Het eerste deel van The Wind-Up Bird Chronicle van Haruki Murakami werd officieel gepubliceerd door Shinchosha in Japan op 12 april 1994. Het werk werd in Japan in drie delen uitgebracht tussen 1994 en 1995. De Engelse vertaling door Jay Rubin verscheen in 1997, maar werd samengevoegd en enigszins ingekort tot één roman. (chatgpt)
Ik ben een grote fan van Murakami, maar “De opwindvogelkronieken” (Nederlandse uitgave 1997) zou uiteindelijk voor mij “het boek teveel” blijken te zijn. Op zich is dat niet verwonderlijk, want ik had wel een tiental boeken van hem op iets meer dan een jaar uitgelezen. Het is dus bij wijze van spreken “logisch” dat er zich op een bepaald moment zoiets zou voordoen. Dat het evenwel precies met dit boek moest gebeuren, is echter wél eigenaardig. Want voor Murakami zelf was het een erg belangrijk boek: “In die zin was De opwindvogelkronieken een keerpunt in mijn loopbaan als schrijver (…) Wat ik wil zeggen is: er is een groot verschil tussen de manier waarop ik schreef vóór ik aan De opwindvogelkronieken begon en de manier waarop ik dat deed toen ik ermee klaar was. Ongetwijfeld zullen er niet weinig lezers zijn die de voorkeur geven aan mijn vroegere werk. Als ik terugkijk, moet ik toegeven dat in de werken die ik na De opwindvogelkronieken heb geschreven de urbane sophistication en lichtheid van toon geleidelijk aan verdwijnen. Maar daar staat tegenover dat de personen in mijn romans en verhalen langzaam maar zeker de bereidheid lijken te hebben ontwikkeld om ‘ergens bij betrokken te zijn’.” (“Nawoord van de auteur op delen een en twee”, p.861)
Laten we hem zelf ook nog eens vertellen wààr we dan precies die “Opwindvogelkronieken” moeten situeren: “Na drie jaar in Europa te hebben doorgebracht keerde ik terug naar Japan, maar ik kon daar nog steeds niet aarden, en nu was ik in Amerika. Ik was tweeënveertig jaar, en drieënhalf jaar eerder had ik de bestseller Norwegian Wood geschreven.” (idem, p.855)
Op het eerste gezicht behoor ik dus tot de lezers “die de voorkeur geven aan mijn vroegere werk”, maar dat is zeker niet waar, want ook “Hard-boiled Wonderland en het einde van de wereld” hoort daartoe. Straffer nog: uit het “Nawoord van de auteur op deel drie” leren we: “Daarna schrapte ik een aantal hoofdstukken uit deel een en twee die me overbodig leken, en die werden de basis voor een volledig andere, op zichzelf staande roman – Ten zuiden van de grens. Hajime, de hoofdpersoon in dat boek, was oorspronkelijk dezelfde als Töru Okada in De opwindvogelkronieken. Maar door het splitsen van die twee verhalen, kregen beide figuren een volledig andere bestemming. Denk maar aan tweelingbroers die op jonge leeftijd van elkaar zijn gescheiden en in een volledig verschillende omgeving zijn opgegroeid, dan is het misschien iets makkelijker te begrijpen. Omdat Ten zuiden van de grens niet zo’n lange roman was (en verschrikkelijk leuk om te schrijven), had ik het manuscript al na ongeveer drie maanden geconcentreerd doorwerken af.” (p.867) En dat vond ik nu juist wél een knappe roman!
Ronny De Schepper