In september 1944 werd in Rome de Italiaanse vrouwenunie (Unione Donne in Italia, UDI) opgericht, aanvankelijk door vrouwen die lid waren van de politieke partijen PCI, PSI, Partito d’Azione, Sinistra Cristiana en Democrazia del Lavoro. De UDI was in 1945 initiatiefneemster van het op 8 maart vieren van de Dag van de Vrouw in het bevrijde deel van Italië. Nadat de oorlog voorbij was, werd de Dag van de Vrouw (vanaf 1946) op 8 maart in heel Italië gevierd. Ook werd de mimosa, die voornamelijk bloeit op de eerste dagen van maart, als symbool van de Dag van de Vrouw geïntroduceerd; een idee van Teresa Noce, Rita Montagnana en Teresa Mattei, drie communististische politici.
Maar waarom werd nu precies 8 maart uitgekozen? Op 8 maart 1908 vond in New York de eerste staking door vrouwen plaats (zie bovenstaande foto). De staking was gericht tegen de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie en is beroemd geworden door onder meer de poëtisch verwoorde eis van de vrouwen: “brood en rozen”.
De staking was het prille begin van de strijd voor de vrouwenemancipatie en tegen de ongelijkheid. In 1910 deed de Duitse socialiste Clara Zetkin (1857-1933) tijdens de Internationale Vrouwenconfentie, een conferentie voor socialistische vrouwen, in Kopenhagen het voorstel om 8 maart uit te roepen tot Internationale Vrouwendag. Deze datum werd echter niet overal aangehouden. In Nederland b.v. werd de eerste Vrouwendag gevierd op 12 maart 1912.
In 1917 brak op 8 maart opnieuw een staking uit vanwege de slechte arbeidsomstandigheden in de textielindustrie, nu in het Russische Sint-Petersburg, onder leiding van de revolutionaire Aleksandra Kollontaj. Mede als gevolg hiervan verkoos het Internationale Vrouwensecretariaat van de Communistische of Derde Internationale in 1921, 8 maart definitief tot datum van de Internationale Vrouwendag.
Gedurende de hele Koude Oorlog heeft deze viering in de landen van het Noord-Atlantische Verdragsorganisatie daarom in een verdacht daglicht gestaan door haar van oorsprong socialistische grondslag. In veel kapitalistische landen werd de dag dan ook niet algemeen gevierd of zelfs maar erkend.
Sinds in de jaren zestig de tweede feministische golf op gang kwam, wordt de Internationale Vrouwendag echter weer volop gevierd, meestal met demonstraties, bijeenkomsten en conferenties. Vrouwen uit alle landen, gezindten en politieke stromingen nemen deel. In 1978 werd de Internationale Vrouwendag door de Verenigde Naties uiteindelijk dan toch erkend. (Wikipedia)

Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag riep Amnesty International drie jaar geleden de verschillende staten op om de seksualiteit en keuzes van meisjes en vrouwen niet langer te controleren en te criminaliseren. Het “My body my rights” manifest eiste dat de barrières naar seksuele en reproductieve gezondheidszorg, educatie en informatie worden opgeheven door een einde te maken aan discriminerende wetten en praktijken.
“Ondanks de vorderingen die er afgelopen jaren zijn gemaakt sinds de Peking conferentie over gendergelijkheid in 1995, liggen seksuele en reproductieve rechten van vrouwen nog steeds wereldwijd onder vuur”, betoogde de organisatie en drie jaar later is dat volgens mij nog altijd het geval. Hoewel volgens Amnesty tientallen staten gedwongen huwelijken en genitale verminking inmiddels hebben afgezworen, blijven de praktijken elders nog steeds bestaan. “In sommige landen bestaat er nog steeds een totaalverbod op abortus en vrouwen belanden er zelfs in de cel als ze een miskraam hebben of men ze ervan verdenkt een abortus te hebben ondergaan”, zo hekelt Amnesty. Het manifest roept onder meer specifiek op om wetten af te schaffen die de uitoefening van seksuele en reproductieve rechten bestraffen en om alle vrouwen en meisjes vrij te laten die in de gevangenis zitten omwille van een abortus of voor het hebben van een miskraam. Daarnaast vraagt het manifest dat vrouwen toegang krijgen tot uitgebreide seksuele en reproductieve gezondheidszorg en tot seksuele voorlichting en programma’s.
Een zeer terechte oproep, maar wel helemaal anders van toon dan in de jaren tachtig, toen ik nog voor De Rode Vaan werkte en ik van 1983 tot en met 1986 jaarlijks aandacht diende te besteden aan de Vrouwendag (wij vormden een volledig mannelijke redactie).
Het begon in 1983 zelfs met uitgebreide reeks over “vrouwen en de economische crisis“.
De volgende jaren was het telkens via een interview in de rubriek “aan het lijntje”:
1984 Rita Ruys
1985 Kris Smet
1986 Anne-Sophie Vanneste
Ronny De Schepper