In het middelbaar onderwijs moeten de leerlingen een boek leren bespreken. Dat lijkt me ook vrij logisch. Probleem is dat in technische scholen en beroepscholen de leerlingen zelfs niet eens meer een boek lézen, laat staan bespreken. Daarom bedacht ik het volgende: laat ik hen een stripverhaal doen ontleden. Dat lezen ze nog wel en de gebruikte methodiek is tenslotte dezelfde. Daarna hebben we in de klas de resultaten besproken aan de hand van enkele stripverhalen. Ik denk dat dit uiteindelijk een goede beslissing gebleken is. Ik zal deze resultaten in de loop der tijden weergeven, waarbij men zal kunnen vaststellen dat de vragen telkens weerkeren, maar uiteraard met verschillende antwoorden.

A.Algemene gegevens
REEKS: Nero
TITEL: De Verdwenen Ming
B.Feitelijke gegevens
SCENARIST: Marc Sleen
TEKENAAR: Marc Sleen
IN WELK JAAR GETEKEND OF UITGEGEVEN? 1975
VERTALING? UIT WELKE TAAL? Origineel Nederlands
HOEVEEL BLADZIJDEN? 30
HOEVEEL TEKENINGEN? 360
HOEVEEL LACHREACTIES? (Aantallen weergegeven per leerling, men zal opmerken dat de ene al wat goedlachser is dan de andere!) 40/16/30/85
VERHOUDING? 1/9
WAAR SPEELT HET VERHAAL ZICH AF? België
IN WELKE TIJD? 1975
C.Woordenschat
1.Staan er moeilijke of vreemde woorden in? Zoek de verklaring ervan op! Geen.
2.Staan er opmerkelijke onomatopeeën (klanknabootsingen) of andere taaleigenaardigheden in? Progressieve spelling (“poliesie”), het taaltje van Mr.Pheip, Noord-Nederlands wordt weergegeven door verscherping van de medeklinkers.
3.Staan er taalfouten in? Gelibereert.
D.Analyse
1.Noem de voornaamste figuren. Wie zijn zij? (uiterlijk, beroep, gepersonifieerde dieren, rol in het verhaal…) Beschrijf hun karakter (Paul Jambers zou later zeggen: wat drijft hen?): positief of negatief?
Nero: (hier) hippie-op-jaren met dito haren en weinig opvoedende motor. Hij werkt niet omdat hij rijk geworden is in vorige avonturen. Er wordt door hem wel met langharigen gespot maar gevaarlijker uitwassen (zoals de motoren) worden zo maar neergepoot.
Adhemar: geniale zoon, agressief.
Mevrouw Nero: “brave huisvrouw”, rondborstig.
Mr.Pheip: francofoon, stinkend rijk, burgemeester, knijpt wel eens iets in het donker.
Mevrouw Pheip: geëmancipeerd vrouwmens (rookt pijpen en behandelt Pheip als een dweil).
Petoetje: aangenomen Papoea-zoontje van de Pheipen. Luistert alleen naar madame Pheip.
Petatje: aangenomen (blank) dochtertje van de Pheipen. Luistert alleen naar madame Pheip.
Van Zwam: superdetective.
Tsoeng Wong Si Woung: kleine karateka en tegelijk mysticus.
Ricardo en Sylvio: twee Italiaanse gangsters.
Baron van Knullegem tot Sloten te Schoten en zijn vriend Jan: twee corrupte steenrijke notabelen.
De commissaris en diverse agenten, de een al wat stommer dan de andere.
De vrachtvoerders van Juul en C°: potig, lui en dom.
Nestor Storke: rijke antiquair in Brussel.
2.Is het verhaal moraliserend? (Verdedigt het een bepaalde moraal?) Is het verhaal maatschappij-kritisch? Leg uit.
Geluk is “a happy family”.
Iedereen krijgt ervan langs: hippies, mystici, rijken, arbeiders, “ordehandhavers”…
Kritiek op gangsterisme, kung fu en motoren is echter onduidelijk.
3.Rollenpatroon. Krijgen jongens en meisjes (mannen en vrouwen) elk specifieke rollen toegewezen? (Welke?) Zijn meisjes/vrouwen minder belangrijk dan of ondergeschikt aan mannelijke figuren?
Ja, zie hierboven.
4.Welke maatschappelijke klassen spelen een rol in het verhaal? Worden bepaalde klassen positiever voorgesteld dan andere? Overheerst een bepaalde klasse? Gaat de schrijver hiermee akkoord?
Door kritiek op iedereen gaat hij in feite akkoord met de huidige toestand.
Racisme: de Italiaanse gangsters (anderzijds is er natuurlijk wel de figuur van Petoetje).
5.Komen in het verhaal de opvattingen van de schrijver i.v.m. vrijen, verloofd zijn, trouwen, voortplanting, seksualiteit… tot uiting? Wat zijn de emotionele en/of familiale verhoudingen tussen sommige figuren?
Neen.
6.Komt er geweld voor in het verhaal?
Tamelijk veel (de gangsters, Adhemar, kung fu).
E.Synthese
1.Is het verhaal realistisch of is het vooral gebaseerd op fantasie? In welke verhouding?
Geworteld in realiteit (hippies, motoren, antieke spullen, gangsterisme, Confucius, FDF…)
2.Is het verhaal humoristisch? Welk soort humor?
Zeer humoristisch inpikkend op de actualiteit, ook veel ruwe gags.
3.Zitten er diepere waarden in?
Gelukkig gezin (conservatief).
4.Bespreek het taalgebruik (beeldrijk, arm, kinderachtig, te geleerd…)
Arm (veel fouten).

Een gedachte over “Analyse van een stripverhaal (5): De Verdwenen Ming

  1. Maleachi wat een dosis informatie, en dan te beseffen dat ik al ongeveer diverse decennia dhr. Marc Sleen lees en las, daarbij opgeteld dat elk nieuw verschenen album evenveel stof geeft voor nieuwe en nieuwere bespiegelingen, is het me pijnlijk duidelijk dat dit fenomeen zichzelf elke dag heeft overtroffen, kijk daarnaast naar de Safari’s, de wielerverslagen en wedstrijden, de uitnodigingen die Marc Sleen af is gaan lopen en de, ik krijg even een Tuizntfloot gevoel, wat nu werkelijkheid zou kunnen worden – juist: Tijdreizen doen schrijvers en tekenaars al heel lang, lees van H.G.Wells tot Neels.
    Mag ik het met alle respect even hierbij laten?
    trialk.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.