In het middelbaar onderwijs moeten de leerlingen een boek leren bespreken. Dat lijkt me ook vrij logisch. Probleem is dat in technische scholen en beroepscholen de leerlingen zelfs niet eens meer een boek lézen, laat staan bespreken. Daarom bedacht ik het volgende: laat ik hen een stripverhaal doen ontleden. Dat lezen ze nog wel en de gebruikte methodiek is tenslotte dezelfde. Daarna hebben we in de klas de resultaten besproken aan de hand van enkele stripverhalen. Ik denk dat dit uiteindelijk een goede beslissing gebleken is. Ik zal deze resultaten in de loop der tijden weergeven, waarbij men zal kunnen vaststellen dat de vragen telkens weerkeren, maar uiteraard met verschillende antwoorden.

A.Algemene gegevens
REEKS: Suske en Wiske
TITEL: De Toornige Tjiftjaf
B.Feitelijke gegevens
SCENARIST: Studio Vandersteen
TEKENAAR: Studio Vandersteen
IN WELK JAAR GETEKEND OF UITGEGEVEN? 1975
VERTALING? UIT WELKE TAAL? Origineel Nederlands
HOEVEEL BLADZIJDEN? 55
HOEVEEL TEKENINGEN? 660
HOEVEEL LACHREACTIES? (Aantallen weergegeven per leerling, men zal opmerken dat de ene al wat goedlachser is dan de andere!) 6/9/22/18/20/0/16/13/30/25/0
VERHOUDING? 1/110
WAAR SPEELT HET VERHAAL ZICH AF? België
IN WELKE TIJD? 1975
C.Woordenschat
1.Staan er moeilijke of vreemde woorden in? Zoek de verklaring ervan op! “brain steken” (???)
2.Staan er opmerkelijke onomatopeeën (klanknabootsingen) of andere taaleigenaardigheden in? Jerommeke spreekt in telegramstijl.
3.Staan er taalfouten in? Nee.
D.Analyse
1.Noem de voornaamste figuren. Wie zijn zij? (uiterlijk, beroep, gepersonifieerde dieren, rol in het verhaal…) Beschrijf hun karakter (Paul Jambers zou later zeggen: wat drijft hen?): positief of negatief?
Lambik: ruwe bolster, blanke pit. Beroep??? Martelaar (veel sprake over de dood). “Opvliegend” (letterlijk en figuurlijk).
Jerommeke: journalist.
Sidonia: meest actief in het verhaal. Met haar uiterlijk en haar drang om “van de markt te geraken” (oude vrijster) wordt de draak gestoken.
Suske en Wiske: nogal roekeloos als men in aanmerking neemt dat het eigenlijk nog kinderen zijn.
De tegenstander is onbepaald. (“De” maatschappij.)
De Vogelschrikbrigade zijn “agenten van een vreemde mogendheid” (hun leider spreekt Frans) die op revolutie aansturen door voor het behoud van de vogelvangst te ijveren (???)
2.Is het verhaal moraliserend? (Verdedigt het een bepaalde moraal?) Is het verhaal maatschappij-kritisch? Leg uit.
Verschrikkelijk moraliserend (in ellenlange betogen), vóór milieubescherming en tégen de vogelvangst.
Kritiek op politie-apparaat: denken steeds aan langharigen (Jerommeke) en agitatoren (Lambik).
Kritiek op het gebruik van haarlak, insecticiden e.a. milieu-vijandige middelen.
Lambik wordt vergeleken met Che Guevara!
In zijn streven naar “objectiviteit” benadeelt de journalist (Jerommeke) in feite de marginalen.
Dokters denken dadelijk in erelonen.
Directe ledenwerving voor de Dierenbescherming.
3.Rollenpatroon. Krijgen jongens en meisjes (mannen en vrouwen) elk specifieke rollen toegewezen? (Welke?) Zijn meisjes/vrouwen minder belangrijk dan of ondergeschikt aan mannelijke figuren?
Sidonia en Wiske zijn even belangrijk als de rest. Wiske is “normaal”. Voor Sidonia: zie hoger.
4.Welke maatschappelijke klassen spelen een rol in het verhaal? Worden bepaalde klassen positiever voorgesteld dan andere? Overheerst een bepaalde klasse? Gaat de schrijver hiermee akkoord?
“Realistisch”: vogelvangers zijn zowel rijken (de jagers) als arbeiders (in de herberg).
Kritiek op volksvertegenwoordigers maar op het einde toch vertrouwen erin (voor het behoud van de parlementaire democratie).
Gekant tegen revolutie (cfr.de Vogelschrikbrigade).
5.Komen in het verhaal de opvattingen van de schrijver i.v.m. vrijen, verloofd zijn, trouwen, voortplanting, seksualiteit… tot uiting? Wat zijn de emotionele en/of familiale verhoudingen tussen sommige figuren?
De verhoudingen Suske/Wiske, Lambik/Sidonia, S&W/Sidonia, Jerommeke/rest zijn allemaal erg onduidelijk. (Sidonia is blijkbaar verliefd op Lambik.)
6.Komt er geweld voor in het verhaal?
Het optreden van Jerommeke, Lambik, de kroeglopers, de Vogelschrikbrigade. (Ook tegenover kinderen: “Geef hem ervan langs!” als Suske in een net gevangen zit.)
E.Synthese
1.Is het verhaal realistisch of is het vooral gebaseerd op fantasie? In welke verhouding?
Vertrekt uit de realiteit, maar met een groot aandeel van de fantasie (het vliegen van Lambik, Jerommeke is oersterk en onkwetsbaar).
2.Is het verhaal humoristisch? Welk soort humor?
Flauw. Sommige moppen op het randje van het vulgaire (zoals de eieren van Sidonia).
3.Zitten er diepere waarden in?
Zie D2 en D4.
4.Bespreek het taalgebruik (beeldrijk, arm, kinderachtig, te geleerd…)
Erg moraliserend. Eigenlijk ongeschikt voor een beeldverhaal.

Ronny De Schepper

2 gedachtes over “Analyse van een stripverhaal (1): De Toornige Tjiftjaf

  1. Ik vond het een goed idee van die strips. Mijn vriend die nochants gefascineerd is door stripverhalen en de verteltechnieken om iets in beeld te verhalen, had een ander idee: “Geef hen Turks fruit” in hun pollen zegt hij. En ze zullen dan wel lezen!”

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.