Vandaag is het zestig jaar geleden dat de West-Vlaming Aureel Vandendriessche zijn eerste Boston Marathon heeft gewonnen (een jaar later zou hij dat nog eens overdoen; toen is bovenstaande foto genomen).
Aurèle (Aureel) Vandendriessche (Anzegem, 4 juli 1932) is een voormalige Belgische langeafstandsloper, die tijdens zijn atletiekloopbaan vooral naam maakte op de marathon. Hij nam op deze afstand driemaal deel aan Olympische Spelen en eveneens driemaal aan Europese kampioenschappen. Daarnaast won hij tweemaal de marathon van Boston en vestigde hij een wereldrecord op de 30 km.
Vandendriessche was zestien jaar oud en verzorger van een jonge wielrenner uit hun gezamenlijke geboortedorp Anzegem. Toen de coureur een keer op aanraden van zijn mentor aan een oefencross deelnam, wilde Vandendriessche niet achterblijven. Gehuld in een dikke trui, een doordeweekse korte broek en op gewone schoenen liet hij bijna iedereen achter zich. Het was het begin van een opmerkelijke atletiekcarrière.
In 1956 maakte Vandendriessche, die lid was van Waregem AC, bij toeval zijn marathondebuut op het Belgisch kampioenschap. Hij werd hiertoe gestimuleerd, nadat hij kort ervoor op een 10.000m de toenmalige Belgische kampioen op dit nummer had verslagen. Die kampioenschapmarathon won hij met een voorsprong van zes minuten op nummer twee. Het bezorgde hem op het nippertje een plaatsje in de Belgische afvaardiging naar de Olympische Spelen in Melbourne. Anno 2008 keek Vandendriessche met afschuw terug op de reis naar Australië. ‘Anchorage, Karachi, Bombay, enzovoort: de reis nam een volle week in beslag. ’s Nachts vlogen we, tegen 450 kilometer per uur, overdag bivakkeerden we in een of ander hotel en was het telkens zoeken naar een pleintje dat geschikt was om de nodige kilometers te maken. Vreselijk, ik wil het nooit meer meemaken.’
De olympische marathon zelf werd een deceptie. Van de verzorger van de wielerdelegatie had hij vier pilletjes gekregen. Om de 10 kilometer moest Vandendriessche er een innemen. ‘Bij de start dacht ik: het duurt ongetwijfeld een tijdje voor die pillen effect hebben, laat ik ze dus maar alle vier tegelijk nemen, en wel nu meteen.’ Aanvankelijk ging het prima. Aureel Vandendriessche ging samen met het idool uit zijn jeugdtijd Emil Zatopek en de Franse Algerijn Alain Mimoun aan kop. Na 21 kilometer was het echter gedaan. ‘Ik raakte plots niet meer vooruit, het leek of mijn lever bij elke stap een dolksteek kreeg. De laatste twaalf kilometer heb ik wandelend afgelegd, ik finishte nog als 23ste. Bij de aankomst werd ik opgewacht door een dokter van de Belgische ploeg. Je lever is helemaal gezwollen, zei hij. Ik had die vitaminen niet in één keer mogen nemen, antwoordde ik in mijn naïviteit. Er volgde een onderzoek, de verzorger werd levenslang geschorst.’ [Wikipedia]