Geen wonder dat dit boek uit 1985 pas in 1994 in het Nederlands werd vertaald. De naam Murakami moest inderdaad reeds goed ingeburgerd zijn vooraleer men dit op het boekenkopende publiek kon loslaten. Als dit boek toevallig het eerste van Murakami is dat je in handen krijgt, dan is de kans groot dat je nooit nog iets van de man wil lezen (en dat zou uiteraard zeer jammer zijn).

Het enige what kept me going was het gegeven van de parallelle werelden, waarop ik reeds alludeerde bij Sputnik Sweetheart en Tsukuru Tazaki. Alleen is het nu volledig uitgewerkt en drijft het boek daar uitsluitend op. Dat is dan ook de reden waarom ik ondanks alles heb doorgezet met mijn lectuur.
De titel geeft het eigenlijk zelf al weg: er is enerzijds het “hard-boiled wonderland” en anderzijds “het einde van de wereld”.
“Let wel, ik heb het niet over een soort sciencefictionachtig parallel universum dat geen deel van onze wereld uitmaakt. Het is allemaal een kwestie van cognitie. Van de manier waarop de wereld wordt waargenomen.” (p.286)
“Het is je kernbewustzijn. Het visioen dat zich in je bewustzijn afspeelt is het Einde van de Wereld. Waarom je daar zoiets hebt zitten mag Joost weten. Maar het zit er, om wat voor reden dan ook. Intussen komt er in je geest een einde aan deze wereld hier (wonderland, RDS). Of anders geformuleerd, je geest zal daar gaan leven, in het oord dat het Einde van de Wereld heet. Alles wat er in de huidige wereld is, ontbreekt in die wereld. Er is geen tijd, geen leven, geen dood. Geen waarden in de strikte zin van het woord. Geen eigen ik.” (p.273)
“Maar het ontbreken van ruzie of haat of begeerte houdt tegelijk in dat het tegendeel ook niet bestaat. Geen vreugde, geen saamhorigheid, geen liefde. Alleen waar er desillusie en moedeloosheid en verdriet is, kan geluk ontstaan; zonder de wanhoop om wat verloren ging is er geen hoop.” (p.336)
“Toen ik jonger was, had ik wel eens gedacht dat ik iemand anders kon zijn. (…) Maar als een boot met een krom roer kwam ik steeds weer op hetzelfde punt terug. Ik kwam niet verder. Ik was mezelf, op de oever wachtend op mijn terugkeer. (…) Misschien was dat ‘wanhoop’. Wat Toergenjev ‘desillusie’ noemt. En Dostojevski ‘de hel’. En Somerset Maugham ‘werkelijkheid’.” (p.343)
De verhalen in het wonderland zijn in de verleden tijd geschreven en die in het einde van de wereld in de tegenwoordige tijd en dat is ook logisch in het kader van de plot van het boek, maar meer kan ik daar niet over vertellen, want dat zou anders een spoiler zijn. Voor zover er aan dit boek iets valt te spoilen natuurlijk…

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.