Op 24 februari 1848 barstte in Parijs een revolutie los en de republiek werd uitgeroepen. Deze had zowel een sterk liberaal als sociaal karakter. Angst heerste er dat de revolutionaire wind ook naar België zou overwaaien en op 28 februari lieten fabrikanten hun arbeiders tot 22 uur werken. Er was namelijk door het “Democratisch Genootschap”, de Gentse afdeling van de “Association Démocratique”, aangekondigd dat er ‘s avonds een grote vergadering op de Vrijdagmarkt zou plaats vinden. Deze ging uiteindelijk niet door wegens te slecht weer, maar de dag nadien begaven zich grote groepen arbeiders naar de Kouter. Op 14 maart kreeg Constant Dossche, een invloedrijk industrieel met orangistische sympathieën, bezoek van de politie, maar besloot te vluchten. Over de vlucht van Constant Dossche voor de politie vermeldt Willem Rogghé in zijn “Gedenkbladen” (1898) dat hij ontkwam door aan ’t Patijntje de Leie over te zwemmen en zich daar ergens schuil te houden.
Lees verder “175 jaar geleden: “Pruuke” Dossche zwemt de Leie over”