“Hoe zou het nog met Jan Cremer zijn?” vroeg ik me af toen de man tachtig jaar werd. En ik antwoordde mezelf met: “De man heeft ongetwijfeld nog weinig van doen met de jonge branieschopper uit Jan Cremer I en Jan Cremer II, twee boeken die ik plichtsbewust in mijn boekenkast heb, maar die ik nu nog altijd niet heb gelezen.” En nu meldt Raymond Thielens mij dat de man vandaag is overleden. Ik vrees dat ook zijn overlijden mij niet tot lectuur van zijn oeuvre zal aanzetten…

In de jaren tachtig was er wel veel te doen naar aanleiding van een rock-opera over dit kleurrijke personage…

Zowat alle cultuurmedewerkers van De Rode Vaan hebben zich naar de Antwerpse opera gespoed om daar de Belgische première van de rock-opera « Ik, Jan Cremer » mee te maken (voor de technische fiche en voorafgaandelijke opmerkingen over het budget, zie rv nr 32). Men kan dus alvast niet zeggen dat deze productie « onopgemerkt » is voorbijgegaan… Alle verslagen afdrukken die onze nijvere medewerkers hebben binnengestuurd is echter onbegonnen werk, vandaar dat ondergetekende hieruit een selectie heeft gemaakt en er nog wat bedenkingen zijnerzijds heeft aan toegevoegd. Die selectie was overigens niet zo moeilijk, want de globale opvattingen over deze « opera » (?) liepen nogal parallel. En dat is jammer voor de makers…
Inderdaad, met een regisseur als Franz Marijnen en een budget van zowat veertig miljoen waren de verwachtingen hoog gespannen en die werden niet ingelost. Dat budget werd b.v. voor een groot deel gespendeerd aan een nogal indrukwekkend mobiel decor, maar als men van Drs P. kan zeggen dat hij « heen en weer » gaat, dan gaat Jan Cremer blijkbaar enkel « op en neer » (wat misschien nog waar is ook). Het zal trouwens duren tot één van de travesties op naaldhakken eens van die verrekte trappen flikkert…
Inhoudelijk (is er wel een auteur ? Ferron haakte af en Nijgh is enkel een tekstschrijver) staat dit spektakel op een kinderniveau en het is eigenlijk spijtig dat de erotische en shockerende scènes (zij het allemaal erg braaf, zelfs de Gazet van Antwerpen gaf een lovende kritiek) juist beletten dat de jonge snaken erop af kunnen komen (al moeten we daarbij ook weer even verwijzen naar de bedenkingen van collega L.D.P. bij « Mad Max », in de rv van vorige week).
Zij zullen immers wél gecharmeerd worden door de (voor één keer eens goed uitgevoerde) dansnummertjes, ontworpen door Rick Atwell.
« De meest vernieuwende choreograaf sinds Bob Fosse » wordt er gezegd, maar wij hebben integendeel de indruk alles al eens ergens te hebben gezien: « Vlees » b.v. in « The Wall » of in « Thriller », « Ik ben de jongen op de hoek » in « West side story », « Amerika » in « Thank God it’s Friday », « Nachten van Parijs » in « Cabaret », « Dansles » in « Grease » enz. Ook muzikaal wordt er flink gejat, met als opvallendste voorbeeld « Wat Cremer doet dat doet-ie goed » (een doorslag van « Paradise by the dashboard light » van Meatloaf). Dat maakt echter ook dat de melodietjes van Gerard Stellaard doorgaans goed in het oor liggen, « The sky is the limit » is zelfs een geheide hit. De zeskoppige rockgroep speelt heel degelijk, maar de klankbalans is wat ongelijk zodat de tekst grotendeels de mist ingaat.
Naast een ontgoochelende Peter Tuinman, die bij de confraters nogal wat onvriendelijke termen over zijn fysiek moest incasseren (en ja, een « stuk » is-ie niet, zoals nochtans vaak wordt gezongen), komt er maar één actrice echt naar voren en dat is « onze » Bien De Moor (remember « Grease » in Arena) die in het filmpje « Claudia » iets laat zien wat doet veronderstellen dat ze het in dat genre misschien wel ver gaat schoppen (R.D.S. in De Rode Vaan nr.35 van 1985)

Een gedachte over “Jan Cremer (1940-2024)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.