Gisteravond heb ik naar “The dial of destiny” gekeken, de nieuwste en wellicht ook de laatste film in de Indiana Jones-reeks. De eerste drie films uit de reeks heb ik destijds samen met mijn kinderen wel drie keer bekeken, om maar te zeggen hoe enthousiast we hierover waren. Vele jaren later (zeker na 2008) moest ik me dan zonder hen door “Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull” worstelen en dat was geen meevaller, ook al was de regie nog altijd in handen van Steven Spielberg. Maar het platte anticommunisme deed me de das om. Ik was dus uiteraard erg benieuwd hoe deze “Dial of destiny” zou uitdraaien, ook al omdat deze keer de regie gevoerd werd door ene James Mangold…

James wie? Ik had nog nooit gehoord van deze man. Hij is het best bekend voor twee films uit de “X-men” franchise, zoals men dat dan zegt, en had ik dat op voorhand geweten, was ik misschien op mijn hoede geweest. Maar hij is ook de maker van “Girl, interrupted”, wat ik wel een interessante film vond, en van twee muzikale biopics, “I walk the line” over Johnny Cash en “A complete unknown” over Bob Dylan. Deze laatste film heb ik nog niet gezien, maar dat ga ik zeker doen, want over “I walk the line” was ik best tevreden.

Maar dat alles wist ik dus niet, toen ik gisteravond in de zetel plofte. En net zoals de oudste Indiana-films ging-ie meteen denderend van start en, jawel, ook tegen de aloude vijand: de nazi’s! Ik was dus meteen verkocht. Maar vooral was ik totaal ondersteboven van Harrison Ford. Wat zag die er jong uit, zeg! Het leek zelfs gewoon een ongebruikt fragment van destijds. Maar dat was natuurlijk niet zo. Hoe doen ze dat toch?

Want met “Magical Mystery Tour” van The Beatles (duur!), zaten we daarna plotseling in 1968 en zag Ford eruit, zoals hij er nu moet uitzien: oud dus. In het verdere verloop van de film zal hij afwisselend zijn ouderdom eer aan doen (klagen over zijn gewrichten, zijn vroegere wonden…) of toch nog af en toe verrassend kwiek uit de hoek komen. Maar over het algemeen: geen problemen met good old Harrison Ford.

Meer problemen had ik met zijn sidekick Phoebe Waller-Bridge als Helena, zijn petekind als dochter van zijn vriend en collega Basil Shaw (Toby Jones). En niet alleen ik trouwens, blijkbaar ook de scenaristen David KoeppJez en John-Henry Butterworth en James Mangold zelf. In het begin is zij immers gewoon niet te vertrouwen, op geld belust, bereid om daarvoor aan te pappen met gangsters, kortom een intrigante tot en met. Bovendien heeft de actrice zelf ook niet het minste charisma. Ik zou haar moeten herkennen uit Goodbye Christopher Robin (2017), maar haar gezicht zei me niks meer. Ik zat overigens voortdurend naar haar neus te kijken. Zoals mijn vader destijds altijd zei: “Die kan in een fles pikken!”

Maar goed, tegen het einde van de film loopt ze dan toch over naar Indiana en zorgt ze zelfs voor een feelgood einde, dat bij mij weinig geloofwaardig overkwam en een anticlimax vormde voor de film, die voor de rest van mij toch gerust een acht voor sfeer en gezelligheid krijgt!

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.