De Vlaamse Kameropera opende haar speeljaar met een interessante « double bill », « Il Signor Bruschino » van Gioacchino Rossini en « Mozart en Salieri » van Nicolai Rimski-Korssakov.

Geen nieuwigheden voor de VKO, aangezien wij de werken er reeds bijwoonden in 1969 (Bruschino) en 1982 (Mozart en Salieri). Gezien de pittige muziek van het Rossini-opus en de Mozart-rage die de film « Amadeus » teweeggebracht heeft, beslist een goede keuze en het wederhoren waard.
Het euvel dat wij voor de VKO-opvoeringen steeds aangestipt hebben, hernieuwt zich echter meedogenloos : de oude klassieke werkjes verdragen geen zwakheden, noch orchestraal, noch vocaal. De strijkers (of krabbers ?) deden onze tenen in elkaar krimpen, maar de blazers gaven wel enkele mooie momenten.
Dan hebben wij het natuurlijk vooral over « Il Signor Bruschino », dat door Katarina Moesen en Boudewijn van Averbeke zonder kleerscheuren werd doorsparteld, terwijl Jan Joris zoals steeds op zijn best was in een bas-buffo partij.
Leo Brant was vocaal inadequaat, maar wij willen dit graag door de vingers zien, nu hij juist zijn 25-jarige kameropera-medewerking vierde.
In de kleinere partijen enkele nieuwkomers : Werner van Mechelen (een beloftevolle stem), Chris Pee en Reinhart van de Casteele (die niet veel goeds voorspellen).
« Mozart en Salieri » werd beter gediend. Frans van Eetvelt gaf overtuigend gestalte aan de gekwelde Salieri-figuur, terwijl Boudewijn van Averbeke de nu gebruikelijke speelse Mozart uitbeeldde. Al wordt daardoor de historische werkelijkheid nu in de andere zin wat te veel onrecht aangedaan, toch kunnen wij ons daarover amper beklagen, aangezien we op die manier nu eindelijk toch weer levende personages op een operascène zien staan.
De ensceneringen van Walter Claessens waren verzorgd en de muzikale leiding van Walter Proost wist te boeien. De aangekondigde geprojecteerde betiteling hebben wij amper enkele seconden kunnen waarnemen, voor de rest liet waarschijnlijk het mechanisme verstek gaan ! Toch aanbevolen, vooral voor « Mozart en Salieri ».
KLEURRIJKE CARMEN
Eveneens van vlees en bloed was de Carmen die Victoria Vergara op het toneel zette van de Opéra de Wallonie (coproductie met de Opéra d’Avignon en het Festival de Carpentras). Vorig weekend was deze « schlager » van Georges Bizet reeds te zien in Antwerpen, terwijl hij Gent op 13 en 15 december zal aandoen, maar wij zagen de rechtstreekse televisiecaptatie (RTBF) vanuit Luik (3 december). Al is het hier niet de televisierubriek, toch moeten we vooraf opmerken dat — met uitzondering van het eerste bedrijf, waarin regisseur Aufray al te realistisch wou zijn en een overigens ook voor de zaal erg hinderlijk traliewerk voor de scène plaatste — deze captatie een succes was : kleurrijk, met prachtige close-ups en ander pakkend camerawerk. Het dient dan ook onderlijnd dat dit enkel maar kon omdat directeur Rossius aan de RTBF-ploeg grote faciliteiten heeft verleend, wat o.a. de belichting betreft. Het kan wel zijn dat het Spaanse Sevilla beter de televisiespots kan verdragen dan b.v. het nochtans schitterende « Hoffmanns vertellingen » of andere Muntproducties van vorig jaar, maar de sombere weergave daarvan (denk b.v. aan « Il Trovatore ») ontnam ons toen toch alle kijkgenot.
Maar u wil natuurlijk ook iets vernemen over het luistergenot. Bij Vergara was de symbiose perfect. Wij zouden trouwens nooit vrede nemen met een Carmen die enkel goed gezongen is. Dat heeft natuurlijk wel gevolgen voor de tegenspelers. Vocaal mocht de Don José van Osvaldo di Pianduni er b.v. wel zijn, maar hij vermocht nooit de indruk te wekken van iemand te zijn die al zijn zekerheden (liefde voor zijn moeder, eventueel huwelijk met Michaela, zijn positie in het leger…) verkwanselt voor die verzengende liefde voor een zigeunerin.
Verder was Rossius bijzonder fier om twee landgenoten in een glansrol te hebben gepiloteerd : Mariette Kemmer als Michaela en Marcel Vanaud als Escamillo. Zonder de kwaliteiten van deze mensen af te vallen, moet het ons toch van het hart dat het publiek iets té chauvinistisch op hun prestaties reageerde. Maar dat gebeurt in de opera’s aan de andere kant van de taalgrens ook, natuurlijk… Wel hebben we genoten van de spitse leiding van Robert Bleser.
Al zijn we zeker de laatsten om ons te beklagen dat we « nog eens » naar « Carmen » moeten gaan kijken, toch is het ergens spijtig dat de Opéra de Wallonie met dit overbekende werk naar Vlaanderen komt (amper twee jaar geleden heeft de O.V.V. zélf met een enscenering uitgepakt), terwijl hun speelplan b.v. ook « Le Cid » van Massenet omvat.

Referentie
W.M. & R.D.S., Er staan nu ook lévende personages op de operascène, De Rode Vaan nr.50 van 1985

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.