De roman Onze Oom van Arnon Grunberg zag op 27 september 2008 het licht in België. “De toen 37-jarige schrijver koos voor het plaatsje Eupen voor de presentatie naar aanleiding van het ‘cordon sanitaire’ dat hij rond de Nederlandse literatuur had getrokken,” aldus Het Parool van een dag later. Meer uitleg volgde: “Grunberg liet in november weten zich uit het Nederlandse literaire leven terug te trekken na een relletje tijdens de uitreiking van de AKO Literatuurprijs. Collega-schrijver A.F.Th. van der Heijden weigerde toen in een ruimte met Grunberg te verkeren. ‘Vanaf nu zal ik over Nederlandse collega’s zwijgen en mij beperken tot een beleefde glimlach’, schreef hij in de Vlaamse krant De Morgen. ‘Nooit zal ik meer aanwezig zijn tijdens literaire activiteiten in Nederland.'”

Ik neem aan dat hij later wel op die beslissing is teruggekomen, maar wanneer dat dan was en waarom, dat laat ik jullie wel weten als ik het zelf eens tegenkom op het internet. Er is nog iets merkwaardigs aan dit boek. Andere bronnen vermelden namelijk als titel Onze Oom Lebowski. Op mijn eigen exemplaar (ik heb op het internet naar een gelijkaardige uitgave gezocht om hierboven te plaatsen) staat in grote letters enkel Onze Oom, maar toegegeven, in een klein hoekje (nog kleiner dan het opschrift ROMAN) staat inderdaad ook Lebowski. Het antwoord is nochtans eenvoudig: Lebowski is gewoon de naam van de Amsterdamse uitgeverij! Wie er dus Onze Oom Lebowski van maakte, heeft net iets te veel naar de hilarische film The Big Lebowski van de broertjes Coen gekeken!

De titel is op zich al raadselachtig genoeg. Je blijft als lezer alleszins lang op je honger zitten. Is het dit? “Oom was een god voor hen die door de beschaving waren vergeten, voor hen hier, de bannelingen van de controlepost.” (p.283) Of dit? “De staat is een oom met gezonde eetlust.” (p.325) En er is natuurlijk de pop in de mijn: “Misschien is er een god boven de grond, misschien niet, maar hier onder de grond is er zeker geen, hier kan God niet komen. Hier kan hij ons niet zien. In de mijn heerst onze oom. De mijn is van onze oom, de bergen zijn van hem, de aarde en de beesten, het zou kunnen dat alles van onze oom is, maar zeker is dat de mijn van hem is en dat je hier niets zomaar krijgt. Hij geeft geen cadeautjes.” (p.480-481) Dit laatste is het dus. Ik vind het geen goede “vondst”. Zeker niet om er een boek aan op te hangen.

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.