Toen ik 25 jaar geleden een pintje wou drinken in de Vooruit weerklonk daar in het café luide hiphop, trash, techno of weet ik veel hoe dat allemaal heet, zodat ik mijn toevlucht diende te zoeken, een eindje verderop in “De Kostbare Viool” (ik heb het me overigens zeker niet beklaagd). Dat klinkt nu als “Bompa vertelt”, ik weet het, maar is het niet logischer dat men die muziek (en dat volume) voorbehoudt voor voorstellingen als “Kdar” van Abdelaziz Sarrokh & Hush Hush Hush, die die avond in première ging in de theaterzaal? * Aan het andere eind van het muzikale spectrum bevindt zich Logos, al verwart de muziek ook daar eerder de zeden dan dat ze ze verzacht (om het motto van de stadsconcerten te parafraseren). Nochtans leek het optreden van Q02 me toch iets toegankelijker dan doorgaans het geval is. Daarbij ga ik af op de namen van John Cage en György Kurtàg, want die van Volker Staub, Linda Bouchard of Paul Chihara zeggen mij niets. * En in de Universitaire Filmclub vertoonde men “Der müde Tod” van Fritz Lang. (RDS in HLN van 18/1/1999)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.