Laszlo Polgar (foto YouTube) was een Hongaarse laureaat van de BRT belcantowedstrijd 1977, die ik later heb gehoord in de “Barbier van Sevilla” in de Munt, als ik mij niet vergis, en alleszins in de “Zauberflöte” van Östman in Drottningholm. Pas nu zie ik dat hij al vijftien jaar is overleden!
Geboren in Boedapest, Hongarije, studeerde hij bij Eva Kutrucz aan de Franz Liszt Academie voor Muziek, 1967-72, en later privé bij Hans Hotter en Yevgeny Nesterenko. Hij maakte zijn debuut bij de Hongaarse Staatsopera in 1971, als Graaf Ceprano in Rigoletto. Zijn andere rollen daar omvatten Osmin, Sarastro, Leporello, Basilio en Gurnemanz. Zijn internationale carrière begon in 1981, toen hij Rodolfo zong in La sonnambula in het Royal Opera House in Londen. Hij werd een vaste gast bij de Wiener Staatsoper in 1983, bij de Staatsoper München en de Opéra de Paris vanaf 1985; ook verscheen hij in de Staatsoper Hamburg en op de festivals van Salzburg en Aix-en-Provence. Van 1992 tot 2008 was hij een solobassolo van het Operahuis van Zürich. Andere opmerkelijke rollen van hem omvatten Oroveso, Giorgio, Il Prefetto, Walter, Padre Guardiano en Filippo. Hij is misschien het meest bekend om zijn interpretatie van de titelrol in Bartóks Blauwbaards Kasteel, die hij meerdere malen met onderscheiding zong en ook opnam met sopraan Jessye Norman, dirigent Pierre Boulez en het Chicago Symphony Orchestra. In 1986 speelde hij de dubbelrol van Sarastro en Man with Greying Hair in
A Hungarian Fairy Tale (Hol volt, hol nem volt …) in de Hongaarse film geregisseerd door Gyula Gazdag. Polgár gaf les aan de Hochschule für Musik in Winterthur, Zwitserland, en ook aan de Franz Liszt Academie in Boedapest. Hij stierf in 2010 in Zürich op 63-jarige leeftijd.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)
dagelijks iets degelijks 