Voor Vaderdag kreeg ik laatst een oximeter. Een meterke om de zuurstofsaturatie te meten. Bekend uit de barre coronatijden. Ter complementering van mijn hulpmiddelen voor self monitoring ,zoals dat tegenwoordig heet. Een bloeddrukmeter en oorthermometer had ik al benevens een box met vers aangevulde medicatie.

Jaren had mijn huiscardioloog Jan Hoogsteen allerlei data verzameld. Want vandaag de dag is alles , zeker in de sport, data driven. De door mij hogelijk gewaardeerde, Jan Hoogsteen is inmiddels in ruste, maar dat laatste is betrekkelijk. Ik zag hem onlangs nog op de foto na de Bert Oosterbosch Memorial Toertocht. Met een rode bandana om, een bordje pasta binnen werkend. Zo, met die hoofdband boven die witte jas had hij misschien ook graag achter zijn bureau gezeten. Een beetje rebels,  op zijn minst non-conform. Maar dat was voorzeker een brug te ver; zelfs alle parafernalia moesten van directiewege van de kamer. De gesigneerde truien van dankbare cliënten tot aan het schrikaanjagende, als souvenir gescoorde, bord van de Col de la Morte.

Met huiver denk ik nog aan de muilkorf die ik steeds op kreeg voor de testen die een heel dossier moesten opleveren. Data weet u wel. Gelukkig hoefde ik niet tot het gaatje te gaan, zoals de profs van de Rabobank, die in een aangrenzende kamer met luidkeelse kreten “verder, verder, verder” de virtuele col de la morte werden opgedreven. Met sardonisch genoegen, althans zo klonk het wel.
Terug aan het bureau bij Jan, dé sportcardioloog van Nederland, gewapend met een scherm vol grafieken en tabellen vroeg ik wat nu wijsheid was qua inspanning. Garmin of iets van dien aard was voor mij toen denkelijk nog buiten-budgetttair. Dr.Hoogsteen, de gelauwerde, had een advies, zo klaar als een klontje. “Je moet nog volzinnen kunnen zeggen onder het rijden” sprak hij. “Laat die maten van jou maar als gekken die viaducten opjagen; doe niet mee. En de Mont Ventoux, daar kun je ook omheen rijden”. Kijk niks data-driven gewoon gezond verstand gebruiken. Ik opperde nog als ultieme volzin: “Ho !!”, maar dat kon hij niet goed rekenen. Dat van de Ventoux heb ik ook wel ter harte genomen. Toch doe ik de hellingen van de Ventoux nog geregeld eer aan. Bij elke slok van een gewaardeerd glas Côtes du Ventoux, denk ik wel even vol piëteit en compassie terug aan die arme Tommy Simpson. Meer moet da nie zijn zeggen ze dan in Vlaanderen.

De Sportkeuring

Nee dan de sportkeuring van vroeger jaren. Een heel ander paar mouwen dan die sessies in het Veldhovense Máxima ziekenhuis. In het onvolprezen standaardwerk “Ken uw sport –Wielrennen” had Dr. Piet van Dijk, voorzitter der KNWU, nog een heel epistel geschreven over de intensiteit van het fietsen. En daarmee het belang, nee de noodzaak, van een prudente aanpak: “Een jongeman, die een zware sport als wielrennen gaat beoefenen moet naar lichaam en geest volkomen gezond zijn . Medische sportkeuring is dan ook verplicht. Daar wielrennen een sport is die men zittend beoefent – uiteraard niet in een luie stoel – schuilt er het gevaar in dat, indien men zich zonder meer aan het rijden van wedstrijden zou wagen, wilskrachtige jongelieden door de overmatige inspanningen hun ongetrainde lichamen onherstelbaar kwaad zouden kunnen berokkenen. De inspanningen die men zittend verricht zijn zeer verraderlijk en putten het lichaam meer uit dan men denkt”.
Ziezo, een gewaarschuwd man telt voor twee ! Daarom op naar de keuring , de eerste trap van de stairway to heaven of the highway to hell. Wie zal het zeggen.

Laatst refereerde ik in een gezelschap van ouwe knakkers aan het fenomeen. Spontaan begonnen ze op de rug van hun gebalde vuisten te blazen. Kennelijk was dat om een breuk in de buikwand te detecteren. Een wezenlijk onderdeel van de keuring. Net als die ferme kneep in je ballen. Dan tien kniebuigingen. Even de pols voelen , de bloeddrukmeter oppompen en klaar was Kees. Met een heus attest, een opgelucht gemoed en een luttel bedrag lichter kon je naar huis.

Maar wee je gebeente als de meter, die scherprechter, iets te hoog uitsloeg. Afgekeurd vanwege te hoge bloeddruk! Een verdict dat een toekomstig glorieuze carrière om zeep hielp. Zonder keuringsbewijs kon je het wel schudden. De Bond was onverbiddelijk: geen licentie. Nou, dat zullen we dan nog weleens zien sprak Dick Budde, clubgenoot van R&TC Wilhelmina uit Eindhoven. Er was immers een ontsnappingsluik. De KNWU had namelijk in al haar wijsheid uitgevaardigd dat beroepsrenners en onafhankelijken niet gekeurd hoefden te worden. Misschien gingen ze ervan uit dat die allemaal een goeie persoonlijke dokter hadden. In die dagen van het kaliber Thei Jessen of John Rolink. Aha, een maas in de wet. Dicky kreeg, zonder poespas,  per omgaande van de bond een proflicentie aangereikt. Het kostte wel iets meer, maar dan had je ook wat. En zo kon het gebeuren dat hij met rugnummer 7 op de eerste rij stond in het NK 1962, tussen allemaal doorgewinterde profs. Of Dick, die bij de amateurs nog geen deuk in een pakje boter had gereden, het na de eerste bocht nog lang heeft volgehouden vermeldt de historie niet. Later ging Dicky in de antieke klokken handel. Tic-Tac Pontiac of zoiets, zullen we maar zeggen.

Ries de Rocker

Maar er waren er meer. “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan”, was een door microfonist Cor Wijdenes, permanent aangehaald cliché. Hoe toepasselijk ook voor Ries Brouwers uit Sint Willebrord, het epicentrum van het West-Brabantse rennen. Ries was al een tijdje overleden toen ik vader Cees, Nil zeggen ze daar, Brouwers belde over de werdegang van zoon Ries als renner. Het werd een behoorlijk luidvoerig gesprek aangezien Nil in de eerste zin, met de in zijn dialect kenmerkende stomme h, al aankondigde “àrd-óórend” te zijn.

Ries moest wel coureur worden. Vader Cees, was in Willebrord de spin in het web. Zag en hoorde alles. Runde er een makelaars- en assurantiekantoor. Was vele jarenlang wethouder en vertrouwenspersoon, zeg maar gerust de schaduwburgemeester. Drager van de Willebrordse cultuur. Daarbij ook nog eens 23 jaar Consul der KNWU in West-Brabant.
Nilleke Brouwers: “Ja, onze Ries barstte van het talent. Tot en met de nieuwelingencategorie kwam hij 21 keer met de bloemen thuis. Plus nog eens meer dan zat ereplaatsen. Maar toen hij amateur ging rijden werd ie op een bepaald moment afgekeurd. Bij de sportkeuring constateerden ze een lekske op het (h)artklepke. Bij elke achttiende slag was er een afwijking. Hij kreeg geen amateurlicentie meer van d’n bond. Maar onze Ries wilde zo graag blijven koersen. Toen heeft ie nog een licentie als beroepsrenner genomen. Onafhankelijken en beroeps hoefden toentertijd geen sportkeuringsbewijs in te leveren. In de Omloop van Het Volk kwam ie nog samen met Tom Simpson over de meet. Ik heb toen nog een cardioloog geraadpleegd en die zei: ‘hij mag alles, behalve wielrennen en (h)out(h)akken’. Echt waar, ja dat zeej dieje mèèns. Toen is onze Ries maar gestopt. Doodzonde eigenlijk want hij was zeker zo goed als Rinie Wagtmans. Karstens had ook zo’n afwijkingske aan het hart maar die is toch jaren prof gebleven”

Bij elke achttiende slag dus een tikske. Wat zong Buddy Holly ook al weer: Heartbeat why do you miss. Heartbeat why do you skip….
Ries opende in ‘67 een platenzaak op Willebrord. In de veertig jaar dat hij die winkel dreef werd hij een absolute autoriteit op Rock & Roll gebied. Met zijn bootleg verzamel-LP’s van bekende rockers onder eigen label, trotseerde hij begin zeventiger jaren de grote platenmaatschappijen. Tussen de bedrijven door wist hij, met zijn fijne neus voor talent, ook Corry Konings bij Pierre Kartner binnen te fietsen. Wat hij niet wist te trotseren was de kanker die hem, die oude eik, in 2009 velde. Rocker Ries en zijn gelijknamige website stampvol met dampende fifties-rockabilly gingen tegelijkertijd ter ziele.

Il Controllo Medico

Tja die sportkeuring hier, was natuurlijk maar klein bier in vergelijking met de aanpak in Italië, het land van de dottores, i preparatori. Hoe anders zal het daar gegaan zijn. Kijk bijvoorbeeld naar zo’n magnifieke foto (courtesy Piet Kessels) van het dokterskabinet waar Nencini en zijn kompanen op de medische rooster werden gelegd.

Dat ziet er toch heel wat professioneler uit. Gastone, met zijn fietsschoentjes nog aan, op de tafel. Omringd door zijn ploeggenoten, die denkelijk de lakmoesproef al hebben doorstaan. Op het eerste oog stuk voor stuk afgetrainde atleten. Nee, die mannekes werden niet de wei in gestuurd na tien kniebuigingen en een kneepje in hun ballen. Het zal in de vijftiger jaren zijn geweest, nog voordat Gastone in ‘60 de Tour de France won. Weliswaar met hulp van de Nederlandse ploeg, maar geld wat stom is maakt recht wat krom is. Op een gegeven moment was Dis Keteleer die in de Belgische Tourploeg reed, de Nederlandse ploeg om hulp voor Nencini komen vragen. Hoezo nationale ploegen; amme hoela. Dis reed jaarrond bij Nencini in het Italiaanse Squadra Carpano. Dus wiens brood men eet diens woord men spreekt. Nog altijd zo, trouwens.
In het nest thuis zaten gapende monden en ze waren beroepsrenners die per saldo brood op de plank moesten brengen. Een aanlokkelijk financieel voorstel waar Dis mee op de proppen kwam. Daar kon je toentertijd, naar verluidt, drie maanden op teren. De keus was snel gemaakt. Over de uiteindelijke onderlinge afrekening – terug in Holland – is nog wel een sappig verhaal op te dissen.
Waarschijnlijk teerde Gastone, de kettingrokende Leeuw van Mugello, niet echt zo heel lang (hij werd slechts 50) maar wel gelukkig op zijn Tourzege.

Het Aambeeld Smeets

Even het geweer van schouder veranderen. Het Aambeeld – hoe harder je er op timmert, hoe hoger de resonantie – Smeets schijnt zich nog steeds met sport bezig te houden. Laat ons eens luisteren naar een kraaiende ome Mart die zijn “jonge neefjes” Laurens ten Dam en Stefan Bolt, onlangs nog, in de podcast  “Live slow, Ride fast” het leven uitlegt. Ze hangen aan zijn lippen en laten zich gedwee meeslepen. Hier de transcriptie (excerpt); lees en huiver:

QUOTE

MS: Al dat gedoe met die Slovenen geloof ik nu wel. Ik weet dat in Slovenië een buitengewoon mild dopingbeleid gevoerd wordt en dat is… De atleten van Slovenië stonden altijd bekend als mensen die net iets meer deden, maar daarmee wil ik niet zeggen dat ik ze beschuldig. Ik weet alleen uit mijn actieve periode dat dat er was. Daar waar een pot staat te koken wil men nog wel eens een vingertje erin steken om te kijken hoe dat proeft. Ik beschuldig niemand want ik kan niks bewijzen. Wat dat betreft ben ik dus helemaal niet veranderd. Ik heb dus precies hetzelfde als ik zei voordat ik nu zeg dat Boogerd uit de pot gesnoept heeft moet ik dat wel kunnen bewijzen. En ik kan het niet bewijzen.

LTD/SB: Spreken die 2 Slovenen, Roglic en Pogacar, je wel aan als sporter ?

MS: Ja dat wel en vooral omdat ze er een mooi duel van maken. Dat sowieso wel maar ik vraag me nu wel af, hoe met dat kleine arsenaal dat ze daar hebben. Wie was er in jouw tijd, Hauptman ?

LTD: Ja Andrej Hauptman (*)

MS: Maar die was maf !

LTD: Ja Stangelj (**) en Hauptman waren de twee Slovenen die op het WK opeens bij de eerste….

MS: En die reden altijd mee.

LTD: Ja dan hoefden ze een keer niet voor hun ploeg te rijden.

MS: En dan konden ze makkelijk volgen.

LTD: Wat ik me nu afvraag als ik dit zo hoor, want je zei aan het begin van de podcast, lange films lijkt je leuk, tof mooi.

MS: Het leukste wat er is.

LTD: Ik ben zo benieuwd als je er eentje zou maken.

MS: Ik heb de hele Tour de France tegen alle collega’s geroepen: jongens ga na de Tour toe en ga Roglic in het Sloveens interviewen niet in dat Engels. Dat Engels haalt ie van 2 paginas af. Al zijn antwoorden zijn hetzelfde, dat is niet erg maar je kunt pas in een mens kruipen als je zijn taal verstaat en als je dingen kunt zeggen waardoor hij jou waarschijnlijk anders zal toespreken dan wat hij nu doet.

LTD: Toelaat zeg maar.

MS: Er is geen enkel interview geweest waarvan ik dacht, dat is nou hartstikke goed.

UNQUOTE

Wat een lulkoek. Echt beschamend, eerste klas gezever.
Ben benieuwd wat hij straks nog over Denemarken te berde weet te brengen.
Ook voor het orakel Smeets is het tijd voor een sport-herkeuring. Hoogtijd, zelfs, dat ze hem eens flink hard in zijn ballen knijpen. Al is het maar virtueel.

Theo Buiting, 22 juli 2023

(*) Andrei Hauptman, beroeps van 1999-2006. Enige vermelding op het WK 2001 in Lissabon, 3e.

(**) Gorazd Stangelj, beroeps van 1996-2011. Geen enkele noemenswaardige uitslag in een WK.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.