Het is vandaag al 140 jaar geleden dat in Parijs de schilder Edouard Manet is overleden aan syfilis. Hij is vooral bekend van het geruchtmakende schilderij “Le déjeuner sur l’herbe”…
Édouard Manet was een sleutelfiguur in de overgang van het realisme naar het impressionisme. Met zijn losse schildertoets en vernieuwende onderwerpkeuze stond hij tevens aan de bakermat van de moderne kunst. Zijn vroege meesterwerken, zoals Le déjeuner sur l’herbe en Olympia, zorgden voor veel controverse en inspireerden een generatie jonge impressionistische schilders.

Zijn vader wilde dat hij rechten ging studeren en stuurde hem op zijn zestiende op een reis van een half jaar naar Rio de Janeiro. Bij thuiskomst begon zijn carrière als schilder: hij schreef zich in januari 1850 in als leerling van Thomas Couture en als kopiist in het Louvre van oude meesters, die hem later ook vaak tot inspiratie dienden.
Na zijn tijd bij Couture bood Manet zijn schilderij De absintdrinker uit 1859 aan aan de Salon, de belangrijke jaarlijkse kunsttentoonstelling. In die tijd waren er nauwelijks andere gelegenheden voor schilders om hun werk aan het publiek te tonen. De jury van de Salon weigerde het doek, ten eerste omdat het een dronken man toonde en ten tweede omdat delen ervan een onaffe en vage indruk maakten. Ook Couture vond het slecht.
Het doek toont al wat Manets voornaamste onderwerp zou zijn: het moderne Parijse leven. Manet was een flâneur, die vaak de trendy cafés frequenteerde, altijd keurig gekleed. Er zijn overigens aanwijzingen dat onder dat joviale uiterlijk een erg neurotische man schuilging, iets wat sommigen ook in zijn werk menen terug te zien. Zo begon Manet in 1849 een verhouding met de Nederlandse Suzanne Leenhoff, toentertijd de pianolerares van zijn broers. In 1853 werd haar onwettige zoon Léon geboren, die daarna doorging voor haar jongere broer. Omdat Manet door zijn syfilis waarschijnlijk onvruchtbaar was, was hij vermoedelijk niet de biologische vader; mogelijk was Manets vader dat. Op 28 oktober 1863 trouwden Manet en Suzanne in Zaltbommel. Uit het huwelijk werden geen kinderen geboren. Manet heeft Suzanne en Léon enige malen geschilderd.
In 1863 was er zoveel protest over het oordeel van de jury van de Salon dat keizer Napoleon III een speciale, gelijktijdige tentoonstelling van de geweigerde werken verordonneerde, de beroemde Salon des Refusés. Manet toonde er drie werken, waarvan het bekendste Déjeuner sur l’Herbe is. Het toont een picknick van twee eigentijds geklede mannen (een broer van Manet en zijn zwager Ferdinand Leenhoff) en een naakte en een halfnaakte vrouw. De stand van de drie figuren op de voorgrond is een overduidelijke verwijzing naar Het Oordeel van Paris van Rafaël, maar het is ook geïnspireerd door Pastoraal Concert van Titiaan. Critici waren er furieus over; zij vonden dat Manets “picknick” deze Renaissance-werken ontheiligde door ze te “citeren” in een moderne context, waarbij gewone, moderne mensen de plaats innamen van goden en nimfen. In tegenstelling tot wat bij die oudere doeken het geval was, was het voor toeschouwers onduidelijk waarom de vrouwen naakt waren.
In 1865 durfde de jury van de Salon niet te veel werken te weigeren, zodat ook Manets Olympia geaccepteerd werd, een naakt geïnspireerd op Titiaans Venus van Urbino. De kritiek leek op die op Déjeuner: in Manets versie was het te duidelijk dat de naakte vrouw in kwestie een prostituee voorstelde. Een ander punt was dat het model, hetzelfde als in Déjeuner, bekend was in Parijs. Victorine Meurent, die overigens zelf ook schilderde, was Manets favoriete model. De schrijver Zola verdedigde Manets werk en werd als dank door hem rond 1867 geportretteerd.
In 1871 was hij betrokken bij de Parijse Commune. Hij was lid van een commissie van kunstenaars in de Commune, waarvan Courbet voorzitter was. Na de afslachting door het Franse leger van minstens 20.000 communards heeft Manet daarvan tekeningen gemaakt.
Manet stierf aan de ziekte locomotorische ataxie, die het centraal zenuwstelsel aantast en verlamming veroorzaakt. De oorzaak was syfilis, die Manet mogelijk al in 1848 had opgelopen. Het laatste half jaar van zijn leven had Manet bijna voortdurend pijn. Vlak voor zijn dood in 1883 kreeg hij ook nog koudvuur in zijn been, dat afgezet moest worden. Bij de begrafenis werd de kist gedragen door o.a. Monet en Zola. (Wikipedia)
