Het is al 25 jaar geleden dat de Ierse tenor Josef Locke is gestorven. Alhoewel hij “in zijn tijd” enorm beroemd was, kennen wij hem vooral uit de film “Hear my song”.
Joseph McLaughlin werd geboren in Derry, Noord-Ierland als een van de negen kinderen van een slager. Hij begon op zevenjarige leeftijd te zingen in lokale kerken in Bogside en als tiener voegde hij twee jaar toe aan zijn leeftijd om zich aan te melden bij de Irish Guards, later diende hij in het buitenland bij de Palestine Police Force, voordat hij eind jaren dertig terugkeerde om zich aan te sluiten bij de Royal Ulster Constabulary.
Bekend als The Singing Bobby, werd hij een lokale beroemdheid voordat hij begon te werken in het Britse variétécircuit, waar hij negentien seizoenen speelde in de Noord-Engelse badplaats Blackpool, waar nu elk jaar het hoogtepunt van het “Strictly come dancing”-seizoen plaatsvindt. De beroemde Ierse tenor John McCormack (1884-1945) adviseerde hem dat zijn stem beter geschikt was voor een lichter repertoire dan het operarepertoire dat hij in gedachten had, en drong er bij hem op aan een agent te zoeken. Zo vond hij de bekende impresario Jack Hylton (1892–1965) die hem boekte, maar zijn volledige naam niet op de affiche kon krijgen, dus Joseph McLaughlin werd Josef Locke.
Zijn eerste radio-uitzending was in 1949 en later zou hij vervolgens in talloze televisieprogramma’s verschijnen. Hij tekende in 1947 bij het Columbia-label en zijn eerste releases waren de twee Italiaanse nummers “Santa Lucia” en “Come Back to Sorrento”.
Nog in 1947 bracht Locke Hear My Song, Violetta uit , dat voor altijd met hem werd geassocieerd. Hear My Song, Violetta was gebaseerd op een tango uit 1936 Hör’ mein Lied, Violetta van Othmar Klose en Rudolf Lukesch en was zelf gebaseerd op Giuseppe Verdi’s La Traviata. Zijn andere liederen waren voornamelijk een mix van ballades die geassocieerd werden met Ierland, zoals The Isle of Innisfree (het themalied van de film The Quiet Man), en fragmenten uit operettes, waaronder The drinking song uit The Student Prince en Goodbye uit The White Horse Inn , samen met bekende favorieten zoals Come Back to Sorrento en Cara Mia.
Vanaf 1948 verscheen hij in diverse films, meestal als versies van zichzelf, bijvoorbeeld als “Sergeant Locke” in de komedie What a Carry On! uit 1949. In 1958, nadat hij in vijf Royal Variety Performances was verschenen, en terwijl hij nog steeds op het hoogtepunt van zijn carrière was, begonnen de Britse belastingautoriteiten aanzienlijke eisen te stellen die Locke weigerde te voldoen. Uiteindelijk vluchtte hij terug naar Ierland, waar hij zich enkele jaren schuilhield. Toen zijn meningsverschillen met de belastingdienst uiteindelijk werden opgelost, ging Locke met pensioen en trad alleen nog op voor liefdadigheidsconcerten. In 1968 trad hij nog eens op in Blackpool. Later verscheen hij op de Britse en Ierse televisie, bijvoorbeeld in de langlopende variétéshow van de BBC TV The Good Old Days. Waarschijnlijk moet ik hem daarin gezien hebben, toen deze reeks ook door de BRT werd uitgezonden, maar ik was te jong om mij hem te herinneren.
In 1991 werd de Peter Chelsom-film Hear My Song uitgebracht. Het is een fantasie gebaseerd op het idee van Locke die in de jaren zeventig terugkeerde uit zijn Ierse ballingschap om een oude liefdesaffaire te voltooien en een Ierse nachtclub in Liverpool van de ondergang te redden. Locke wordt gespeeld door Ned Beatty, met de zangstem van Vernon Midgley.
De film leidde tot een opleving in Lockes carrière. Er werd een verzamel-cd uitgebracht en hij verscheen in maart 1992 in This Is Your Life. Hij trad opnieuw op tijdens de Royal Variety Show van 1992, waar hij “Goodbye” zong, het laatste nummer dat zijn personage in de film vertolkte. Hij had voorafgaand aan het nummer aangekondigd dat dit zijn laatste publieke optreden zou zijn.
Josef Locke stierf op 15 oktober 1999 op 82-jarige leeftijd en werd overleefd door zijn vrouw, Carmel, en een zoon. Ter ere van zijn honderdste geboortedag verscheen een gedetailleerde en geïllustreerde biografie met de titel ‘Josef Locke: The People’s Tenor’.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)