De Amerikaanse actrice Bridget Fonda, hier te zien met een bouwvakkersdécolletée (maar ik vrees dat dit niet zal te zien zijn op de manier waarop de foto automatisch wordt afgesneden), viert morgen haar vijftigste verjaardag.

Ze werd geboren in Los Angeles als dochter van Peter Fonda en Susan Brewer (zij heeft ook nog een broer, Justin). Behalve haar vader zijn ook haar opa Henry Fonda en haar tante Jane Fonda bekende filmacteurs. Ze groeide dus uiteraard op in Los Angeles. Haar eerste aanraking met acteren was in een schoolopvoering van het stuk Harvey. Van 18 tot 22 jaar volgde zij les aan de New York University en Lee Strasberg Theatre Institute. Haar debuut was in “Professional man”, een aflevering uit de tv-reeks “The edge” van Nicholas Kazan. In 1986 volgde “Aria” (Franc Roddam). In 1988 had ze haar eerste grote filmrol in You Can’t Hurry Love. Daarna speelde ze de rol van Mandy Rice-Davies in “Scandal” (Michael Caton-Jones) en van een journaliste in “The godfather part 3” (Francis Ford Coppola). Daarnaast was ze nog te zien in de komedie “Shag”, ze was een would-be ontwerpster in “Strapless” en ze speelde het liefje van Michael Fox in “Doc Hollywood”, opnieuw van Michael Caton-Jones. In 1992 was ze Allison Jones in “Single white female” en Janet in “Singles” (Cameron Crowe). In 1993 speelde ze de hoofdrol in “The assassin”, de Amerikaanse versie van “Nikita” en in 1994 was ze te zien in “Little Buddha” van Bernardo Bertolucci. In 1997 speelde ze een a-typische rol in Jackie Brown van Quentin Tarantino, as the stoned beach babe Melanie Ralston, which was based on an actual actress, Candice Rialson. The same year Bridget Fonda starred in another Elmore Leonard adaptation, Touch. Like Quentin Tarantino, Paul Schrader wrote and directed his film. Het jaar daarop was ze te zien als de zwangere vrouw van Bill Paxton in Sam Raimi’s A Simple Plan. Op 29 november 2003 trouwde ze met filmcomponist Danny Elfman. Ze hebben één zoon, geboren in 2005.