“Wooly Bully” is een rock’n’rollnummer uit 1965 van Sam the Sham & the Pharaohs. Het is een van de bekendste garage rock-nummers van de jaren zestig en werd een grote hit, ondanks dat het niet de eerste plaats bereikte in de Amerikaanse hitlijsten, maar dus wel bij Radio Veronica!

Achtergrond en succes

  • Het nummer werd geschreven door Domingo “Sam” Samudio, de frontman van Sam the Sham & the Pharaohs.
  • Het werd in maart 1965 uitgebracht en bereikte de tweede plaats in de Billboard Hot 100, waar het vijf weken bleef staan.
  • Ondanks dat het nooit de nummer één positie bereikte, werd het door Billboard uitgeroepen tot de grootste hit van 1965.
  • Het werd een miljoenenverkoop en betekende de doorbraak voor Sam the Sham & the Pharaohs.

Muzikale stijl en tekst

  • De song heeft een opzwepende, Mexicaans getinte Tex-Mex-sound met prominente orgelbegeleiding. Die wordt soms toegeschreven aan Jerry Patterson, normaal de drummer van Sam the Sham & the Pharaohs, maar dat is zeer twijfelachtig (soms wordt ook David Martin als drummer vermeld). Domingo Samudio (Sam the Sham) speelde zelf vaak op een Vox Continental-orgel speelde en dat instrument was een belangrijk kenmerk van de band. Het orgelgeluid in Wooly Bully is echt typerend voor die rauwe, energieke garage rock en Tex-Mex sound uit de jaren ’60. Die Vox Continental met zijn schelle, bijna nasale klank past perfect bij het opzwepende ritme en geeft het nummer die unieke drive. Andere voorbeelden zijn
  • ? & The Mysterians – 96 Tears (1966) → een ander klassiek garagerocknummer met een iconische orgelriff door Frank Rodriguez, die nog maar 14 jaar oud was (!) toen hij de beroemde riff opnam.
  • Sir Douglas Quintet – She’s About a Mover (1965) → nog zo’n Tex-Mex hit met een prominent Vox-orgel door Augie Meyers, die later ook lid werd van de Texas Tornadoes. Hij gebruikte een heel ritmische stijl, bijna zoals een accordeon, wat perfect paste bij de Tex-Mex vibes van de band. Augie Meyers bleef actief in de Tex-Mex scene en werkte later zelfs samen met Bob Dylan op diens albums Time Out of Mind en Love and Theft.
  • Samudio zelf stond bekend om zijn flamboyante podiumact. Samudio en zijn bandleden kleedden zich als Egyptische farao’s, compleet met lange gewaden en tulbanden. Samudio was een echte showman die veel energie en humor in zijn optredens legde. Hij gebruikte overdreven gezichtsuitdrukkingen, wilde bewegingen en een half-zingende, half-sprekende zangstijl. Soms rende hij over het podium of deed hij absurde dansjes, wat perfect paste bij de opzwepende muziek. Hij was eigenlijk een soort ruigere en gekkere versie van Elvis, maar dan met een orgel en een tulband.
  • De tekst is nogal speels en gaat over een kat genaamd “Wooly Bully” en een personage genaamd Matty die leert tellen. Dat komt al tot uiting in de openingsregel (“Uno, dos, one, two, tres, cuatro”) omdat het gebrekkig Spaans en Engels door elkaar gebruikt. Hoewel de tekst weinig betekenis lijkt te hebben, werd het nummer toch gecensureerd door sommige radiostations omdat ze de betekenis verdacht vonden. Wij zongen er als kinderen alleszins een aangepaste vulgaire tekst op.

Culturele impact

  • Wooly Bully wordt vaak beschouwd als een klassieker uit de garage rock-periode en een van de eerste rock-‘n-roll-hits met een Tex-Mex-invloed.
  • Het nummer werd gebruikt in talloze films, zoals Full Metal Jacket, Fast Times at Ridgemont High en Splash.
  • Sam the Sham & the Pharaohs werden hiermee een bekende naam, hoewel hun latere successen minder groot waren. Ze hadden na Wooly Bully nog enkele andere hits, zoals Lil’ Red Riding Hood, maar de groep viel later uit elkaar en de individuele bandleden verdwenen grotendeels uit de schijnwerpers.
  • Butch Gibson was de saxofonist van Sam the Sham & the Pharaohs. Hij speelde tenorsaxofoon en was een essentieel onderdeel van de rauwe, energieke sound van de groep. Zijn saxofoonpartijen gaven het nummer een kenmerkende, opzwepende groove die bijdroeg aan het feestelijke en dansbare karakter van de muziek. Over het persoonlijke leven en de verdere carrière van Butch Gibson is relatief weinig bekend. (Soms wordt ook Hector Aguilar als saxofonist vermeld.)
  • Ook Domingo Samudio (Sam the Sham) heeft na zijn periode met Sam the Sham & the Pharaohs niet in andere bekende Tex-Mex-groepen zoals de Texas Tornadoes gespeeld. Na het uiteenvallen van de Pharaohs eind jaren ’60 vormde hij Sam the Sham Revue, maar dit project kende niet hetzelfde succes als zijn eerdere band. In 1971 bracht hij een soloalbum uit, Sam, Hard and Heavy, waarop onder andere Duane Allman meespeelde. Dit album was meer blues-georiënteerd en week af van zijn eerdere Tex-Mex rockstijl. Later trok hij zich grotendeels terug uit de muziekbusiness en werkte hij een tijdlang als predikant en gevangenisaalmoezenier.
  • De gitarist van de groep was Ray Martinez en de bassist Richard Powell.

De Texas Tornadoes, een supergroep met leden als Doug Sahm, Augie Meyers, Freddy Fender en Flaco Jiménez, ontstond pas in de late jaren ’80. Hoewel Samudio’s Tex-Mex rockstijl in dezelfde hoek zat als die van de Tornadoes, was hij er nooit bij betrokken (hij mag dus zeker niet worden verward met Doug Sahm). Zijn vroege werk had echter wel invloed op de Tex-Mex en Chicano rock van latere generaties. (chatgpt)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.