Net zoals “Quiz me quick” opende “Salamander” met een bijna perfecte eerste aflevering die het beste laat verhopen voor de rest van de serie. Eén minpunt: dat Filip Peeters (foto) ooggetuige is van het afschieten van één van zijn informanten, dat kan nog door de beugel, maar dat hij de tweede opbelt net op het moment dat het deze zijn beurt is, is er wat over. Vooral omdat dit voor het verhaal niet meer nodig was: als het lijk werd ontdekt, zou hij wel automatisch de link kunnen leggen. Maar nu ik erover nadenk, er IS nog niet echt een lijk, laat staan dat het zou ontdekt worden, dus misschien stuurt Ward Hulselmans ook dit onderdeel van het plot nog de juiste richting uit. (*)
Lees verder “Tien jaar geleden: “Salamander””Tag: Filip Peeters
25 jaar geleden: “Romeo en Julia” in een regie van Hilde Van Mieghem
25 jaar geleden was “Romeo en Julia” in een regie van Hilde Van Mieghem als examenstuk bij Studio Herman Teirlinck een tegenvaller. Die bewees hiermee alvast dat een goede actrice niet noodzakelijk een goede regisseur is. Akkoord dat omwille van het feit dat slechts vijf leerlingen examen aflegden er veel verkleedwerk bij te pas kwam, maar er werd toch op een aantal figuranten beroep gedaan (Filip Peeters als de prins en verder Louis J.A.van Beek, Pieter Embrechts, Bart Voet, Nathalie De Schepper, Diane Verdoodt, ja zelfs patron Jan Decleir zelf als graaf Capuletti), zodat de vele dode momenten toch zouden kunnen worden opgevuld.
Maar ook haar personenregie was allesbehalve en dat is in het geval van een opleiding voor jonge mensen toch erg noodzakelijk! Vooral Joke Devynck bezondigde zich als Mercutio in extreme mate aan overacting (terwijl ze met haar Lorenzo geen weg wist). Zowel Lorenza Goos als Ariane van Vliet moesten resp. als Benvolio en als Tebaldo eveneens in mannenkleren kruipen, wat hen niet écht afging. Dat is natuurlijk niet zo heel erg, wél erg is dat net zoals bij ballet, toneel stilaan een meisjesaangelegenheid begint te worden. Met misschien nog wat homo’s om voor het “mannelijke” (?) evenwicht te zorgen. No hard feelings, zeker niet voor de paar jongens die zich toch nog aan kunst wagen. Want dààr wringt het schoentje blijkbaar: deze maatschappij splitst zich meer en meer op in een “mannelijke” en een “vrouwelijke” kant. De benaming komt grotendeels overeen met de twee geslachten, maar er zijn net zo goed “mannelijke” meisjes (je kent ze wel, die even nonchalant hun voeten op de banken van de tram leggen, roken als turken en vuilbekken als de échte macho’s, die in hun sportwagen of megadancing toch ook maar een klein pietje, zeg maar een clitorisje, moeten verbergen) als “vrouwelijke” jongens (vaak homo’s, jawel, maar niet altijd). De “vrouwelijke” tak krijgt het in deze maatschappij trouwens hard te verduren. Kunst staat op de tocht. Wordt maatschappelijk afgestraft. Geridiculiseerd. In het beste geval mag je nog hopen dat sport een uitlaatklep vormt voor de “anderen”, maar of hooligans nog iets met sport te maken hebben is dan ook alweer de vraag. Misschien wordt zelfs sport in een volgende generatie “kunst”?
Dit gezegd zijnde, liepen deze twee meisjes (Lorenza Goos en Ariane van Vliet dus) opvallend met hun borsten bijna bloot als ze dan wél een vrouwenrol mochten spelen (resp. Gravin Capuletti en de voedster). Wat in het geval van de voedster de baby van Filip Peeters alvast deed smakken. “Daar passeert mijn avondmaal!” zal hij wel hebben gedacht.
Tenslotte waren er nog Katrien Vandendries en Jan Van Hecke in de titelrollen. Van Hecke was nogal een stijve hark, maar binnen de zopas geschetste context zal dat allicht geen beletsel zijn om hem een diploma af te leveren.
Gelukkig moest hij niet deelnemen aan de lange “schermwedstrijden”, die duidelijk als oefening waren ingelast en die, alhoewel totaal overbodig, wel heel knap werden uitgevoerd. Rudi Delhem was hier uiteraard weer de leermeester, terwijl stemcoach Steve Dugardin vanuit de coulissen zelf ook een paar “liedekijns” mocht zingen. Het decor was van Jan Willem Maris, het licht van Werner De Coninck en de kostumes van Marina Yee.