Het is vandaag twintig jaar geleden dat de Zuid-Afrikaanse operazanger Deon Van Der Walt werd doodgeschoten door zijn vader, die daarna zelfmoord pleegde. Van Der Walt was op dat moment 47 jaar. Het drama had te maken met het beheer van de wijnboerderij. Van Der Walt was het niet eens met de politiek van zijn vader en wilde hem de leiding ontnemen.
Deon van der Walt werd gerekend tot de belangrijkste lyrische tenoren van zijn tijd en trad op in alle grote operahuizen ter wereld, waaronder het Royal Opera House in Londen (waar hij in 1985 zijn debuut maakte als Almaviva in Rossini’s De Barbier van Sevilla), La Scala in Milaan, de Oper Zürich, het Liceu in Barcelona en de Metropolitan Opera in New York. Hij trad ook op tijdens de Salzburger Festspiele, waar hij Belmonte zong in Mozarts Ontvoering uit de Sérail en Ferrando in Così fan tutte onder leiding van Riccardo Muti.
Ronny De Schepper
dagelijks iets degelijks 