Het is vandaag al 120 jaar geleden dat de Nederlandse schrijver Nicolaas Beets is overleden. Op bovenstaande illustratie zien we hem in zijn studeervertrek (P.A.Schipperus/E.A.Tilly, 1885, collectie Het Utrechts Archief)
Nicolaas Beets werd in Haarlem geboren als de zoon van een apotheker en studeerde van 1833 tot 1839 theologie aan de Rijksuniversiteit van Leiden (toen nog Academie geheten), waar hij in 1839 promoveerde tot doctor in de theologie. In zijn studententijd maakte hij kennis met het werk van de Engelse dichter Byron en schreef dichtstukken in diens trant, zoals ‘José’ (1834), ‘Kuser’ (1835) en ‘Guy de Vlaming’ (1837). Hij was bevriend met Johannes Kneppelhout (‘Klikspaan’), Bernard Gewin (‘Vlerk’) en J.P. Hasebroek (‘Jonathan’) met wie hij samen met andere studenten een letterkundige club vormde.
In 1840 werd Beets beroepen tot predikant aan de Nederlands Hervormde Kerk in Heemstede, waar hij in hetzelfde jaar trouwde met Aleida van Foreest, de zus van zijn studievriend Cornelis van Foreest. Hij heeft daar ook een basisschool opgericht. Deze bestaat nog steeds en heet nu de Nicolaas Beetsschool.
In 1854 werd hij beroepen naar Utrecht. Van 1874 tot 1884 was hij hoogleraar in de kerkgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
Beets schreef proza, poëzie en natuurlijk ook preken. Zijn bekendste werk is de Camera Obscura, dat hij onder het pseudoniem Hildebrand schreef in zijn studententijd en waarvan de eerste versie verscheen in 1839. Hij bleef tijdens de jaren daarna vaak verhalen toevoegen aan het werk waardoor het pas zijn definitieve vorm kreeg in 1851. Voor de oorsprong van Beets’ schuilnaam zijn diverse verklaringen: één ervan verwijst naar een slager, vlakbij Beets’ ouderlijk huis. Dit was de uit Duitsland afkomstige Conrad Hildebrand (1815-1890). Misschien niet zonder toeval beschrijft Beets in ‘De familie Kegge’ een zelf slachtende slager. Over dit alles bestaat helaas geen zekerheid, evenmin als over andere verklaringen.
Beets overleed op 88-jarige leeftijd in Utrecht aan een hersenbloeding en werd net als andere dominee-dichters geparodieerd door Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden) in de bundel Grassprietjes of Liederen op het gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland. (Wikipedia)
– de eerste druk van “Camera Obscura” verscheen in 1839 maar tot de zevende druk (1871) voegde Beets er nog stukken bij: kan je dit merken?
– Beets geeft geen portretten maar typeringen (cfr. motto)
– woordspelingen, komische samentrekkingen…
– typische herhalingen, pittige omschrijvingen…
– moraliserend (vooral wat de opvoeding betreft)
– prachtige taal maar soms te wijdlopig (volzinnen)
– grote zelfingenomenheid (misschien het enige wat hij nog heeft overgehouden van zijn bewondering voor Lord Byron!)
– gebrek aan structuur en intrige
“Het avondje bij de familie Stastok” (p.23)
– de heer si zus, de heer la zo: “humoristische” observatie
– Pieter = veràchter (jaloers: er is een mooi meisje, Koosje, aanwezig waarop zowel hij als Hildebrand een oogje hebben; daar Hildebrand nu een voordracht gaat houden, denkt hij het pleit te verliezen)
– uit het Frans! (merk op dat de Franse Revolutie nog niet zo lang achter de rug is en de Fransen zowel in politiek als in seksueel oogpunt als progressief worden beschouwd; daarom wordt dit in dit conservatieve milieu als een provocatie aangezien – Beets distantieerde zich op latere leeftijd trouwens van zijn eigen werk)
– stoethaspel: snoeshaan
– haar i.p.v. hun voor vrouwelijk meervoud (nog tot na WO II)
– met de ogen rollen: “bewijs” voor goede voordrachtkunst
– vlokje haar: als ring
– mejuffrouw: aanspraak ook i.p.v. mevrouw (dus zij is ook moeder en verstaat het dus pas echt goed “om van zulke dingen het rechte te hebben”)
– Victor Hugo’s ijselijkheden: de familie Hugo was erg progressief (en ook nogal buitenissig: spiritisme) vandaar dat hij een paar maal verbannen is geweest (Guernsey, Brussel). Bij zijn dood was hij echter wel geaccepteerd door de Fransen en zijn begrafenis groeide uit tot een ware manifestatie (cfr. popvedetten)
– zijn de namen willekeurig gekozen?
– bij welke soort literatuur tref je dergelijk procedee aan? “Teun de jager”
– bespreek de rol van het droomfenomeen
– vind je dit een moderne aanpak? (magisch-realisme?)
– zie ook: “Het geheim van Nicolaas Beets” (in “Capriolen” van Bomans)
Ronny De Schepper
Camera Obscura was het eerste boek dat ik met “eigen” geld gekocht heb. 20 Bf in de Prisma reeks.
Ik was 12j. Weken deed ik erover. Maar een nieuwe wereld ging open. Mijn woordenschat verdubbelde.
Kortom het was het begin van een lang avontuur met boeken. R.G
LikeGeliked door 1 persoon