by three men. The first time Eastwood uses his gun in the beginning of both movies, three characters are shot and killed. The climax in both movies take place where the flashbacks were with Eastwood killing the remaining villains at night. Both movies have rape. This is also the fourth of five time Eastwood plays a nameless cowboy just like it’s the fourth of five times Eastwood would be Dirty Harry. In bepaalde kringen worden deze films als “fascistisch” afgedaan, omdat hier het recht in eigen hand wordt genomen. Een verwijt dat niet licht te nemen valt, vooral omdat Eastwood zich wel degelijk in de politiek heeft begeven. Na twee jaar de burgemeestersjerp van Carmel te hebben omgord, hield hij dat echter voor bekeken. Hij bleef tot aan zijn dood wel een pleitbezorger voor de ultraconservatieve republikeinse partij.
De tot inkeer gekomen boef in “Unforgiven” heeft dan ook ontegensprekelijk autobiografische trekjes. Eastwood wil vooral duidelijk maken dat geweld niet grappig is, iets waaraan oudere films van hem zich wél schuldig maken, zegt hijzelf. Het gaat dan wel degelijk over “actiefilms” en niet over komedies als “Every which way but loose” uit 1978 van James Fargo of “Any which way you can” van Buddy Van Horn uit 1981, waarin hij een aap als tegenspeler heeft. Daarin wordt ook geregeld een robbertje gevochten, maar hier is het geweld zo karikaturaal dat het onmogelijk ernstig kan worden genomen. Die films behoren niet tot zijn beste prestatie trouwens. Als grapjas stelt Eastwood eigenlijk niet veel voor. “Paint your wagon” uit 1969 mag dan nog erg grappig zijn, maar dat is dan eerder aan Lee Marvin en het doldwaze scenario toe te schrijven dan aan Clint (*). Released at a time when musicals were rapidly going out of fashion, this movie was notoriously over budget and behind schedule, opening to mostly negative reviews. It was not the huge box-office success that the producers had hoped it would be. Clint Eastwood’s experiences on this movie inspired him to form his own production company, Malpaso, saying that working on this movie had shown him how not to make a movie. In 1974 laat Clint Eastwood op die manier Michael Cimino als regisseur debuteren in de gangsterfilm “Thunderbolt and Lightfoot”, waarin hij merkwaardig genoeg zichzelf laat wegspelen door een nog jonge Jeff Bridges.

In 1985 was “Pale rider” Clint Eastwood’s first western since The Outlaw Josey Wales (1976), a gap of nine years, and his last prior to Unforgiven (1992), a gap of seven years. Het was dan ook in de tijd dat westerns volledig “out” waren after the notorious financial and critical failure of Heaven’s Gate (1980). Met een personage ontleend aan zijn Italiaanse westerns (in fact this movie marked for the last time the return to the big screen of Clint Eastwood’s “Man with No Name” nameless drifter-type character – in interviews Clint Eastwood has said that his character is in fact a ghost, just like in “High plains drifter”). wist Eastwood hiermee nog the highest-grossing western at the box office af te leveren die made and released was during the 1980s despite other Western oaters as Silverado (1985), Rustlers’ Rhapsody (1985) and Lust in the Dust (1984). The title is said to be referring to the Four Horsemen of the Apocalypse from the Book of the Revelation, chapter six. Megan Wheeler (Sydney Penny) is reading the exact verse when she and her mom, Sarah (Carrie Snodgress), first see Preacher (Clint Eastwood) ride up to their house. But in fact, the text speaks about “a pale horse” and not “a pale rider”… (IMDb)

03 unforgiven

In 1993 werd de film “Unforgiven” van Clint Eastwood als beste film van het jaar bekroond tijdens het jaarlijkse Oscar-gala. Regisseur Clint Eastwood zelf kreeg de Oscar voor de beste regisseur en Gene Hackman kreeg een Oscar voor “best supporting actor”. In deze film wil Clint Eastwood de mythe van de revolverheld ontluisteren. “Het is verdomd lastig om iemand te vermoorden,” wordt een paar keer in de film gezegd. “Al die killers die legenden werden waren gewoon kerels die mensen in de rug schoten. Ze stonden niet tegenover elkaar, in het midden van de straat, zoals in de oude westerns. De revolverheld is een romantische mythe, net als het hele oude Wilde Westen, dat eigenlijk niets meer was dan een dorre, armoedige streek vol miserie. De cowboys waren vuil en ongewassen, en de meesten konden niet beter overweg met een pistool dan met een strijkijzer. Dàt heb ik in deze film willen tonen.” (Humo)
Dus, inderdaad, zelfs voor een premiejager kan het doden van een mens niet zo eenvoudig zijn. Maar het “snelrecht” in primitieve maatschappijen zoals die van het “wilde westen” interesseert Eastwood wél. Méér dan de lange “bureaucratische” weg alleszins. Daarom, alhoewel “Unforgiven” werd aangekondigd als een film die het brutale geweld in vraag stelt, komt het in de apotheose toch ook hier weer neer op een koele afrekening, waarbij zelfs een paar onschuldige slachtoffers vallen.
Toch was Eastwood duidelijk bezield met goede bedoelingen. Hij legt b.v. een link tussen Rodney King (de zwarte die door de politie werd afgeranseld en waarvan de videobeelden de rechtstreekse aanleiding vormden voor de rassenrellen in Los Angeles) en het personage van de sheriff in “Unforgiven” (gespeeld door Gene Hackman, een acteur die na “The French Connection” weigert om nog verder geweldfilms te draaien, tenzij dit geweld een boodschap in zich draagt, zoals b.v. in “Mississippi burning”).
Toen hij in 1994 de jury van het Filmfestival van Cannes moest voorzitten, gaf deze weliswaar de Gouden Palm aan “Pulp Fiction” van Tarantino, maar Eastwood zelf distantieerde zich van deze keuze, een houding die helemaal past in zijn “revisionistische” visie op geweldfilms.
Ook in “In the line of fire” van Wolfgang Petersen speelt Eastwood de rol van Frank Horrigan, een uitgebluste lijfwacht van J.F.K., die het niet helemaal heeft kunnen verwerken dat hij de moord niet heeft kunnen verhinderen en daarom zijn toevlucht zoekt in de jazz (alweer) op zijn piano. Een psychopaat, die zich Booth noemt (zoals de moordenaar van Lincoln, rol gespeeld door John Malkovich) daagt hem echter uit het leven van de huidige president te redden.
Daarna kwam “The bridges of Madison County”, waarin Robert Redford een fotograaf met cowboy-allures zou spelen, naast “boerin” Isabella Rossellini, maar uiteindelijk was het Clint Eastwood die zowel de regie als de mannelijke hoofdrol voor zijn rekening nam en als vrouwelijke partner koos hij Meryl Streep, met wie men eerst vermoedde dat hij ook naast de set aan het rollebollen ging, maar uiteindelijk bleek hij met een nog jonger nieuw lief af te komen. Het misverstand is misschien afkomstig van het feit dat het verbazend goed klikte tussen de twee vertolkers. Het dient gezegd dat Streep haar (deze keer) Italiaans accent binnen de perken houdt. Totaal in tegenspraak met Hollywood-cinema is dat men het erotisch aspect heeft geminimaliseerd en dat men van de bierzwelgende echtgenoot een sympathieker personage heeft gemaakt om minder zwart-wit te gaan werken.
Jongere vrouwen die willen meestal ook nog kinderen en zo maakt Eastwood in 1996 zichzelf belachelijk door op z’n 66ste voor de vijfde maal vader te worden. Als vergoelijking kon hij dus aanvoeren dat dit het eerste kind is bij zijn tweede vrouw, Dina Ruiz, 36 jaar jonger dan opa (zijn eerste vrouw was Maggie Johnson). Zijn andere vier kinderen zijn van verschillende vrouwen, dus ook van vrouwen waarmee hij niet getrouwd is geweest. En dan is er nog geeneens een bij van Sandra Locke, waarmee hij van 1976 tot 1989 in boelschap leefde (want ze waren allebei getrouwd). Toen ze uit elkaar gingen, kon Eastwood haar overhalen geen “palimony” (alimentatie voor samenwonenden) te vragen door haar een paar films aan te bieden die ze zou regisseren. Die waren echter zo slecht dat hij na verloop van tijd ermee ophield. Dat kwam hem in 1996 duur te staan, want de immer grappige rechtspraak in de VS veroordeelde hem tot 350 miljoen frank schadevergoeding. Maar allé, hij moet ze dan toch eerst verdiend hebben…
Op de Republikeinse conventie die Mitt Romney in 2012, als presidentskandidaat moest voordragen heeft ook Oscar-winnaar Clint Eastwood de toehoorders toegesproken. Hij maakte er een soort twistgesprek van, met Obama als onzichtbare tegenspeler, vertegenwoordigd door een lege stoel. De 82-jarige Eastwood gaf de president de boodschap mee dat “wie zijn job niet goed doet, moet vertrekken. Ik denk dat je een stap opzij moet zetten. Laat mijnheer Romney het roer overnemen. Je mag wel nog het vliegtuig gebruiken. Ik heb trouwens nooit gedacht dat het een goed idee was voor een advocaat om president te worden. Ik denk dat het tijd is voor een zakenman.” Pijnlijk, want Romney had ook een diploma in de rechten… Het twaalf minuten durende optreden lokte dan ook veel kritiek uit. “Clint, mijn held, komt triest en pathetisch over”, schreef filmcriticus Roger Ebert op Twitter. “Hij had dit zichzelf niet aan moeten doen. Het is hem onwaardig.” “Clint heeft het totale aantal woorden van zijn laatste drie films in de schaduw gesteld”, twitterde filmkenner Richard Roeper. Howard Kurtz van CNN zei dat de ‘act met de lege stoel’ het ‘vreemdste moment op een conventie’ was dat hij ooit had gezien. Obama’s campagneteam haakte meteen in op het optreden. Het stuurde via Twitter een foto van de achterkant van de stoel van de president, waar nog net Obama’s hoofd boven uit stak. Het bijschrift luidde: Deze stoel is bezet.
Maar terug naar de film. In “No way out” van Roger Donaldson speelde Gene Hackman destijds (1987) een minister van defensie die in een woedeaanval zijn minnares doodt. In “Absolute power” van Clint Eastwood uit 1997 is hij zowaar een president die min of meer hetzelfde voor heeft. Hij probeert namelijk de vrouw van een invloedrijke lobbyist te verkrachten en als deze zich verzet, wordt ze neergeschoten door een veiligheidsagent. En ook nu dient er een theorie uitgewerkt om Hackman uit de problemen te houden. Onnodig te zeggen dat Eastwood zich voor deze thriller liet inspireren door het Clinton-tijdperk.
In dat jaar draaide Clint Eastwood ook nog “Midnight in the Garden of Good and Evil”, een courtroom drama dat zich afspeelt in Savannah, in het zuiden van de Verenigde Staten (Georgia).
In 2003 was er “Mystic River”, een misdaaddrama met Kevin Bacon (Sean Devine), Sean Penn (Jimmy Markum) en Tim Robbins (Dave Boyle). In “de boekskes” wordt de film als volgt aangekondigd: “Jeugdvrienden Jimmy, Dave en Sean groeiden samen op in een ruige buurt van de stad Boston. Hun vriendschap werd bruut verstoord toen Dave op een dag werd gekidnapt (door twee pedofielen, RDS). Deze gebeurtenis dreef de drie vrienden uit elkaar. Wanneer vele jaren later de dochter van Jimmy wordt vermoord, brengt dit de mannen opnieuw samen als slachtoffer, als rechercheur en als verdachte…”
Dat is uiteraard een uitstekend uitgangspunt en het levert dan ook een uiterst boeiende film op. Alleen… het einde is niet alleen ontgoochelend, het is ronduit, ja hoe zou ik het zeggen, zum kotzen. Ik vind het overigens typisch voor zo niet àlle (“Unforgiven” is b.v. een uitzondering) films van Eastwood, dan toch voor de meeste. Ik ga geen grote woorden gebruiken die met een “f” beginnen, maar toch… (**)
Het Los Angeles van de jaren twintig is dan weer de achtergrond van “Changeling” uit 2008. Deze film is een striemende aanklacht tegen het Los Angeles Police Department aan de hand van het waar gebeurde verhaal van de verdwijning van Walter, het zoontje van Christine Collins. Buiten het feit dat de film je met een kille hand bij de keel grijpt, is er ook veel aandacht van Eastwood (die overigens ook de filmmuziek schreef) voor het historische detail. Alleen de opgespoten lippen van Angelina Jolie als mevrouw Collins zijn een blaam. En natuurlijk speelt John Malkovich een predikant op zijn eigen typische manier en niet zoals die in het tijdskader past, maar deze twee misstappen zijn Eastwood gemakkelijk te vergeven in het licht van de rest van de film.
Helemaal anders ligt het met “Hereafter” uit 2010. Drie losstaande verhalen over de dood en the hereafter komen hierin op het einde netjes voorspelbaar samen. Het is een film voor believers, die er niet voor terugschrikt de non-believers te kapittelen.

In 2014 volgt “Jersey boys” naar de Four Seasons story die dan al enkele jaren loopt op Broadway.

Ook met “Sully” grijpt Eastwood in 2016 terug naar een waar gebeurd verhaal: the story of Chesley “Sully” Sullenberger (Tom Hanks), an American pilot who became a hero after landing his damaged plane on the Hudson River in order to save the flight’s passengers and crew.

Referenties
Ronny De Schepper, Oscars in zicht, Steps magazine februari 1992
Ronny De Schepper, Soms good, soms bad, maar nooit ugly, Steps magazine september 1992

(*) Wel dient te worden opgemerkt dat Clint Eastwood dan geen zanger mag zijn, maar hij is wel zeer muzikaal en kan goed gitaar en piano spelen. In de film “City Heat” laat hij zien dat hij piano kan spelen. Eigenlijk was hij zelfs voorbestemd om musicus te worden i.p.v. acteur, ware het niet dat hij tijdens de oorlog in Korea een aantal acteurs heeft leren kennen, die hem tot het vak overhaalden. Als grote jazzfan verfilmde Eastwood met “Bird” in 1988 dan ook het leven van de legendarische saxofonist Charlie Parker (rol vertolkt door Forest Whitaker). Zijn film “Piano Blues” droeg hij dan weer op aan Pinetop Perkins, Fats Domino en Dave Brubeck. In zijn laatste films die hij zelf regisseerde, moeide hij zich trouwens ook met de soundtrack (b.v. “Mystic river” en “Changeling”).
(**) Ik weet ook wel dat “Mystic river” eigenlijk is gebaseerd op een roman (van Dennis Lehane), dat dan ook nog eens door een scenarist (Brian Helgeland) werd bewerkt, maar dat belet niet dat Eastwood als regisseur het einde naar zijn eigen hand kan hebben gezet.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.