Het is vandaag al negentig jaar geleden dat de beruchte Franse wielrenner Henri Pélissier werd vermoord door zijn minnares.
Pélissier was een van drie broers (naast Francis en Charles) die beroepswielrenner zouden worden. Hij begon in 1911 professioneel te koersen en boekte al voor de Eerste Wereldoorlog belangrijke overwinningen, waaronder in 1912 Milaan-San Remo en drie etappes in de Ronde van Frankrijk 1914.
Hij stond bekend als een eigenzinnig en rebels coureur, waarvan het meest bekende voorbeeld wel zijn langdurige vete is met Henri Desgrange over de erbarmelijke omstandigheden waarin renners in de eerste jaren van de Tour moesten rijden.
Na de oorlog won hij in 1919 Parijs-Roubaix. In 1920 wint Henri Pélissier de vierde Tourrit maar krijgt twee minuten tijdstraf wegens het weggooien van een kapotte band, daarop stapt hij uit de Tour. Voorafgaand aan de editie van 1921 eisten Henri en zijn broer Francis dat hun sponsor meer zou betalen dan het schijntje dat renners tot dan toe ontvingen. Hun verzoek werd afgewezen en zij verkozen om zonder sponsor als onafhankelijken te rijden. Desgrange bezwoer dat ze nooit meer op de voorpagina van zijn krant l’Auto zouden verschijnen, maar die woorden moest hij schielijk inslikken toen Henri de wedstrijd won. Na weer zo’n ruzie in 1923 schreef Desgrange: “Pélissier zal de Tour nooit winnen. Hij weet niet wat lijden is.” Pélissier logenstrafte deze woorden door datzelfde jaar de Tour te winnen.
Pélissier stond berucht om zijn ruziezoekende en driftige aard, wat veelvuldig tot onmin met anderen in het peloton leidde. Ook de broers Henri en Francis Pélissier drukten in 1924 hun stempel op de geschiedenis van de Tour. Hun woorden, opgetekend door de beroemde journalist Albert Londres in een café nadat ze in Coutances waren achtergelaten, gaven aanleiding tot de legende van les forçats de la route
(de dwangarbeiders van de weg). Ze veroordeelden het autoritarisme van Henri Desgrange, het gebrek aan aandacht en respect voor de fysieke integriteit van de renners en brachten de dopingpraktijken die toen in het peloton veelvuldig voorkwamen, aan het licht. Zelf stonden de broers ook bekend als gebruikers van gevaarlijke dopingproducten, iets wat overigens niet strafbaar was in die tijd.

Datzelfde “irascibele” karakter zorgde ook na zijn wielercarrière tot een snelle teloorgang in zijn privéleven. In 1933 pleegde zijn vrouw Leonie zelfmoord en twee jaar later schoot zijn nieuwe partner, Camille Tharault, Pélissier dood, nadat hij haar zus tijdens een ruzie met een mes had verwond. Zij schoot met hetzelfde vuurwapen dat zijn vrouw had gebruikt.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)