Het is vandaag al zestig jaar geleden dat de Amerikaanse componist Cole Porter is overleden.

Porter werd geboren in Peru in de staat Indiana. Hij speelde al vanaf jonge leeftijd piano en studeerde later aan de Yale-universiteit. Na zijn studie ging hij naar Parijs om daar muziek te studeren. Hij bracht korte tijd door op de Schola Cantorum de Paris.

Zijn bekendste stukken zijn onder andere de musicals Kiss me Kate (1948) (gebaseerd op William Shakespeares stuk The Taming of the Shrew) en Anything Goes. Daarnaast heeft hij ook een aantal nog steeds populaire songs geschreven, waaronder I Get a Kick Out of YouNight and DayLet’s Do It (Let’s Fall in Love)I Love ParisTrue loveBegin the BeguineSo in LoveToo Darn HotIn the Still of the NightEasy to LoveYou’re the TopIt’s DelovelyI’ve Got You Under My SkinEv’ry Time We Say Goodbye en Don’t Fence Me In.

Hij stond bekend om zijn spitsvondige teksten met onverwachte wendingen en originele alliteraties (“delightful” rijmt bijvoorbeeld op “de-lovely”).

Hij ontmoette Linda Lee Thomas in Parijs in 1918. Zij was een rijke gescheiden vrouw die een aantal jaren ouder was dan hij. Ze trouwden in 1919 ofschoon Porter homoseksueel was (*). Zijn echte levensgezel was Monte Woolley. Vandaar allicht ook dat het zijn muziek was die in 1990 werd uitgekozen voor het project “Red, Hot & Blue” (naar zijn eigen musical uit 1936), waarin tal van popvedetten zongen ten voordele van het aids-onderzoek. Het huwelijk bracht beide partners voordelen: Porter kon de schijn van een heteroseksuele relatie ophouden en Thomas hield toegang tot de betere kringen.

In Parijs maakte Cole Porter kennis met “the beguine”. De beguine komt uit de Caribische eilanden, vooral Martinique en Guadeloupe, begin 20ste eeuw. Het was een mengvorm van de Franse contradans (meegebracht door kolonisten) en Afrikaanse ritmes. Het is een langzame, sensuele dans in 4/4-maat, een beetje verwant met de rumba of bolero. Niet heel opzwepend, maar eerder zwoel en elegant. Toen Cole Porter in de jaren dertig in Parijs en de Cariben reisde, hoorde hij de beguine en vond de klank exotisch en romantisch. In 1935 schreef hij dus “Begin the Beguine” — letterlijk: “laat de beguine beginnen”. Het werd een jazz-standard die door heel veel artiesten is opgenomen. Johnny Mathis zingt het natuurlijk in zijn typische, soepele stijl — erg anders dan bijvoorbeeld de swingende versie van Artie Shaw of de dramatische vertolking van Ella Fitzgerald.

De Porters verhuisden van Parijs naar Venetië, van daar naar New York en uiteindelijk naar Hollywood, waar het gemakkelijke (grote) geld lokte en waar Cole Porter voor MGM de muziek voor vele films schreef. In die tijd nam de kwaliteit van zijn werk – ook tot zijn eigen ongenoegen – af en mede daarom verliet hij Hollywood weer. Cole Porter en zijn vrouw gingen aan het begin van de jaren dertig (enige tijd) uit elkaar, nadat Porters homoseksualiteit meer en meer openbaar werd. Zij bleven echter getrouwd en hun – naar de mening van zijn biografen – gelukkige huwelijk hield stand tot de dood van zijn vrouw in 1954.

Door een ongeluk bij het paardrijden in 1937 werden zijn benen verbrijzeld waardoor hij vrijwel geheel kreupel werd, maar hij bleef componeren. In 1958 moest zijn rechterbeen geamputeerd worden. Daarna verloor hij zijn levenslust en daarmee zijn creativiteit.

Cole Porter overleed in 1964 en ligt begraven in zijn geboorteplaats tussen zijn vader Sam Porter en zijn vrouw Linda.

Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)

(*) Een andere nicht die nooit uit de kast kwam, was Cary Grant. Grappig is dan ook dat het precies Cary Grant is die de rol van Cole Porter vertolkt in de biopic “Night and day”.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.