De FB-groep “Musica longa vita brevis” meldt dat Douglas Lloyd “Doug” Ingle, zanger, toetsenist van Iron Butterfly en songschrijver van o.m. ‘In-A-Gadda-Da-Vida’ op 24 mei is overleden.

Op 14 juni 2023 was het precies 55 jaar geleden dat In-A-Gadda-Da-Vida, het tweede studioalbum van de Amerikaanse psychedelische rockband Iron Butterfly, werd uitgebracht. Het is voornamelijk bekend vanwege het titelnummer, een compositie die als een uitgebreide jamsessie de gehele B-zijde in beslag neemt. (*)

Het nummer is circa zeventien minuten lang, en beslaat de volledige b-kant van de lp. De tekst is eenvoudig, en alleen aan het begin en aan het einde te horen. De naam Iron Butterfly is overigens wellicht afkomstig van de actrice en zangeres van “light opera”, Jeanette MacDonald, die door haar tegenstanders zo werd genoemd. MacDonald stierf in 1965 en dat is precies de periode waarin de groep werd opgericht.
De opname op het album was bedoeld als soundcheck voor technicus Don Casale, uitgevoerd terwijl de band wachtte op de komst van producent Jim Hilton, maar Casale nam tegelijkertijd het nummer op. De opname werd van voldoende kwaliteit beoordeeld, zodat een tweede take niet nodig was. In latere jaren zou de band aangeven dat in werkelijkheid het nummer was geproduceerd door de legendarische Shadow Morton, beroemd geworden met “Leader of the pack”, maar Morton verklaarde in diverse interviews dat hij inderdaad de productieopdracht had gekregen van Atlantic Records baas Ahmet Ertegun, maar tijdens de opname dermate onder invloed van alcohol was geweest dat zijn inbreng bij de opname minimaal was geweest. Noch Casale, noch Morton worden overigens bij het nummer gecrediteerd, alleen Hilton wordt genoemd als zowel opnametechnicus als producent.
Betreffende de titel van het nummer gaat het verhaal dat het eigenlijk “In the Garden of Eden” had moeten heten, maar dat zanger Doug Ingle zodanig dronken was dat hij deze tekst verhaspelde. In de tekst bij de uitgave “The best of” staat echter dat drummer Ron Bushy naar het nummer luisterde via een koptelefoon en het antwoord niet goed kon verstaan toen hij aan Ingle vroeg hoe het nummer moest heten. In de heruitgave van 1995 van het album staat dat Ingle dronken en/of onder invloed van drugs was toen hij de titel doorgaf aan Bushy, waarna Bushy de titel noteerde zoals wij die nu kennen. Dit wordt nog eens duidelijk geïllustreerd in een hilarische aflevering van de tekenfilmserie “The Simpsons”, waarbij Bart Simpson dominee Lovejoy ervan heeft kunnen overtuigen de hymne “In the garden of Eden” te brengen (Homer tegen Marge: “Remember when we used to make love to this hymn?”).
Er werd ook een verkorte versie op single uitgebracht, die ik me eveneens heb aangeschaft, ik zou kunnen zeggen: omwille van de B-kant (“Iron Butterfly Theme”), die niet op de elpee stond, maar dat kon ik natuurlijk op voorhand niet weten. Daarom neem ik aan dat ik het singeltje vóór de elpee heb gekocht. Later heb ik me ook nog een CD aangeschaft uit de reeks “Les classiques de Système 21”, met name vol.5 met daarop verder ook nog de niet-ingekorte versies van “Get ready” van Rare Earth, “John Lee Hooker” van Johnny Rivers en “Fried hockey boogie” van Canned Heat.
De lp bereikte een vierde plaats op de Billboard-lijst en werd het eerste album dat platina haalde toen deze onderscheiding in 1976 door de RIAA werd uitgegeven. Inmiddels heeft het album vier keer de platina status bereikt met een verkoop van meer dan dertig miljoen exemplaren. Het was voor platenmaatschappij Atlantic Records ook het best verkopende album tot het werd ingehaald door Led Zeppelin IV. (Wikipedia)

Ronny De Schepper

(*) Tot mijn stomme verbazing speelt ook Hugo Claus het in de auto als hij met Kitty Courbois op vakantie is in Zuid-Frankrijk, tenminste als we die passage uit “Het jaar van de kreeft” (p.145) voor waar mogen aannemen. Waarom “tot mijn stomme verbazing”? Omdat Claus nergens elders ook maar laat doorschemeren dat hij door dit soort muziek wordt aangetrokken. Klassiek natuurlijk, dat wel, en jazz-standards zoals van Frank Sinatra of Peggy Lee, maar hippie-muziek? Het gehuurde vakantiehuis mag er enkele pagina’s verder (p.157) dan nog uitzien als een “hippietempel”, typisch is dat Pierre (het alterego van Claus) zich hiervan distancieert (p.159).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.