Zou het waar zijn dat ‘verzamelen’ zijn oorsprong vindt in het jachtinstinct van onze voorvaderen? Dat de verzameling 472 theekopjes, gerangschikt op planken langs de muur, het gevolg is van de oerkreet waarmee ooit een man met woeste sprongen, een speer in de hand, een mammoet achtervolgde… Het zou best kunnen natuurlijk. Feit is dat het fenomeen verzamelen, net als ooit de jacht, blijkbaar hoofdzakelijk een aangelegenheid van mannen is. Het vrouwelijke deel van de mensheid lijkt beduidend minder interesse aan de dag te leggen voor het opstapelen van goederen; tenzij om zich van een comfortabel huis en bijhorende ingewanden te voorzien, en de haar ten dienste staande accessoires als handtassen, schoenen e.d. maar dat valt niet onder de noemer ‘verzamelen’, dat is veeleer hebben en showen. Een geldverslindende hobby met ijdelheid en pronkzucht aan de basis. Daarmee heeft onze voorvaderlijke mammoetjager niets te maken.
Verzamelen! Het is zeer onderhevig aan de tijd en ook aan de mode. De tijd, er zijn nu eenmaal dingen die gedoemd zijn te verdwijnen en zich dus niet meer laten verzamelen. Telefoonkaarten, vrijwel totaal in onbruik geraakt; ooit een rage en er werd jacht op gemaakt. Er werd op ingespeeld met de uitgave van fraaie exemplaren. Helaas. Net als de telefooncellen uit het straatbeeld gebannen werden zijn ze roemloos aan hun einde gekomen, geofferd aan de god van de vooruitgang. En nog veel meer en wat veel langer een topic was: sigarenbandjes. Maar waar zie je nu nog een corpulente oom met een Havana tussen de lippen, of mijnheer pastoor die na een slok wijn aan zo’n dik bruin ding lurkt? De sigaar verdween uit beeld, en je kan het verzamelen van de bandjes dus rustig vergeten. Gelukkig houden de postzegels nog stand in dit tijdperk van e-mail. Voorlopig… Wel is er, nu de grenzen tussen rijk en arm vervaagden, al jarenlang de nieuwe rage om op dopjes van champagneflessen te jagen. Honderden, duizenden verschillende blijken er te bestaan. Zodat je op nieuwjaarsochtend ieder jaar enkele mannen voorover gebogen, speurend, over een of ander inmiddels op dat uur verlaten plein ziet scharrelen – nee niet bezopen, maar bezeten op zoek naar dat vermaledijde dopje dat hij graag aan zijn collectie zou toevoegen. Voorwaar een bizarre wereld deze van de verzamelaars.
Er bestaan ook beurzen, ja ruilbeurzen. Waar deze uitzonderlijke exemplaren van het menselijk ras elkaar kunnen ontmoeten. Waar ze voorwerpen kunnen uitwisselen, 1 voor 1 of 1 voor 2 al naargelang van de waarde van het gebodene; er kan ook financieel geoogst worden, objecten hebben vaak een prijs… Een echte verzamelaar durft daar ver in te gaan, die heeft uiteraard iets over om net dat ene exemplaar in zijn bezit te krijgen. Een hebbeding. Je zal maar de enige ter wereld zijn die nog in het bezit is van de eerste druk van het eerste album van Kuifje mét handtekening van Hergé – daar pleeg je toch een moord voor? Bij wijze van spreken; hoewel…
Er zijn ook de personen die functioneel verzamelen, bijvoorbeeld deze die een wijnkelder aanleggen. Een opeenstapeling van uitgelezen, bij voorkeur dure wijnen van diverse ‘goede wijnjaren’ – iets voor de kenners dus. Misschien gaat het hier minder om het bezit; een combinatie van show en degustatie? En de individuen die hamsteren, nee dat zijn geen echte verzamelaars: ze hamsteren voedsel zoals het beestje in zijn wangzakken naar zijn nest sleept om zijn voorraad aan te vullen. Het zijn vaak mensen die ooit ontbering kenden, of die vrezen dat er ooit een oorlog uitbreekt met nijpend voedseltekort, en zich dus maar liever voorzien van blikken groenten, pakken suiker, tabletten chocolade, allerlei dat niet te snel aan bederf onderhevig is. Dat lijkt bijna op wat heet ‘Pack Rat’, het dwangmatig opstapelen van allerlei. Maar dat is nog een flinke stap verder, het wordt ook ‘hoarding’ genoemd’. Een obsessief compulsieve stoornis. Wie hieraan lijdt sleept werkelijk alles naar zijn hol! Ook alle onbruikbare voorwerpen worden in zijn woning opgestapeld, je kan het zo gek niet bedenken of je vindt het er. Kapotte televisietoestellen, beddengoed, speelgoed, duizenden kranten en tijdschriften, serviezen (bij voorkeur gebroken zo lijkt het wel), noem maar op. Geen plekje in huis blijft onbenut, nergens nog weet je je voet te plaatsen. En met heel veel moeite is ergens tussen of boven die rommel een piepkleine ruimte uitgespaard waar de bewoner/verzamelaar een slaapplek vindt. En schrik niet wanneer je vaststelt dat hij ergens nog een ruimte heeft gehuurd om ook die vol te stouwen, tja gezien het huis geen lege plaats meer bood. Voer voor psychiaters. Helaas. Maar niet te catalogiseren onder de rubriek ‘verzamelen’.
Nee, verzamelen dat houdt in: interesse in één bepaald object, of in één onderwerp waaraan objecten gelieerd zijn. Of dat nu antieke nachtspiegels zijn, Pokémonkaarten, spaarpotten, suikerzakjes, sleutelhangers, luciferdoosjes, skeletten (liefst van dieren), ja zelfs kotszakjes die in vliegtuigen geleverd worden zijn verzamelobjecten! Fabrikanten spelen er vaak handig op in en ontketenen zelfs graag een rage. Die wel eeuwigdurend kan lijken. Denk aan de beroemde Panini-stickers en bijhorende albums die de wereld veroverden. Of alle gadgets die Coca-Cola op de markt brengt ter eigen eer en glorie en financieel gewin. Of de handige jongens van Kindersurprise, inspelend op smaak, nieuwsgierigheid én verzamelwoede…, drie vliegen in één klap. Wat kan je zo nog verzamelen? Euh, tja bijvoorbeeld bladwijzers, en… euh… uilen…
Waarmee ik aanbeland bij het meer persoonlijke aandeel van het onderwerp. Nee ik bezit, zover ik besef, absoluut niet het instinct van een jager. En toch moet ik met het schaamrood op de wangen bekennen: ook ik verzamel! Hoe dat zo gebeurde. Simpelweg, men rolt er in. Soms kan de liefde voor een dier de aanzet zijn, of de interesse voor een object of voor een gebeuren waarover men alles wenst te weten. Of de fascinatie voor de schoonheid. Mogelijk is simpelweg een voorbeeld van een verzamelend familielid of vriend voldoende om als impuls te dienen. Mij overkwam het veeleer. Er zijn de uilen. Ik was gefascineerd door dat gevleugeld beest; om meerdere redenen. Hij vliegt, dat staat vast. En geef toe dat is fascinerend, ik bijvoorbeeld kan het niet. En hij is hoofdzakelijk ’s nachts wakker en min of meer actief; dat sprak mij aan, nachtmens als ik was. En vooral, hij bleek het – uiteraard onterechte – zinnebeeld van wijsheid. Vooral die dualiteit, de schijn van intelligentie terwijl hij natuurlijk even dom was als zijn entourage, intrigeerde mij. Ik kon me dus heel goed vinden bij de uil van Winnie the Pooh, hoe die voor de lezer steevast door de mand valt. Anderzijds bleek hij toch een behoorlijk stukje te kunnen schrijven vermits hij in zijn eentje telkens die Fabeltjeskrant vol pende. En zo plaats je al eens een miniatuuruil op de kast, op je bureau. Dat wordt opgemerkt. Er dient een geschenk gegeven? Aha, houdt hij niet van uilen… en de bal, de verzamelbal is aan het rollen. Inmiddels bevindt zich in onze living een kast, doorheen de glazen deur zijn te bewonderen: tientallen uiltjes, in alle kleuren en materialen, afkomstig uit diverse landen. En overal in huis tref je aan: uilen in diverse maten en gewichten, soms zelfs functioneel als deurstopper. Ook in de tuin staat een versteende uil klaar om het levend gepluimte angst aan te jagen: hoe dan ook, muizen heb ik nog niet tussen de bloemen gezien, hij is blijkbaar wel efficiënt. Ik verzamelde dus niet echt, er werd voor mij verzameld; al beken ik: heel af en toe liet ik me toch verleiden om een schattig exemplaar aan de collectie toe te voegen. Maar een jager, nee; een jachtinstinct, verre van.
Dan zijn er de bladwijzers, een ander verhaal. Ik moet zeggen dat dit startte als een echte kleine verzameling. Lezen, boeken… het lag ietwat voor de hand. Om een wel heel duistere reden raakte ik gebiologeerd door het fenomeen ‘bladwijzer’. En: ze lagen voor het grijpen in de boekhandels. Reclame voor de nieuw verschenen bestsellers. Dus telkens mee gegrist. Niet dat ik zo’n semiprofessioneel hobbyist zou worden, die enkele exemplaren kwamen niet terecht in een fraai album zoals dat hoorde bij de fanatieke verzamelmens maar werden in een hoge metalen doos gestopt. Van LU-koekjes. Maar het verging me net als met mijn uilen… ik liep nu eenmaal niet met een zak over mijn hoofd, en hoewel de bladwijzers vrijwel onzichtbaar opgesloten zaten werd mijn plotse, hoewel niet onstuimige, liefde toch gedetecteerd door mijn omgeving. En zie. Inmiddels volstaat die ene doos niet meer maar prijken ernaast twee veel grotere, van Winnie the Pooh en van Kidibul. Allebei stampvol. Voldoende om ettelijke honderden boeken van een exemplaar te voorzien, niet bepaald nuttig gezien ik zelden meer dan één boek gelijktijdig tot mij neem. Zelfs wanneer ik er twee of drie in dezelfde tijdspanne consumeer kunnen de talloze andere slechts beschimmelend nutteloos hun beurt afwachten. In de hoop ooit aan de beurt te komen… Papieren, katoenen, metalen, er zijn zelfs exemplaren waar een poppetje aan bungelt. De onderwerpen zijn zeer divers. De meeste verwijzen naar boeken, sommeren dit of dat werk te lezen, of prijzen een volledige reeks aan, of willen me tot een uitgeverij bekeren. Logisch. Ze werden, in navolging van mijn eerste opwelling, dikwijls geoogst in boekhandels. Mijn leveranciers aarzelden niet om, om het even waar – ook in het buitenland – de drempel van een boektempel te overschrijden, de arendsblik te vestigen op het gebied rond de kassa, prijs!, wat er voorradig lag mee te graaien en… ik werd met één of meerdere exemplaren verrijkt terwijl ergens een verkoper licht verbijsterd achterbleef. Een boek werd bij zo’n gelegenheid nooit gekocht, het was graaien en wegwezen. Op hun reizen gebeurde dit dus ook, en zo werden er ook wel eens als souvenir gekocht, ja zelfs door mij. Oxford, Cyprus, Madeira, Figueres, Neuschwanstein, Montserrat, Izmir, Lloret de Mar, zelfs twee prachtige uit Costa Rica mag ik de mijne noemen. Mooi zijn deze die een kunstwerk tonen, een schilderij, een beeldhouwwerk. Er zijn er ook met gedichten. En helaas reeksen met stichtende spreuken… En dan uiteraard een serie van firma’s, je kan het zo gek niet bedenken: bankinstellingen promoten zich zo, maar ook Leffe, Hans Anders, en zelfs Carglass. En ontdek ik daar niet een bladwijzer die me aanspoort tot jaarlijks borstonderzoek, nu ja niet rechtstreeks tot mij gericht veeleer de vrouwelijke kunne aansprekend. Mij dierbaarst evenwel, het kon niet uitblijven met een aantal kleinkinderen, zijn de handgeknutselde. Meerdere ontving ik zo, op diverse leeftijden en dus met gradaties van kunnen en vaardigheid, en ook afhankelijk van artistiek temperament gefabriceerd. Momenteel gebruik ik zo’n exemplaar van de oudste kleindochter, met vreemde, gruwelijke hoofden geschilderd – nachtmerrieachtig. Ik lees veel maar die verzameling bladwijzers zal ik nooit verslijten vrees ik. Mijn erfgenamen mogen haar opstoken. Dat zal met de uilen iets bezwaarlijker worden.
Tenzij ze de collectie willen verderzetten? Ook aan het verzamelen gaan. Verwoeder dan ik het ooit deed. Hopelijk zijn ze zich bewust van de gevaren die op de loer liggen bij een doorgedreven passie. Het kan verslavend werken, een dure hobby worden indien je geld uitgeeft voor zeldzame exemplaren. Voor enkelingen betekent het zelfs problemen qua sociaal contact en met het gezin, in extreme gevallen. En afhankelijk van het verzamelde object: het gebrek aan ruimte. Dus: bezint eer ge begint. Het is misschien beter een echt jager te worden… hoewel, nee. Ik wil Gaia niet op mijn nek. Nog deze persoonlijke boodschap aan familie, vrienden en eventuele fans: een replica van Hedwig, de mooie uil van Harry Potter, ontbreekt nog in mijn collectie… Ik ben jarig op 1 december.
Johan de Belie
P.S. Aangezien ik als illustratie een beroep heb gedaan op het Uilenmuseum van Henk en Aly Kok, voel ik mij verplicht deze mensen een beetje publiciteit te bezorgen. Daarom: “Mocht u op uilengebied nog iets hebben waarvoor u geen bestemming weet. Elke uil klein, groot, dik, dun, van blik, porselein, glas, op postzegels of sigarenbandjes, kortom: alles wat uil is wordt liefderijk door ons opgenomen. Aangezien wij over heel veel dubbele uilenspullen beschikken willen wij graag in contact komen met andere uilenverzamelaars om zo tot een uitwisseling te komen. Voor tips en een reactie kunt u ons bereiken via e-mail: Henk en Aly Kok” (RDS)
Ik ben al 45 jaar verslaafd aan jagen en binnenhalen van objecten op rommelmarkten en in kringloopwinkels. De laatste 18 jaar is daar het internet bijgekomen. Niet het bezitten is voor mij van belang, ik heb geen probleem om iets terug weg te doen. Voor mij als jager telt de jacht, niet het bezit van de prooi. Zo jaag ik ook op drukfouten in de boeken die ik lees. Voorwaar een mooie hobby vind ik dat en het verbaast mij dat niemand al eens op het idee gekomen is daar een competitie rond te maken, om ter meest fouten vinden in een afgesproken tijdspanne bijvoorbeeld. Vergelijk het met goof spotters, fanatieke kijkers die op zoek gaan naar fouten in films. Ach, het heeft allemaal te maken met adrenaline en liefde. Omdat een object soms zo mooi is dat het zonde zou zijn het niet van de vuilbak te redden…. Over verzamelaars die wel jagen om te hebben en te houden verscheen onlangs een boek met een mooie titel: ” Mesjogge bezitsdrang”.
LikeGeliked door 1 persoon