De Brusselse universiteit heeft vijf jaar geleden de Britse regisseur Ken Loach, bekend van geëngageerde films als I, Daniel Blake, Looking for Eric en The wind that shakes the barley een eredoctoraat gegeven, maar diverse joodse organisaties hebben daartegen geprotesteerd. Zij vinden dat zijn uitlatingen over Israël neigen naar antisemitisme en negationisme, wat de regisseur zelf uiteraard dan weer ontkent.
Premier Michel sprak in die periode in de Grote Synagoge van Brussel naar aanleiding van de zeventigste verjaardag van Israël, die op 14 mei wordt herdacht. Hij gaf daarbij aan dat België zich blijft inzetten tegen antisemitisme. Premier Michel liet zich impliciet ook afkeurend uit over de ULB, waar hij rechten studeerde. ‘Geen enkele vorm van antisemitisme mag getolereerd worden. Wat de vorm ook is. Dat geldt ook voor mijn alma mater’, klonk het.
‘De uitspraak van Michel mag gelezen worden als een afkeuring van het eredoctoraat. De premier heeft het dossier bestudeerd en is van mening dat de man recent genoeg omstreden uitspraken gedaan heeft die een terugtrekking van dat eredoctoraat rechtvaardigen’, verduidelijkte de woordvoerder van de premier.
De ULB liet dinsdag al weten het eredoctoraat wel degelijk te zullen uitreiken. Yvon Onglert, de rector van de ULB, heeft contact gehad met Loach over zijn houding in de kwestie. ‘Ik ken de geschiedenis van de holocaustontkenning en haar plaats in de politiek van extreemrechts. Beweren dat ik daar ook maar iets mee te maken heb, is verwerpelijk’, reageerde Loach. ‘Me van antisemitisme beschuldigen omdat ik mijn stem toevoeg aan het protest van mensen die de situatie van de Palestijnen aanklagen, is belachelijk.’
In 1995 kreeg Ken Loach de Prijs voor de Sociale Film voor zijn film “Ladybird, Ladybird”. Alhoewel Ken Loach een heilig huisje is in de linkse filmwereld, was ik het toen ook helemaal niet eens met de toekenning van deze prijs, zeker niet voor déze film. En helemaal te gek werd het toen juist ik verondersteld werd de laudatio te schrijven…
Herinnert u zich nog de zaak Shannon Matthews? Nee? Dat is ook logisch, want dat was juist één van de essentiële onderdelen van de “zaak”. De “zaak” Maddie McCann herinnert u zich daarentegen ongetwijfeld nog wél. Ook Shannon Matthews was een verdwenen meisje van negen, maar in de pers werd daar lang niet zoveel over bericht dan over Maddie McCann. Er werd gezegd dat dit kwam omdat de moeder van het meisje zeven kinderen bij vijf verschillende venten had gehad en dat zij dus veel minder “mediatiek” was dan het welstellende gezin McCann. Later, toen Shannon gelukkig levend en wel was teruggevonden bij Michael Donovan, een familielid van haar stiefvader Craig Meehan, werd haar moeder, Karen Matthews, evenwel ook aangehouden op verdenking van medewerking aan de “ontvoering”. Ook Craig Meehan ging de cel in wegens het bezit van kinderporno. Alle kinderen verblijven ondertussen bij pleeggezinnen en alhoewel de moeder ondertussen weer is vrijgelaten, wil met name Shannon toch liever bij haar pleeggezin blijven wonen.
Waarom vertel ik dit nu allemaal en wat heeft dat in godsnaam met Ken Loach te maken? Wel, doet dit verhaal u niet denken aan zijn film “Ladybird, Ladybird”?
Ken Loach trok destijds voor het eerst de aandacht met “No tears for Joy”, een verfilming van het boek “Poor Cow” van Nell Dunn met muziek van Donovan en met in de hoofdrollen Carol White (als Joy), John Bindon (als haar man, Tom) en Terence Stamp (als haar minnaar, Dave).
Daarna was er in 1969 “Kes” met in de hoofdrol David Bradley (foto). ‘Kes’ handelt over een knaap van 15 die met zijn losbollige moeder en brutale broer in een mijnwerkersstadje in Yorkshire woont. Hij verdeelt dagbladen, gapt links en rechts iets mee dat hem van pas kan komen en toont niet de minste belangstelling voor wat er op school gebeurt. Hij is dan ook een outcast. Op een dag vindt hij echter een torenvalkje. Hij steelt een boek over het africhten van vogels en lijkt plotseling een passie te hebben ontdekt. Een van de leraars op school heeft dat opgemerkt en tracht Kes in het schoolgebeuren te betrekken via diens passie… Een onvergetelijke film die tot het beste behoort van wat de Britse sociale cinema ooit heeft voortgebracht. Verwacht geen sombere en mistroostige film. Bij tijd en wijlen word je helemaal overrompeld door de fijnzinnige humor en onweerstaanbare tederheid. Loach plaatste met deze film zijn naam voorgoed in de annalen van de naoorlogse Britse cinema.
In 1971 volgde “Family life” die prompt in Frankrijk werd verboden (“omdat deze verontrustende film nog grotere verontrusting zou kunnen wekken in de geest van de reeds zo verontruste Fransen”). De boeken van de Britse psychiater R.D.Laing (inzonderheid “Sanity, madness and the family”) werkten zeer inspirerend op de filmmakers. Volgens deze progressieve opvattingen is het psychiatrisch probleem een politiek-sociaal probleem. De makers van de film verklaarden in dit verband o.m.: “Het is veel goedkoper om patiënten met pillen en schoktherapie weer op te lappen dan de tijd te nemen om de diepe oorzaak van hun ziekte te ontrafelen.”
“Kenneth Loach huldigt het standpunt dat de geestelijke gespletenheid van Janice (Bailden, het hoofdpersonage) geen ziekte is maar het gevolg van de vernietigende werking van repressieve maatschappij- en gezinsstructuren en laat aanvoelen dat alleen een nieuw maatschappijtype hierin verandering kan brengen. Deze visie heeft de cineast te uitdrukkelijk willen opdringen. Hij laat de feiten niet voor zichzelf spreken maar manipuleert ze.” (Media, Nr.88, dec.1973, arsering van mij)
In 1990 gaat een delegatie van de conservatieve Britse pers bij Cannes‑baas Gilles Jacob protesteren omdat de zogeheten pro‑IRA‑film “Hidden Agenda” van Ken Loach hun land vertegenwoordigt. Later krijgt Roach met “Raining stones” de prijs van de jury in Cannes. Deze film kreeg ook prijs van de UFK. Crissy Rock, een vrouw die Ken Loach “van ’t straat had geplukt” voor zijn film “Ladybird, ladybird”, werd in 1994 onderscheiden als beste actrice op het Festival van Berlijn. Zelf was ik het daar helemaal niet mee eens. Rock schijnt eerder gewoon zichzelf te spelen en bovendien zijn emotionele uitbarstingen véél makkelijker dan subtiel spel. Ook Frank Beke zegt in “Doen” van maart 2001: “Ik vind dat sociale element in films heel belangrijk, maar het mag niet de overhand hebben, het moet ook gekoppeld zijn aan een interessante vormgeving. Zo vind ik de recente films van Ken Loach een beetje te rauw. Een film moet meer bieden dan een verhaal of een boodschap.” Ook Vladimir Vega als de Paraguayaanse vluchteling maakt trouwens een erg onhandige indruk.
Toch kreeg “Ladybird, Ladybird” van de S.F.F.C. de prijs voor de Sociale Film, die op 28 april 1995 werd uitgereikt in Deurne. Aangezien de regisseur zelf niet aanwezig kon zijn wegens de opnames van alweer een nieuwe film, die zich deze keer afspeelt in Libanon, werd de prijs in ontvangst genomen door de heer Nick Orbaen, pers-attaché bij de Britse ambassade.
Een moedige daad, want de film vormt eigenlijk toch wel een zware aanklacht tegen de Britse verzorgingsstaat. De vrouw wordt immers zes kinderen afgenomen door de Britse autoriteiten omdat ze van oordeel zijn dat ze er niet deftig zorg voor kan dragen. Dit gaat terug op het feit dat zij voor een avondje karaoke haar kinderen in het vluchthuis had achtergelaten met de deur op slot. Toen de frietketel vuur vatte, kwam haar oudste zoon bijna om het leven.
In dat vluchthuis was ze overigens terechtgekomen omdat ze steeds met mannen rondhing die haar af en toe verrot sloegen. De autoriteiten waren daardoor (m.i. terecht) van oordeel dat ook de kinderen in dergelijke omgeving gevaar liepen. Daarom worden de vier kinderen die ze reeds van diverse vaders had, haar afgenomen, maar ook de twee die ze nadien op de wereld zet, nadat ze is gaan samenwonen met een doodbrave politieke vluchteling uit Paraguay. Hier heeft ze eindelijk een zekere stabiliteit gevonden en dat ziet ook de overheid in, want nadien heeft ze nóg drie kinderen, die ze wél mag houden. Maar dat tóónt Ken Loach niet, net zoals ook de voorafgaande gebeurtenissen slechts vluchtig in flashback worden getoond. Hij concentreert zich op het verhaal met de vluchteling, waarbij je je inderdaad afvraagt, hoe men het in z’n hoofd haalt deze kinderen nog in het kraambed zelf te komen weghalen. Volgens Loach berust zijn film op ware gebeurtenissen, maar dit lijkt toch wel erg onwaarschijnlijk.
“Land and freedom” van Ken Loach uit 1995 was een film die « zich kennelijk aansluit bij de opvatting (…) dat de ‘revolutie’ in de rug werd gestoken door Stalins ‘raison d’état’ en, op diens bevel, door de Spaanse communisten » (De Standaard). Hij handelt dan ook over Ian Hart (John Lennon uit “Backbeat”) als een communist uit Liverpool. “Carla’s song” van Ken Loach ging in 1996 dan weer over Nicaragua.
Ronny De Schepper