Tubular Bells, het eerste album van de Britse muzikant Mike Oldfield, werd vandaag precies vijftig jaar geleden uitgebracht.
Toen de 20-jarige Oldfield het album thuis, bij wijze van spreken aan de keukentafel, had uitgewerkt, ging hij er meerdere platenlabels mee langs, maar werd steeds afgewezen, veelal omdat de labels vonden dat de muziek niet goed in de markt zou liggen. Het album bevat namelijk geen lyrics of losse nummers. Toen Oldfield zijn demo’s liet horen bij opnamestudio The Manor House, vonden de technici en ook hun baas Richard Branson dat Oldfield een kans verdiende om zijn album op te nemen. Het album werd door Virgin Records, het destijds nieuwe platenlabel van Branson, uitgebracht als de allereerste productie van dat label, vandaar dat het het catalogusnummer V2001 kreeg. Toen John Peel het hele album in zijn radioshow speelde, kreeg het album veel aandacht. Het album verkocht meteen twee miljoen exemplaren op de Britse thuismarkt en 15 tot 17 miljoen exemplaren wereldwijd.
Mike Oldfield kreeg van Richard Branson maar beperkte opnametijd in The Manor, zodat Tubular Bells met veel haast of ’s nachts werd opgenomen. De eerste kant werd opgenomen in een week tijd, de tweede kant werd vooral ’s nachts opgenomen, of op momenten dat er geen andere artiesten in de studio hoefden op te nemen. Om deze reden is er in 2003, toen het album dertig jaar bestond, een nieuwe opname van het album verschenen onder de titel Tubular Bells 2003. In de jaren 90 heeft Oldfield drie vervolgen op Tubular Bells gemaakt: Tubular Bells II (1992), Tubular Bells III (1998) en The Millennium Bell (1999). Een orkestrale versie van Tubular Bells gearrangeerd door David Bedford, The Orchestral Tubular Bells, werd in 1975 uitgebracht met Mike Oldfield op akoestische gitaar.
Op de originele opname speelt Mike Oldfield zelf het merendeel van de instrumenten op de opname, door ze een voor een op te nemen en ze vervolgens te mixen (overdubbing), een techniek die hij op latere opnamen zou herhalen. Het openingsthema van Tubular Bells, dat onder andere in de film The Exorcist werd gebruikt, gaf het album veel publiciteit en werd een soort herkenningstune voor het hele album, maar de stijl van Tubular Bells is veel veelzijdiger dan dat. Zo zijn b.v. duidelijk invloeden van Terry Riley (“A rainbow in curved air” of “In C”) te horen. Het album bestaat uit een soort combinatie van meerdere stijlen, zoals rock, new age, folk, ambient en blues. Mike Oldfield speelde b.v. de tune van Sailor’s Hornpipe al jarenlang met Kevin Ayers in de band The Whole World, waar Oldfield eerder basgitaar speelde.
Tubular Bells kent verschillende uitgaven. In 1983 werd het album voor het eerst uitgebracht op cd. Een jubileum-editie kwam in 1998 uit vanwege het 25-jarig jubileum van het album. In 2000 werd de geremasterde editie uitgebracht. Oldfield kreeg in 2008 de rechten over Tubular Bells terug van Virgin Records, 35 jaar na de release, zodat in juni 2009 een opnieuw gemixte en gemasterde editie met bonusmateriaal werd uitgebracht op Mercury Records, Oldfields huidige platenlabel.
Dat er tubular bells of buisklokken op het album te horen zijn, is eigenlijk toeval. De buisklokken stonden nog van de vorige muzikant in de studio (John Cale), en Oldfield vroeg of hij ze ook kon gebruiken. Uiteindelijk waren het dus deze buisklokken die de naam Tubular Bells aan het album gaven. De werktitel die Mike Oldfield gebruikte was Opus One; Richard Bransons idee was om het Breakfast in Bed te noemen.Vivian Stanshall van The Bonzo Dog Doo-Dah Band, die ten tijde van de opnamen in The Manor House verbleef, was gevraagd om de instrumenten op te noemen die aan het eind van Part 1 het thema spelen. De wijze waarop hij plus… Tubular Bells zei, inspireerde Mike Oldfield om het album deze naam te geven. [Wikipedia]
Het is al weer hee lang geleden dat ik deze muziek beluisterd heb. Het heeft wel wat. Al ben ik zelf meer een rock and roll liefhebber. Maar ook pizza’s zijn heel lekker maar niets iets om alle dagen te eten. Afwisseling va spijs doet goed. Dit geldt ook voor muziek.
LikeLike