Dankzij mijn “willekeurige woordenzoeker” heb ik een auteur leren kennen, waarvan ik nog nooit had gehoord: de Engelsman Edward Phillips Oppenheim met zijn bestverkochte boek The Great Impersonation uit 1920, in het Nederlands vertaald als “De treffende gelijkenis”, een prisma-pocket uit 1966.
Edward Phillips Oppenheim werd geboren in Londen als zoon van een handelaar in lederwaren. Hij werkte ook in zijn vaders bedrijf, maar voelde zich meer aangetrokken tot het schrijverschap. Al in zijn schooltijd werkte hij mee aan verschillende regionale bladen. Op 21-jarige leeftijd debuteerde hij succesvol met zijn eerste roman, Expiation (1887). Vele boeken zouden in hoog tempo volgen, soms verschenen er meerdere per jaar. Zijn thema’s waren divers, variërend van spionage- en detectiveverhalen tot komische en romantische werken. Zijn bestverkochte boek was The Great Impersonation (1920), dat driemaal werd verfilmd, in 1921, 1935 en 1942. Ook The Amazing Quest of Mr. Ernest Bliss werd tweemaal verfilmd, als stomme film in 1920 en opnieuw in 1936 met Cary Grant in de hoofdrol. Het boek verscheen in het Nederlands onder de titel ‘Rijk en geen geld’.
Oppenheim, die ook gebruikmaakte van het pseudoniem Anthony Partridge, liet de personages in zijn veelal zeer avontuurlijke verhalen optreden in een wereldse, vaak luxueuze of exotische omgeving. Hij wordt wel genoemd als de grondlegger van het spionagethriller-genre in de literatuur, zoals ook het boek dat ik gelezen heb er één is. Zoals gezegd is het verschenen in 1920, maar het speelt zich af kort voor de Eerste Wereldoorlog en het onderwerp is inderdaad de Duitse spionage in Engeland in de aanloop naar de wereldbrand. Zoals de titel aangeeft, speelt de identiteitsverwisseling tussen twee kennissen (vrienden is een te groot woord) die samen opgegroeid zijn in Engeland, maar waarvan één eigenlijk een Duitser is, de centrale rol. Uiteraard brengt dit te verwachten moeilijkheden mee, vooral op het amoureuze vlak, want beide mannen dragen een gecompliceerd liefdesleven met zich mee. Het boek leest vlot en de verrassende afloop zorgt ervoor dat de spanningsboog tot het einde behouden blijft.
Oppenheim bereisde Engeland en het vasteland van Europa. In 1892 bezocht hij de Verenigde Staten, waar hij zijn toekomstige vrouw ontmoette, Elsie Clara Hopkins. Met haar kreeg hij een dochter, Josephine. Zij woonden in Evington, bij Leicester en verhuisden in 1905 naar het landelijke Sheringham in Norfolk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij voor het ministerie van informatie. Zijn riante inkomen uit de verkoop van zijn boeken stelde hem in staat een villa te kopen in Zuid-Frankrijk, evenals een zeiljacht. Hij kocht eveneens een huis op het Kanaaleiland Guernsey. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had hij hier vanwege de oorlogssituatie geen toegang toe. Hij herkreeg het huis in Saint Peter Port na de oorlog maar overleed er in 1946. (Wikipedia)