Het is vandaag al tien jaar geleden dat de Frans bas Frédéric Vassar is overleden.
Frédéric Vassar (William Le Maître was zijn echte naam) werd op 27 juli 1948 in Parijs geboren. Hij was lid van de Opera Studio van de Munt Brussel van 1970 tot 1973 en zong bij de Munt tot 1983. Tot zijn repertoire behoorden rollen als Wotan in ‘Die Walküre’ en Telramund in ‘Lohengrin’ van Wagner, Pizarro in ‘Fidelio’ van Beethoven, Scarpia in ‘Tosca’ van Puccini, Méphistophélès in ‘Faust’ van Gounod, de slechterikken in ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Offenbach, Metternich (foto) in ‘L’Aiglon’ van Honegger/Ibert en Arkel in ‘Pelléas et Mélisande’ van Debussy.
Vassar kreeg in 1990 ernstige gezondheidsproblemen, maar zong op 9 februari 1992 in Vredenburg te Utrecht toch nog de rol van L’Orco in ‘Il Piccolo Marrat’ van Mascagni onder leiding van Kees Bakels en naast Lieuwe Visser en Huub Claessens. Een opname van deze uitvoering verscheen op het CD-label Bongiovanni.
Ikzelf kon hem op 23 oktober 1993 nog beluisteren samen met Antonio de Palma in de Bijloke Festivalhal (in Gent uiteraard) met werk van Verdi, Mascagni, Puccini, Boito, Giordano en een medley van andere Italiaanse liederen. Hij werd begeleid door het Symfonisch Jeugdorkest uit Londerzeel onder de leiding van Peter Himpe. In 1996 moest hij echter zijn carrière afbreken.
Zijn stem is in meerdere rollen vastgelegd op CD: Jacob in ‘La Légende de Joseph en Égypte’ van Méhul op CD uitgebracht door Le Chant du Monde en op DVD door DOM, Pytheus in ‘Sapho’ van Gounod, Vitellius in ‘Hérodiade’ van Massenet en de Erster Nazarener in ‘Salome’ van Richard Strauss, alle drie op Gala en Borella in ‘La Muette de Portici’ van Auber op EMI. (Opera Nederland)
dagelijks iets degelijks 