De Italiaanse actrice Sophia Loren (foto YouTube) viert vandaag haar negentigste verjaardag.
Op het gebied van seks is Italië van oudsher gespecialiseerd in naaktheid “sec”, in blootheid die niet “functioneel” is in een of andere erotische context. De Italiaanse censuur stond hier nogal tolerant tegenover. Vele sterren en nog veel meer sterretjes die later min of meer beroemd zijn geworden, zijn dan ook begonnen als bloot haremmeisje of slavinnetje in ongecompliceerde, quasi-historische avonturenfilms. Zo begon Sophia Loren haar carrière in “Il segno di Zorro” (1950). Daarna werd ze als zwarte opgevoerd in een merkwaardige verfilming van de Verdi-opera “Aida” door Clemente Francassi. Aangezien haar stem vervangen werd door die van Renata Tebaldi, had de regisseur hier zelfs meer dan ooit de kans om eens een echte zwarte in de hoofdrol van deze opera te casten. Maar neen, het werd dus het seksidool van dat moment, Sophia Loren, die met lichtbruine schoensmeer werd ingestreken. Lichtbruin, jawel, want deze Ethiopiërs moesten niet echt zwart zijn, aangezien de Egyptenaren blank als botermelk waren! In 1955 draaide ze o.m. “Il segno di Venere” en “Pane, amore e…” (foto).

BOY ON A DOLPHIN
In 1957 draaide ze “Boy on a dolphin” (foto) in een regie van Jean Negulesco. Alhoewel de film werd gedraaid in Cinécitta en op locatie op het Griekse eiland Hydra, geldt dit toch als de eerste “Hollywoodfilm” van La Loren. Het plot draait om de pogingen van twee concurrerende individuen – een archeoloog en een rijke kunstverzamelaar – om een oud Grieks beeld van een jongen die op een dolfijn rijdt, van de bodem van de Egeïsche Zee te halen. Alan Ladd vertolkt de eerlijke academische archeoloog, Dr. James Calder, die ervoor moet zorgen dat het beeld wordt overgedragen aan de rechtmatige Griekse autoriteiten. Clifton Webb speelt daarentegen een rijke en gewetenloze grafrover, Victor Parmalee, die het beeld wil vinden en in zijn eigen privécollectie wil houden. Sophia Loren speelt een Griekse sponsduikster, Phaedra, die per ongeluk het beeld vindt en probeert geld te verdienen door Webbs personage te helpen, maar een romantische relatie krijgt met Ladds personage.
Vanwege het verschil in hoogte tussen Sophia Loren en Alan Ladd, vormden hun liefdesscènes een probleem voor regisseur Jean Negulesco en zijn crew. Ladd was 5′ 6″ (1.625m) en Loren was 5′ 8″ (1.73m), waardoor hij twee keer op een kist moest staan. Voor een scène waarin de twee samen over het strand liepen, moest er een greppel worden gegraven waar Loren doorheen kon lopen, zodat Ladd langer leek.
De titelsong werd uitgevoerd door torch song/blueszangeres Julie London (*), uitgevoerd in haar beroemde stijl van intiem zingen dicht bij de microfoon, alleen begeleid door een gitaar, en is te horen in de openingscredits. Aldus Wikipedia.

In 1960 draait ze de lamentabele film “The Millionairess” van Anthony Asquith (nochtans naar een stuk van George Bernard Shaw). Hierin speelt Peter Sellers een Indische dokter die belaagd wordt door Sophia Loren, denk maar aan de hitsingle “Oh goodness gracious me” die werd uitgebracht om de film te lanceren, maar de heerlijke spiritualiteit van het singeltje is nergens terug te vinden in de film, ook de single zelf niet trouwens.
EL CID
Een jaar later stond ze tegenover Charlton Heston in “El Cid” van Anthony Mann. Charlton Heston en
Sophia Loren begonnen naar verluidt de opnames op het verkeerde been, wat een slechte toon zette voor hun werkrelatie voor de rest van de opnames. Heston zei later dat hij spijt had van de manier waarop hij zich tegenover Loren had gedragen tijdens de opnames, omdat hij achteraf vond dat hij onprofessioneel en oneerlijk tegen haar was geweest en wenste dat hij aardiger en minder koppig tegen haar was geweest. Een deel van de reden zou kunnen zijn dat Loren meer betaald kreeg dan Heston (een miljoen dollar voor tien weken werk, de eerste keer dat een vrouw dat bedrag kreeg voor het acteren in één film; producent Samuel Bronston stemde er ook mee in om tweehonderd dollar per week te betalen voor haar kapper). Zoals te zien is in de voltooide film, weigerde Heston tijdens veel van de “liefdes”-scènes Loren met een blik aan te kijken. Regisseur Anthony Mann probeerde het keer op keer en smeekte Heston om in de ogen te kijken van de vrouw van wie hij hield, maar Heston kon zichzelf er niet toe zetten. Met betrekking tot zijn sterfbedscène beweerde hij later dat hij “in de toekomst keek”, in plaats van in de ogen van zijn vrouw. (IMDb)
OPERATION CROSSBOW
In 1965 krijgt ze een topbilling in de oorlogsfilm “Operation Crossbow” van Michael Anderson, al is het eigenlijk een mannenfilm, waarin vrouwen (ook Sophia Loren) eigenlijk maar een bijrolletje vertolken. Dat het een productie van Carlo Ponti was, zal echter niet vreemd geweest zijn voor deze topbilling. Producent Carlo Ponti, Lorens echtgenoot, geloofde dat de populariteit van zijn vrouw in de Verenigde Staten de kansen van deze film aan de kassa zou vergroten en liet haar dienovereenkomstig factureren. Deze film was echter een enorme hit in het Verenigd Koninkrijk, een van de grootste kaskrakers van 1965, maar faalde in de VS, waar de film een grote teleurstelling bleek te zijn. Omdat Sophia Loren op de zwarte lijst stond in Arabische landen vanwege haar vertolking van een Joodse vrouw die een concentratiekamp overleefde, werd in Daniel Manns Judith (1966), die werd opgenomen in Israël, werd deze film vertoond in Beiroet, Libanon, waarbij alle Loren-fragmenten waren verwijderd. De filmposter werd veranderd en haar naam werd van de topbilling verwijderd. Deze film werd vertoond in de Cinema Strand en het publiek heeft nooit vermoed dat Loren deel uitmaakte van deze productie. (IMDb)
In 1971 was er dan “La moglia del prete” en in 1988 voor de televisie nog “La Ciociara”, telkens met Dino Risi als regisseur.

In “Prêt-à-porter” van Robert Altman uit 1994 doet Sophia Loren haar striptease uit “Gisteren, vandaag en morgen” (1963) nog eens over, maar – teken des tijds – Marcello Mastroianni valt deze keer in slaap. La Loren was nochtans nog altijd het zien waard (zie foto).
Ronny De Schepper

(*) Een torch song is een sentimenteel liefdeslied , meestal een lied waarin de zanger treurt om een onbeantwoorde of verloren liefde, waarbij de ene partij zich niet bewust is van het bestaan van de andere, waarbij de ene partij verder is gegaan of waarbij een romantische affaire de relatie heeft beïnvloed. De term komt van het gezegde “to carry a torch for someone”, of om het licht van een onbeantwoorde liefde brandend te houden. Het werd voor het eerst gebruikt door de cabaretier Tommy Lyman in zijn lofzang op “My Melancholy Baby“. (Wikipedia)