“In vijf minuten was de hele zee tot aan Vurrgh tot een onbeheersbare razernij opgezweept. Tussen Moskoe en de kust heerste echter het grootste tumult. Hier explodeerde de geweldige watermassa, opengescheurd en gekloofd in duizend elkaar bevechtende geulen, plotseling in een bezeten stuiptrekking, omhoogkomend, ziedend, sissend, ronddolend in reusachtige en talloze wervelingen, en alle kolkend en duikend in oostelijke richting, met een snelheid die water nergens anders krijgt dan in steile afdalingen”. Moskoe is een Noors eilandje dat eigenlijk Moskenes heet, en berucht is om de getijdenstroom, de Moskstraumen, die zich met geweld tussen Værøy (in het verhaal Vurrgh genoemd) en het Moskenesøya wringt.

De verpletterende onvoorspelbare ommezwaai van ijselijke diepten (veertig vadem of 240 voet) en verraderlijke wadden tussen pieken en landtongen, dat ongrijpbare wou Edgar Allan Poe vatten in zijn verhaal “Een Afdaling in de Maalstroom” (de Nederlandse vertaler Paul Syrier heeft het oorspronkelijke woord Mäelström behouden, gek genoeg, want het Noorse woord dat Poe overneemt – het verhaal speelt zich af op de Lofoten – is een verbastering uit het Nederlands. Maar ja, Hollanders die Nederlands kennen zijn een schaars goed geworden).

Carta Marina van Olaus Magnus (1539)

De legendarische onbetrouwbaarheid van de noordelijke zeeën gaf licht aanleiding tot bijgeloof en gruwelverhalen. Het wrede zeemonster dat schepen en bemanning genadeloos de diepte introk kreeg wellicht nergens een gruwelijker vorm dan in de mytische Kraken, voor het eerst beschreven door Erik Pontoppidan, de piëtistische bisschop van Bergen, in zijn Versuch einer natürlichen Geschichte Norwegens (Proeve van een Natuurlijke Geschiedenis van Noorwegen,1753).

Verschillende schrijvers hebben er hun angstbeelden aan opgehangen. Alfred Tennyson was geobsedeerd door het diepliggende kwaad, waarvoor de kraken symbool stond:

Below the thunders of the upper deep;

Far far beneath in the abysmal sea,

His ancient, dreamless, uninvaded sleep

The kraken sleepeth

Jules Verne gebruikte de kraken als “wetenschappelijk” spanningselement in 20.000 Mijlen onder Zee. Maar de afgrijselijkste toepassing is te vinden in The Kraken Wakes van de klassieke sf-auteur John Wyndham. Een luchtig apokalyptisch boek (“a cosy catastrophy”, noemde Jo Walton het) over een buitenaardse invasie van reuzenpoliepen, die het Britse zeerijk moeiteloos aan flarden scheurt, en de mensheid reduceert tot loslopend wild. Wyndham voorzag al heikele ontwikkelingen, zoals ingrepen in het klimaat, het smelten van de poolkappen, de stijging van de zeespiegel, de onafwendbare overstromingen. Nederland loopt onder:

The Dutch had withdrawn in time from the danger areas, realizing that they had lost their centuries-long battle with the sea. The Rhine and the Mass had backed up in flood over square miles of country. A whole population was trekking southward into Belgium or south-east into Germany.

De Denen harken hele vloten bij elkaar, van sloepen tot barken, om over te zetten naar hoger gelegen gebieden in Zweden. Migraties die tot hongeroorlogen leiden. En Wyndham voorzag ook de onmogelijkheid om eensgezind de buitenaardse aanvaller aan te pakken. De roman verscheen dan ook op het hoogtepunt van de Koude Oorlog in 1953.

Angst regeerde. Angst regeert. Omdat de zeeën hun geheimen nooit echt prijsgeven. De strijd tegen die diepste angst, dat is wat de noordelijke beschaving aandraagt. De afrekening met de baarlijke duivel, met de bakerpraatjes, met hel en verdoemenis, met de eindeloze afgronden van de oceaan. En met de grenzen die (bij)geloof trekt. De drang naar de einder, voorbij de einder, is groter en machtiger dan de beslotenheid van een rustgevend, bekommerend, ritueel wereldbeeld. Het is die uitbraak naar het temmen, het beheersen van wat buiten het bekende ligt, het aanpassen van het vreemde en het onverwachte aan de dagelijkse behoeften, die de opgenomen verhalen schraagt.

Het zijn verhalen van uitdaging en ongeloof. Het zijn stukken over onredelijke verwachtingen en boerse koppigheid. Het zijn bijdragen over de haat-liefde verhouding tussen de mens en de wereld die hem omringt, de Umwelt. Het zijn teksten die de stuipen beschrijven van een wereld die zich voortdurend vernieuwt en een eindeloze reeks uitdagingen aanreikt. In de Middeleeuwen, in de Renaissance, in de Verlichting, en vandaag. Als lakmoesproef dient de Noord-Atlantische driehoek. En eigenlijk behandel ik maar één thema: de vrije mens. De monsters daarbuiten zijn gewaarschuwd.

Lukas De Vos

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.